Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

N. A. Dï GAAÏ FORTMAN, De Geschiedenis der Medische Zending. Met een inleidend woord van J. G. ScHEüRER, Miss. Arts, NIJKEKK G. p, Callenbach 1908.

Noemt de heer SCHEURER in zijn inleidend woord reeds het opvatten van de pen om dit boek te schrijven een kostelijk werk, te eerder nog mag dit praedicaat toegekend aan het boek zelf, dat sedert eenige maanden in druk voor oas ligt.

Met deze Geschiedenis der Medische Zending toch schonk de Amsterdamsche predikant en zendingsman Ds. DE GAAY FORTMAN ons een boek van zeer hooge waarde. Want al is het ook, dat de Medische Zending zich, meer dan vóór eenige jiren, in de bekendheid en de sympathie van het Christelijk publiek m^g verheugen, de mate dier bekendheid en de graad dezer sympathie zijn nog altijd zoodar> )g, dat een boek waardoor men van den breedes omvang en de rijke beteekenis dier zending een juiste voorstelling krijgt, lang niet overbodig is.

De waarde, die het gebruik van zulk een boek èn voor zijn lezers èa voor de medische zending zelf heeft, kan daarom niet hoog genoeg worden aangeslagen.

Dit boek dat met eerbied vervult tegenover de omvangrijke en langdurige vóórstudie, welke bij zijn geleerden auteur aan het schrijven ei van moet zijn voorafgegaan, beslaat ruim 400 bladzijden en is .verdeeld in 113 §§.

De titels yza i\t%^yexvat\6.tdteInhoudsopgave vóór in het boek. Als conspectus kan deze inhoudsopgave er echter niet mee d( or. Zij biedt geen overzicht van het werk. De opsomming van de onderwerpen in deze 113 §§ behandeld, weiist eer verbijsterend. Men ziet geen plan. Ik betreur dit, omdat ik weet, dat men van het geduld der meeste lezers niet te veel moet vergen met het oog op het gevaar, dat ze u dan ongelezen la'.en. En bij een boek dat zoo hoog staat als dir, zou dat des te meer zijn te b jammeren èn om het boek èn om de lezers. Een inhoudsopgave waaruit de lezer niet recht wijs kan worden, waarin hij niet terstond kan zien hoe het werk in elkaar zit, ontstemt hem; neemt hem m tegen het boek zelf; en de zaak wordt er niet beter op als die inhoudsopgave dan nog vóór in het boek staat.

Toch zit. in dit boek wèl een plan en het gemis aan doorzichtigheid der inhoudsopgave ware dan ook gemakkelijk te verheipen door die 113 §§ onder enkele hoofd-en onderrubrieken te brengen. Een niet al te ongeduldige lezer komt in het boek wel terecht, zij het dan ook niet terstond. Wanneer hij toch maar eerst aan pagina 103 toe is, ziet hij zich plotseUng voor een groote romeinsche II gesteld, des te verrassender omdat hij van een romeinsche I nog niets ontwaard had. Zooveel begrijpt hij er dan wel van, dat met die II, waaronder met groote letters gedrukt staat: DE KERKEN EN ZEN­ DINGGENOOTSCHAPPEN, WELKE DE M. Z. ALS HULPDIENST HEBBEN — een nieuwe Afdeehng begint.

Deze Afdeeling bevat dan §35—§113 Een nadere indeeling dezer Afdeeling, b.v. naar de verschillende landen, zou aan de doorzichtigheid van het plan zeker ten goede zijn gekomen.

Maar ook de andere Afdeeling § i—^ 24, heeft, zooals bovengenoemde lezer van het Doek reeds heeft gemerkt, twee onderdeelen. Eerst tcch wordt daar gehandeld van wat ik, op voorgang van onze geleerde Duitsche naburen, zou willen noemen: Van de Medische Zending in hst algemeen, en wel in § i—§ 7. Dan wordt in de §§8—23 van de geschiedenis der Medische Zending, gehandeld. Daarbij maakte het echter een ietwat vreemden indruk, dat eerst in §24 de literatuur over de Medische Zending wöidt opgegeven.

Wat ik tegen de inhoudsopgave op mijn hart heb, is hiermede gezegd. Ik heb mij daardoor tevens een weg gebaand tot een eenigs^ins methodische bespreking van den inhoud van het boek zelf.

