Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Beide in de gracht”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Beide in de gracht”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat ze varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, g zoo zullen zij beide in de gracht gdv vallen. Matth. 15 : 14.

Scherp en hard heeft Jezus de Farizeën aangegrepen, ook wel om hun persoonlijke onoprechtheid, maar toch vooral omdat ze het eenvoudige vrome volk in Israël op het doolpad lokten.

Dat volk had wel de Schrift van het Oude o Testament, en daarin de Wet, maar dit vol­ ve stond niet, om in elk gegeven geval uit te maken, hoe het zich voor God en menschen te gedragen had. £en levende ziel laat zich daartoe leiden door den geest der Schrift, en zijn gemeenschap met zijn God houdt hem in 't rechte spoor. Maar het eenvoudige volk onder de vromen was daarvan afgeraakt, en zoo stonden ze met de Schrift voor zich als blinden er bij. Dit maakte hen bij hun doen en laten onzeker en weifelend. Ze zochten den weg wel, maar konden zelven den weg niet vinden.

In die verlegenheid schoten toen deFarizeën het zoekende volk te hulp. Ze waren er begaan mede, dat het volk zoo blind voor de Wet stond, en zouden het nu, als aan hun hand, op den goeden weg leiden.

Dit deden ze zóó, dat ze de Wet Gods aanvulden en uitlegden, haarfijn en tot in het kleine toe. Geen vraag was denkbaar die op kon komen, of zij maakten er een antwoord voor gereed. Tot in zijn fijnste vezellen werd elk gebod uitgeplozen en in zijn toepassing precies afgemeten en bepaald. Tot zelfs van een komijn-planije moesten Tienden, zoo leerden ze, worden opgebracht. Wie op den Sabbath ook maar zijn hand roerde, werd door hen schuldig verklaard. En zoo hadden ze een eindelooze reeks van iazettingen opgemaakt, waarin het vrome leven werd saimgeschroefd. Niets werd aan de vrije toepassing door den eigen geest overgelaten. Geen voetstap kon men zetten, of de Farizeën hadden er een bepaling voor. Het was zoo op en top een godsdienst van „raak niet tn smaak niet en roer niet aan" geworden. Het gewone volk kon dit alles niet van buiten leeren, en veel min onthouden en het alles waarnemen. Zoo werd alle religie van het inwendige leven der ziel afgetrokken en in uiterlijkheden veruitwendigd. Het was zoo in elk opzicht hun letter die den geest doodde. Vandaar dat Jezus heel dit Farizeisme veroordeelt als een plante, die zijn hemelsche Vader niet geplant heeft. Want wel heette het, dat die wetsleeraars voor het eenvoudige volk den weg des heils ontsloten. Maar het tegendeel was waar. Wat er nog aan geest onder het volk werkte, werd er juist door uitgedoofd. Het volk geraakte er tot zijn God niet nader door, maar doolde veeleer steeds meer, jaist door die letterknechterij, van zijn God af. £n het eind zou eens blijken te zijn, dat de geestelijke blindheid bij de Farizeën en bij de eenvoudige vromen hand over hand toenam, tot ten leste én de blinde die om leiding vroeg, én die andere blinde, die leiding geven zou, maar niet kon, saam in de diepte der donkerheid ondergingen, of gelijk Jezus he in beeldspraak zei, beiden saam in de grach vielen.

Dit was toen zoo, en bet is nog zoo, gelijk het alle eeuvv^en door zoo is geweest.

Dit komt daardoor, dat het eenvoudige volk, zoolang het niet geestelijk rijp wordt, zulk een uitwendig steunsel zoekt. Het gist den weg wel, maar weet den weg niet. Toch wil het den weg, die naar den eeuwigen vrede zal leiden, op. En nu zoekt en tast het, tot het eindelijk, des tastens moede, den eerste den beste in den arm valt, die met hooge verzekerdheid zich voordoet als een die den weg kent.

Allerlei geesten waren dan rond. Deels gees ten van buiten binnengedrongen, zooals op dit oogenblik de Mormonen weer doende zijn, maar ook deels geesten die hier in ons eigen land opkwamen. Alle deze geesten drijven iets bijzonders. De één is streng Sabbatsonderhouder, de ander wil den Zondag zelfs naar den Zaterdag verschuiven, een derde zoekt 't in 't doen herleven vaa het wonder der talen, gelijk nog pas in Duits chland is gezien, een vierde heeft't op den kinderdoop gemunt, een ander weer is meer voor ingevingen, en zoo waart er steeds een zeker aantal geesten rond, die zelfmet hun ziel op één punt vast zijn gaan zitten, en zich nu geroepen voelen om al wie maar hooren wil, aan dit éene punt te binden. Al'toverige doet er dan minder toe. Dat alles kan dan desnoods door de vang loopen, maar op dit ééne punt moet men zich aan hun uitspraak lijdelijk onderwerpen, of anders komt heel uw Christelijk geloof bij hen in booze verdenking.

Die geesten nu zoeken uiteraard hun volgelingen 1 bij voorkeur onder de onvaste geesten, die wel een zucht naar hooger in de ziel voelen opkomen, maar te blind zijn, om zelf den weg tot het heil te vinden, juist zooals het eenvoudige vrome volk in Jezus dagen er te Jeruzalem aan toe was.

