Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ja, zoo ge het

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ja, zoo ge het

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja, zoo ge het wel indenkt, en daarbij met de diepe worsteling in uw eigen zieleleven rekent, spreekt Jezus dan niet in dit tweede Kruiswoord al zijn verlosten toe?

Zeker, aan doodslag schuldig te staan, moet voor het eigen zielsbesef iets nog banger dan de dood zijc; maar meet een kind van God, in zijn diepste zielsbesef, zijn schuld af naar de zonde die hij begingi Weet elk verloste niet, dat wat hem voor zulk een diepen val in zonde bewaarde, alleen Gods bewarende genade was ? Kent hij 't woord niet dat wie zijn broeder haaf, reeds daardoor een moordenaar voor God is? Belijdt hij niet in weedom en in tranen, dat de wortel van alle zonde ook in zijn hart woont? Meet hij voor God zijn bange schuld niet veel meer af naar wat op den bodem van zijn hart woelde, dan naar wat in daden tot uiting kwam ? Ja, ervoer en weet hij niet, dat eerst zijn wegzinken in die diepte van innerlijke schuld, dat zich voekn als de ergste der zondaren, voor hem de doorgang ten leven werd?

Neen, een werkelijk verloste ziet niet op den moordenaar aan het Kruis uit de hoogte neder, en zal nooit met den Farizeeër danken, dat hij niet was als die. Veeleer zal hij zich met dien eerst rampzalige één en lotgemeen gevoelen. Even schuldig voor God, in zich zelf even doemwaardig, en alleen door genade, door louter genade gered.

En zoo verstaan, dats vloeit uit dit tweede Kruiswoord voor al Gods kinderen de vertroosting. Hij gered, dan is ook voor mij redding mogelijk. Hij nog tot zijn Heiland roepend, dan zal ook onze smeeking om redding nog gehoor kunnen vinden. Eu als het ook ons door den Heiligen Geest werd ingefluisterd: Straks, als ge sterven gaat, met Jezus in het Paradijs ! — dan hebben we onszelvea in het beeld van dien overgelukkige teruggevonden; zijn hope is onze hope geworden. En we danken onzen Jezus, dat hij, door alzoo de zaligheid aan dien moordenaar te betuigen, ook ons het geloof aan onze zaligheid zooveel lichter heeft gemaakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Ja, zoo ge het

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's