Uit de Inleiding vernemen wij, dat nog niet zoo lang geleden, de gewoonte is opgekomen om met en naast bedienaren des Woords en der Sacramenten ook artsen naar de Zecdingstcrreinen aittezenden. Deze artsen heeten in Engeland en Amerika Medical' Missitnaries, in Duitschland Missionsartse, ten onzent Missionaire artsen of Zendingsartsen, en hun werk draagt den naam van Medical Mission, Aerlzliche Mission en Medische Zending.

Ik kom thans tot 134 waarin de heer FORTMAK de literatuur over zijn onderwerp opgeeft.

Dat deze literatuur, te vinden in de xeiidicgsbetichten der verschillende kerken en vcieenigingen en in veislageu, tijdschriftea en monogtaphieëD, een zeer rijke is; dat de geachte schrijver heel wat heeft te raadplegen gehad, woidt uit dit overzicht duidelijk. Het is met groote nautvgezetheid bewerkt; , ook het Zendingsblad vaa de Gercf. Kerken en het Jaarverslag der Vereeniging „Dr. Schcurers Hospitaal" vindt mea hier naast vele Engelsche en Duitsche geschtif en.

In, wat ik zou willen noemen; Van de medische sending in het algemeen, de eerste Afdeeling van het boek, wordea dan in § i—§7 op wetenschappelijke wijze o. m. de grondslag, de beteekenis en het doel der medische zending besproken. Duidelijk wordt bier tegenover andersdenkenden betoogd, dat die grondslag niet mocht gezocht in het bevel „geneest de kranken" van den Heiland aan zijn eerste discipelen, want, dat wie in dit bevel den grondslag der medische zending zoekt de verschillende terreinen, d^t van het wonder en dat van de gewone geneeskunde —verwart, En even duidelijk wordt hier uiteengezet, dat de medische zending, niet zelf zending maar, eren als het onderwijs, slechts hulpdienst voor de zending is.

Het gaat hier niet aan van heel de stof io deze 1 %% verwerkt ook maar een beknopt overzicht te geven; wie het wezen der medische zending volkomen wil leeren kennen, moet bet boek zelf lezen.

ËQ zoo staat het ook met de volgende Afdeeling waar in | 8 — § 33 dé geschiedenis van dt meditehe sending wordt verhaald.

„Staat ons", zoo begint de geachte schiijvei: hier, „door hetgeen wij tot nu toe behandeld hebben, het beeld en de bedoeling der M. Z. klaar voor de oogen, thans zijn wij ia staat hiiar geschiedboek voor oiis «pea te slaan en te

hooren van hare geboorte en haren groei tot onze dagen toe", (p. 51).

„Doch”, «00 gaat hij dan voort, „zooals elke historie bare voor-historie heeft, «oo ook de historie der M. Z." En die voorhistorie wordt in § 8, welke tot titel heeft: De eerste sporen der M. Z.", dan verhaald.

Heel wat historisch materiaal uit de zendmgsgescbiedecis der 17e, en i8e eeuw en 't begin der foa eeuw, is hier in enkele bladzijden saamgedroDgen. Het düs te kunnen doen, verraadt een groote mate, zoowel van vertrouwdheid met die geschiedenis, als \an beheerSchiug van de stof. Een minder kundig en vooral een minder goed geschoold schrijver zou hier in wijdloopigheid zijn vervallen; de beschrijving dezer voorhistorie, die voor de eigenlijke historie slechts voorportaal moet zijn, veel te omvangrijk hebben gemaakt en daarmee hebben gezondigd tegen de architektoniek van het boek. FORTMAN niet alzoo. Met takt en soberheid laat hij het bijkomstige weg om slechts het wezenlijke te bieden. Ook onze JUSTUS HEUEKIUS, een der beste kweekelingen van Walleus' Seminarium Indicum, krijgt in deze vóór-historie zijn plaats.

Volgt de eigenlijke historie der medischezending.

Zij dateert eerst van 1841.