En zoo komen er dan allerlei groepjes en allerlei secten op, die voor een tijd lang een groep onmondigen meêsleepen. Tot de tijd er over heengaat en de oogst moet binnen komen. Maar de oogst komt niet, en kan niet komen, en een halve eeuw later herinnert men zich nauwelijks, dat er zulk een secte geweest is, Wie ze leidde en wie zich door hen lieten leiden, verdwijnen in het donker. Of naar het woord van Jezus: Ze liggen beiden in de gracht.

Toch wachte men zich, om uit gewaande geestelijke hoogte op deze blinde leidslieden en op de blinden die ze geleid hebben, neer te zien.

Het Farizeisme met zijn letterknechterij en schuldige inzettingen kwamen pas op, toen de geest van Israël geweken was, en zoo ook is elke secte in het Christenland steeds in zulk een ure opgekomen als de Kerk van Christus in geestkracht verflauwde. In dien dooden toestand konden deze geestdriftige zielen zich dan niet vinden. Ze zochten daarom iets buiten de Kerk, dat hen geestelijk beter bevredigde, en stonden naar hun bedoelen als een oordeel over de kerk tegen de Kerk over.

De roeping van Christus Kerk is zoo hoog. In de Schrift vindt ze de beginselen, waaruit geloot en leven de onmisbare leiding moeten ontvangen, maar de toepassing en uitwerking van die beginselen op elk bijzonder geval en op eiken bijzonderen zieleuood, moet geestelijk doorworsteld in de gemeenschap des Heeren. Dan alleen werkt in de Kerk van Christus de Heilige Geest, en het is alzoo door bij het Woord te blijven, maar geleid door den Heiligen Geest, dat de geloovigen in die Kerk èn hun voorangers een echt en recht Christelijk leven weeken.

Een echt Christelijk zieleleven en een echt hristelijke wandel kan nooit door het vormelijke a 1 allerlei voorschrift en allerlei uitspraak d ekweekt en geregeld worden. Het vaste uit­ t angspunt ligt altoos in de trouwe, vaste belij­ h enis, die de Kerk de wereld indraagt. Maar b oor elk verder slagen op den weg, is ^««j/^/j/zi^ v ennis noodig, en ook deze geestelijke kennis K ordt alleen in een levensworsteling, voor God z oorworsteld, uw deel.

Ontbreekt dit rijke, worstelend geestelijk leven u bij de voorgangers, en als gevolg hiervan bij de eloovigen, dan spruit van alle zijden het onkruid p, de geest wordt onvast, allerlei bijzaak wordt oor hootdzaak gehouden, en buiten de Kerk wil engeestelijk leven opkomen, daf juist omdat't van de Kerk los is, ten doode is gedoemd. En zoo treedt telkens weer een toestand in, als Jezus in de Farizeën bestreed: Blinden die een blinde als leidsman aannamen, en saam met hem van den weg der waarheid afraken, tot beiden saam in de gracht vallen.

Alleen in het: Terugruiar JetusIXx^Axaxoxa. de redding. Hij en hij alleen is ons ten Leidsman gegeven. Hij is de weg, de waarheid en het leven. Hij bindt u alleen aan het Woord van God en maakt u vrij van alle menscheninzetting. Van hem gaat de Geest uit, die zijn volk alleen vertroosten kan. Hij alleen opent 1 der blinden oogen, en leidt op den weg, waarj men hoort naar de klanken van zijn God, en voort wandelt in het licht van het Goddelijk aanschijn.

Terug naar Jezus als den eenigen ons van God gegeven Leidsman I is het ernstig vermaan dat altoos 'weer tot de Kerk uitgaat, om haar uit geestelijke verdooving weer tot krachtig geestelijk leven te bezielen. We zeggen niet: terug naar Jezus' woord I maar, terug naar Jezus zelf, want zijn woord is nooit van zijn persoon te scheiden. Eéne plante moet 't met hem zijn. Allen ranken van den eenen Wijnstok. Ieder voorganger en ieder geloovige een levend lidmaat van 't mystieke Lichaam.

Er moet levende gemeenschap, aldoor, werken tusschen de Kerk van Christus op aarde en den Leidsman, Hoogepriester en Koning, die op den troon der glorie zit. En komt die gemeenschap weer, dan leeft de Kerk van zelf op. Haar licht straalt weer uit, en zij die het eeuwig vaderland zoeken, woeden door dit van Christus en zijn Kerk uitstralend licht geleid.

Twee dingen moeten er zijn. Den blinde moeten de oogen worden geopend, en als hem 't oog geopend is, moet het waarachtige licht hem bestralen. Anders komt hij toch geen stap verder.

En daarom niet buiten de Kerk afgedoold, want Christus zelf heeft zijn Kerk ingesteld, als instrument om hét licht te brengen. Maar dan ook nooit en nimmer met een Kerk die geestelijk inzinkt, vrede genomen.

Niet alleen voor uw eigen ziel, maar ook voor uw Kerk moet ge om 't geestelijk licht worstelen.

Alleen bij het licht des Geestes dat van Christus' Kerk uitstraalt, wandelt ge veilig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

„Beide in de gracht”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's