Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. van den Brink wijst in de Gereformeerde Kerkbode van Rotterdam op een verkeerd spraakgebruik, dat nog in sommige kringen schijnt voor te komen:

Ook in het spraakgebruik op kerkelijk terrein mag menigeen wel de reformatie ter h^ind nemen. Als het in dingen, die ons natuurlijk bestaan of ons leven in deze wereld betreffen, eens goed op onze woorden aankomt, dan staan wij wel naar groote nauwkeurigheid. Maar past ons dit dan niet nog veel meer, zoo het gaat over het genadeleven en ons verkeer in de gemeente des Heeren?

Ten onrechte spreken velen onder ons nog van «aanneming tot lidmaten", of »voor de aanneming gaan leeren", of »als lid der kerk aangenomen en betestigd worden".

Deze terminologie, deze uitdrukkingen hebben wij medegebracht uit het Hervormd kerkgenoot schap. Daar spreekt men van: «bevestiging van nieuwe lidmaten". Daar zegt de dominee na het afleggen der openbare geloofsbelijdenis, waarbij ook gevraagd is opvolging van de verordeningen van de Nederl. Herv. Kerk, dus gehoorziamheid aan de kerkelijke reglementen: »ifc verklaar u plechtig tot lidmaten der kerk!" Doch daar hooren zulke zegswijzen ook thuis. Zij passen geheel in het kader der onschriftuurlijke, synodale organisatie, die een opvatting van 't kerkelijk instituut huldigt, geheel in strijd met Gods Woord. Op dit standpunt is de kerk een «collegium", een genootschap, een vereeniging, welke door de vrije wilskeus van menschen wordt opgericht; evenals b v. eenige mannen samen een Schoolvereeniging of een aantal jongelingen een Jongelingsvereeniging oprichten. En gelijk nu zulk eea vereeniging iemand, die zich daartoe aana: eldt, als lid aanneemt, zoo ook — dus is daar de valscbe voorstelling — neemt een gemeente, een afdeeling van het groote kerkgenootschap, telken jare, «nieuwe leden" aan, die plechtiglijk in een openbare ledenvergadering bevestigd worden.

Ieder Gereformeerde gevoelt het verkeerde van deze beschouwing en daarom ook van de gewraakte woordenkeus. De kerk des Heeren - hier natuurlijk genomen als instituut - is niet een vereeniging, doch de plaatselijke openbaring van het mystieke lichaam van Chris us. Zij is, ook in dezen zin, niet uit de aarde, aardsch, maar zij is van boven, hemelsch van oorsprong. Want ook de openbaring en insitueering der kerk door de instelling van de ambten en den dienst der genademiddelen komt niet tot stand naar de eigen, vrije wilskeus der menschen, maar tengevolge van de aandrift des Heiligen Geestes en de onderwijzing des Woords, waardoor Christus, het Hoofd der kerk, zelf in zijne levende leden werkt, opdat sij naar zijn wil handelen en wandelen mogen.

Het ligt dus allerminst aan onzen eigen zin en wil, of wij lid der kerk zullen worden. Eenerzijds hangt het lid-zijn der kerk eeniglijk en uitsluitend aan 't eeuwig raadsbesluit van Gods souvereine, uitverkiezende liefde en aan 't almachtig en vrijmachtig genadewerk des Heiligen Geestes; leden der kerk zijn de gekenden des Heeren, die wedergeboren en door het geloof Christus ingelijfd zijn. Én aan den anderen kant, geredeneerd vanuit ons menschelijk standpunt, zijn naar den regel des verbonds de kinderen der geloovjgen voor leden der kerk te houden. Dat zijn zij reeds vóór den H. Doop. Want immers op grond daarvan, dat zij «in Christus geheiligd en lidmaten zijner gemeente zijn" — zoo belijden wij in de eerste doopvraag — »behooren zij gedoopt te wezen". Zoodat er geen sprake van kan wezen, dat wij menschen iemand als lid der kerk aannemen Wij hebben daar niets over te zeggen. Wij hebben eenvoudig op grond van 's Heeren getuigenis te erkennen en toe te stemmen, dat iemand krachtens het besluit en het werk Gods lid der kerk is.

De uitdrukkingen «aanneming tot lidmaten" en «lidmaat worden" zijn alioo ten eerste onwaar; wat gij reeds van 't uur uwer geboorte af zijt, kunt gij niet pas jiren daarna worden; en de kwaliteit, die u reeds door de kerk bij uw Doop is toegekend, kunt gij niet pas bij uw toetreden tot het Avondmaal ontvangen. En bovendien, zij berooven den Doop van zijn kracht, ontledigen dit sacrament, maken het tot een plechtige ceremonie zonder zin of beteekenis, dringen 't genadewerk des Heeren op den achtergrond, maken de belijdenis van den mensch tot hoofdzaak, zoekenjin die belijdenis, in 't midden der gemeente afgelegd, het hoofdmoment van 't leven, en verzwakken de beteekenis van het Avondmaal.

En nu weten wij wel, dat volstrekt niet allen, die dergelijke uitdrukkingen gebruiken, daarbij de booze bedoeling hebben om den vrijen wil te drijven, aan 't ware karakter der kerk als stichting des Heeren te kort te doen en de beteekenis der sacramenten te onderschatten. Doch dan willen wij hun toch vragen: is het niet beter dan ook niet te zeggen, wat gij niet bedoelt, en brekend met allen sleur en onnadenkendheid, waarheid te brengen in uw kerkelijk spraakgebruik door wel te zeggen wat gij wel bedoelt?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1910

De Heraut | 6 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1910

De Heraut | 6 Pagina's