In levendige trekken teekent de schrijver u hoe in dat jaar DB. PETER PARKER, die in China h*d gearbeid, eens te EDINBURG de gast was van zijn vriend DK. AEIBCROMBIE. PABKEB vertelt dan zijn gastheer van de beteekenis der geneeskunde in den dienst der zending en „diep gevoelende de gunstige gevolgen welke verwacht mogen worden van den arbeid van missionaire artsen als zij samenwerken met missionaire dienaren desWoords" — richtte men densosn November, op initiatief van ABERCROMBIE, tosn de Edinburgsche Y'reeniging voor M. Z.. op. (Edinburgh Association for Sending Medicai Aid to Foreign Countries) (p. 59).

Uit deze zoo interessante hisioriographie der medische zending wil ik nog iets meededeelen van de Londensche Vereeniging voor M. Z. [London Medical missionary Association) (p. 68)

Deze vereeniging reeds g^ticht in 1878 maakte, sedert 1885, onder leiding van den ook hier te lande bekenden DR. MAXWELL, een aanvang met de opleidicg van jonge mannen tot missionaire artsen. Zij stichtte in 1890 haar s.udentenhuis, en de daarin wonende studenten studeeren te Londen aan medische faculteiten, die verbonden ziJD met hospitalen, waarin zij praktische opleiding ontvangen. Ik herinner mij nog best hoe wijlen mijn vriend Ds. F. LioN CACHET, die de Medische Zending ten onzent introdu ceerde, in zijn lezingen ook op DR. MAXWELL en diens arbeid wees. Het is aan deze Londen scHc Vereeniging voor M. Z. dat ock de heer ScHïïühER- die na zijn terugkeer uit Indië, ook in GRUKINGEN studeerde en thans Nederlandsch Arts is - voornamelijk op initiatief van Ds. LION CACHET van 1888-1892 z^n opleiding ontving,

Ook de twee vereenigingen welke zich in Nederland ten doel stellen de M. Z. op het zendingsterrein te steunen : De Vereeniging: Dr. Scheurers Hospitaal en de Vereeniging tot op nthting en i standhouding van Hospitalen in China ten dienste der Medische Zending, v/orden hier vermeld.

In de laatste Afdeeling van zijn boek, die verreweg de grootste is, handelt Ds. DE GAAY FORTMAN, gelijk reeds boven is gezegd van: De kerken en zendingsgenootschappen, welke (te M. Z, als hulpdienst hebben. § 25— § 133.

Met name deze Afdeeling doet ons den rijken omvang der Medische Zending kennen. Wij leeren er uit hoe door bijkans I90 instellingen, die van uit Europa en Amerika, over de verschillende deelen der aarde, onder heidenen en Mohammedanen, zending drijven, van den hulpdienst der medische zending gebruik wordt gemaakt. Bovendien is deze Afdeeling ook daarom belangrijk, wijl zij èa uiteraard bekend maakt met de vele zendinggenootschappen en kerken zelf wier zendingswerk er in behandeld wordt, én met allerlei bijzonderheden op de veschillende zendingsterreinen.

Over den arbeid van den ten onzent bekenden DR OTTE vindt men een kort overzicht in § 76 waar de medische zending der DUTCH REFORMED CHURCH van N. AMERIKA wordt beschreven. In die § leest ge op p. 33 a van OTTE'S arbeid in Cöina; eerst aan het „Neerbosch-hospitaal", met Dshulp van Hollandsche vrienden gesticht, te Sio KHE, later en tbans van zijn arbeid aan het „HopeHospitaal" met zijn filiaal: het vrouwen hospitaal op het eiland KoLONGSu te AMOY.

Over den hulpdienst der medische zending, waarvan onze kerken in Indië bij haar zending gebruik maken, bandeh §TII: DE GEREFORMEERDE KERKEN VAN NEDERLAND. Er wordt in gesproken van onzen eersten missionairen arts J, G. ScHEURER en zijn medischen arbeid; van het ontstaan en de inrichting van het PETRONELLAhospitaal te DJOCJA; verder van de kleinere ziekenhuizen te KRAKAL en te POERWCREDJO j eindelijk van het ziekenhuisje op SOEMBA.

Ds. DE GAAY FORTMAN zal door dit zijn boek, dat, goed gestijleerd, zeer aangenaam leest, niet weinig bevorderen het beter verstand van en daardoor ook de mesrdere sympathie voor de medische zending.

Hij droeg zijn hoog veidienstelijk werk op aan da heerep W. HOVY en DR. W. B. VAN STAVEREN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's