Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

P. BIESTERVELD, Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, De brief van Paulus aan de Colossensen. Kampen — J. H. Bos — I908.

Prof. BiESTERVELD, die aan onze Universiteit de Nieuw-Testamentische vakken doceert, biedt ons hier, als vracht van zijn studie op dit gebied van de Theologie, een commentaar op den brief aan Colosse.

Het boek wil zijn en is dan ook metterdaad een wetenschappelijk werk, niet een proeve van populaire schriftverklaring. Het is bestemd voor Theologen en voor hen, die het worden willen; niet voor hen, die buiten de studie der Theologie staan, al zal ook de bestudeering en raadpleging er van aan de Gemeente, in de prediking, ten goede komen. Het voordeel van dezen met zorg bewerkten, op de hoogte der tegenwoordige wetenschap staanden commentaar boven vele anderen waarvan hetzelfde kan gezegd, is, dat zijn schrijver rekening gehouden heeft met de beginselen waarvan heel de arbeid onzer universiteit uitgaat.

Zonder vóór-oordeelen is nu eenmaal geen wetenschappelijke arbeid, ook niet op het gebied der uitlegkunde, mogelijk en waar velen uitgaan van nietgereformeerde vóór-oordeelen of beginselen, is het daarom des te meer verblijdend, thans een werk te ontvangen dat aan zijn twee reeds genoemde qualiteiten ook die van trouw aan ons beginsel paart. Wij hebben hier metterdaad een gereformeerde verklaring van Paulus' brief aan Colosse.

In het woord tot zijn lezers, dat de hoogleeraar laat voorafgaan, zegt hij: „Deze commentaar op den brief van Paulus aan de Colossensen gaat uit van het beginsel, dat God in de schriftelijke openbaring van Oud en Nieuw Testament tot ons gebracht heeft hetgeen Hij als bijzondere openbaring ons wilde doen kennen. Achter de vele schrijvers, die naar zijn Goddelijk bestel aan het in schrift brengen dezer openbaring hebben gearbeid, staat de autor primarius, de Heilige Geest, die de schrijvers onfeilbaar inspireerde, zoodat zij niets dan Gods wil ons bekend maken. Omdat dit het standpunt is van den schrijver van dezen commentaar, kan de bewerking niet esn louter grammatische zijn, " En van dit standpunt is de schrijver dan ook bij de bewerking nergens afgeweken.

Dit verhinderde hem echter allerminst, om, wat voor goede exegese onmisbaar is, ernst te maken met de grammatikale verklaring.

En ook waar Prof. BIESTERVELD zich als gereformeerd Theoloog rekenschap geeft van de analogia fidei, doet hij toch nergens te kort aan de eischen eener wettig-vrije uitlegging. En eindelijk, al is de geachte schrijver ook te gosd Theoloog om niet het onderscheid te weten tusschen de exegese van een tekst en zijn practische toepassing, toch heeft hij zijn arbeid besteed ook aan de ontsluiting van het schriftwoord in zijn leering en vermaning.

Tot de vele en velerlei bronnen, waaruit de hoogleeraar voor de samenstelling van zijn boek heeft geput, behooren ook — en dat is van dit uitlegkundig werk zeker geen geringe verdienste— commentaren, die door anderen vaak te veel zijn verwaarloosd. Dit geldt dan zoowel van de patristische exegese, op wier hooge belangrijkheid ook door ZAHN is gewezen, als van de exegesen uit den tijd kort na de Reformatie. En daarbij '\s BIESTERVELD allerminst weer in het andere uiterste vervallen van de nieuweren te verwaarloozen. Van die nieuweren is niet eenzijdig op Duitschland gelet, maar ook acht gegeven op het gevoelen van Eadie, Ellicott, Fergusson, Barlow, Lightfoot, Alford, van wie anders meest alleen de laatste twee worden geciteerd.

Aan de uitlegging van den brief laat Prof. BIESTERVELD zeer lezenswaardige Prolegomena, voorafgaan. In 6 §§ wordt daarin gehandeld over: lO, de gemeente van Colosse; i^. de dwaling in Colosse, en de canonise he idee van den brief; 30. Analyse van den brief; 4". Tijd en plaats van vervaardiging; 5". authenticiteit van den brief; 6". Exegetische literatuur.

Wat den tekst betreft, is de methode gevolgd om voor de verklaring van elk vers de lezing te geven van den textus receptus met de varianten van Lachman, Tischendorf, Tregelles, Westcott—Hort. Van afwijking van den textus receptus is dan telkens rekenschap gegeven, Voor het critisch materiaal is Tischendorf's VIII gebruikt.

Prof. BIESTERVELD gelukwenschend met de voltooiing van dezen zijn eersten commentaar, spreek ik daarbij het verlangen uit, dat het hem gegeven moge zijn, op dezelfde wijze als hij het den brief aan Colosse heeft gedaan, nog vele N. T.'ische geschriften te commentariëeren.

Aan predikanten en studenten zij deze arbeid

van den N. Ticus vau professie aan onze Uni-Iversiteit bij hun studie van dit deel der Theo finttie ten zeerste aanbevolen.

2 Dr. A. J. LAKKE. Philip Willem van IHeusde, Boekhandel en Drukkerij voorheen (E. T. BKILL, I908.

Een al evenmin populair werk als BIESTER I VELD'S commentaar is deze studie van Dr. LAKKE lover den Utrechtschen Hoogleeraar VAN HEUSDE 1778—1839. Toch meen ik op deze dissertatie, waarmede de heer LAKKE zich aan de Vrye Universiteit onlangs den graad vanDoctorinde letteren en wijsbegeerte verwierf, hier de aandacht te moeten vestigen. VAN HEUSDE toch is voor ons volk daarom van zoo veel belang, omdat hii evenals BILDERDIJK, maar in tegenovergestelde richting, machtig ingewerkt heeft op onze eeesteliike cultuur. Ook hij, VAN HEUSDE, IS de vader van een réveil, zij het dan ook een andersoortig dan dat waarvan BILDERDIJK de vader is. Zelf opgekomen uit het neo-humanisme, wilde VAN HEUSDE door den geest van HELLAS I ons volk nieuwe levenskracht instorten en weer ' oprichten uit de geestelijke inzinking.

Maar zegt Lakke in zijn Inleiding en hij . toont u dat aan in zijn boek, „VAN HEUSDE teekent zich een valsch perspectief. Niet uif HELLAS in de eerste plaats komen de grondgedachten van zijn systeem, al hebben zij PLATO'S invloed ondergaan. De centrale gedachte, waaruit zijn beschouwingen voortkomen en waaruit zich zijn systeem ontwikkelt, is het dogma van het „gezond verstand", zooals het opkomt uit het rationalistisch en empirisch denken."

Het is den heer LAKKE gelukt ons een welgeliikend beeld te teekenen van VAN HEUSDE, in wiens wijsbegeerte zich spiegelt het denken van ons volk vóór 1830, de geest van het christelijk getint liberalisme.“

Het werk, fraai gestileerd, bestaat uit een Inleiding en twee deelen. Het ie deel (p. 6—57) gaat over v. HEUSDE'S leven; het 2e (p. 58-335) over v. HEUSDE'S SYSTEEM. Dan volgt nog een Besluit en een Lijst van v. Heusdes werken, een met groote akribie bewerkte bibliographie.

Wie belang stelt in de geestelijke geschiedenis van ons volk verzuime niet de lezing en bestu deering van deze doorwrochte en van groote rijpheid van oordeel getuigende akademische verhandeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's