Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Gereformeerde Jongelingsbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Gereformeerde Jongelingsbond

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 Mei 1910.

Onze Gereformeerde Jongelingsbond, die op Hemelvaartsdag onder leiding van zijn kloeken voorzitter Ds. Vonkenberg saamkomt in de grijze Bisschopsstad, neemt in ons Gereformeerde leven een eere-plaats in en slaat zijn wortelen steeds vaster uit in het hart van ons Gereformeerde volk.

Aanvankelijk kostte het wel eenige moeite de vooroordeelen, die vooral bij de ouderen van dagen tegen dejongelingsvereenigingin er­ het algemeen bestonden, te overwinnen. Ons voorgeslacht kende wel conventikels en gezelschappen van volwassenen, waarin s de Schrift of het geestelijk leven besproken l werd, maar jongelings-vereenigingen kende het niet. De jongelings-vereenigingen waren een vrucht van het Methodisme, door de mannen van het Reveil in ons land geïmporteerd; ze droegen een algemeen christelijk karakter, dat aan belijndheid van beginsel veel te wenschen overliet; ze maakten onze jongelingen tot een soort evangelisten op kleine schaal, wat met hun leeftijd en roeping niet overeenkwam, en ze kweekten een vroomheid aan, die vaak den indruk maakte meer breed dan diep te zijn. Dat waren de bezwaren, die tegen de jongelingsvereeisiging werden ingebracht.

In hoeverre die bezwaren allen juist waren, laten we in het midden. Vergeten mag nooit, dat het Reveil, trots zrjn uit-^ heemschen oorsprong en gemis aan dogmatische beslistheid, in tijden van diepen afval en geestelijke ingezonkenheid weer nieuw leven in ons vaderland heeft gewekt en dat ook de Christelijke jongelingsvereeniging, uit het Reveil geboren, niet weinig er toe heeft bijgedragen, om onze jongelingschap voor verder afglqden op den weg des ongeloofs te behoeden.

Maar hoe hoog we deze verdienste der Christelijke jongelingsvereeniging ook aanslaan, toch, zou dit nieuwe instituut het vertrouwen winnen van ons Gereformeerde volk, dan moest het in overeenstemming gebracht met ons nationale karakter, dan moest het uit de zwevendheid van het algemeen christelgke worden overgeleid naar de vastheid onzer Gereformeerde belijdenis en dan moest de taak dezer jongelingsvereeniging in over» eenstemming gebracht worden met de roeping en gaven aan den jongelingsleeftijd eigen.

Aan onzen Gereformeerden jongelingsbond is het gelukt een vorm te vinden, waardoor aan dit drietal eischen werd voldaan. De banier van dezen Bond toont de onvervalschte kleuren van onze Gereformeerde belijdenis. Het instituut zijner jongelingsvereeniging is niet aan Engelsch of Amerikaansch model ontleend, maar draagt een eigen Nederlandsche type. En door de jongelingsvereeniging niet als tak van inwendige zending, maar ais recrutenschool te laten dienst doen, waar onze jongelingen gevormd worden voor hun latere roeping in Staat, Kerk en Maatschappij, werd een doel gekozen, dat geheel bij den jongelingsleeftijd past.

Daardoor is het te verklaren, dat de Gereformeerde Jongelingsbond in zoo korten tijd het vertrouwen van ons Gereformeerd volk won, zoo wondersnel zich uitbreidde in ledental, beteekenis en invloed en steeds meer gewaardeerd wordt als een der koste-Iqkste zegeningen, die God de Heere ons schonk.

Niet het minst hebben daartoe ook bijgedragen de Bondsdagen, die zeer terecht de heirdagen van ons jong Calvinisme zijn genoemd. Het is zulk een verblijdend en bezielend gezicht uit alle deelen van ons land die duizenden jongelingen te zien saamstroomen, één in heilige geestdrift voor hun Koning in de hemelen, trouw aan Zijn heilig Woord, zich scharend rondom Zijn Banier. Het biedt hope — rgke en schoone hope voor de toekomst van ons volk, dat heel een opkomend geslacht van jonge mannen zoo beslist, zoo kloek en zoo trouw partij kiest voor de belijdenis der Gereformeerde beginselen. En naast God danken we dat in de eerste plaats aan de leiders van dezen Bond, die met zooveel toewijding en liefde zich aan deze taak hebben gegeven.

Aan hen en aan den Gereformeerden Jongelingsbond bieden we daarom op dezen nieuwen Bondsdag ons eeresaluut. Moge de Bondsdag te Utrecht in bezieling en geestdrift den vorigen nog overtrefifen. Ga er van dezen Bondsdag kracht uit door nauwer saambinding der harten, door rijper inzicht en kennis van de vraagstukken van het leven, en door innerlijke versterking van geloofsmoed en geloofskracht. En worde zoo onze Gereformeerde Jongelingsbond steeds meer in de hand onzes Gods een goed instrument om de beginselen, die eenmaal ons land groot hebben gemaakt in de historie, voort te planten bg het toekomstig geslacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Onze Gereformeerde Jongelingsbond

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's