Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

IV.

Het dreigend gevaar werd eindelijk zoo groot, dat een aantal Protestantsche vorsten besloten zich te vereenigen en den 4en Mei 1608 de „Protestantsche Unie" stichtten, om zoo te saam hun rechten en vrijheden te waarborgen. De hoofdpersoon onder de verbondenen was Fiederik IV, de Gereformeerde Keurvorst van de Palts. Ongelukkig bleek ook nu weer de verdeeldheid, waarover we al sptaken. Want verscheiden Luthersche staten, o. a. het machtige keurvorstsndom Saksen, wilden niet in den bond met Gereformeerden treden.

Zoo was dan de Unie veel zwakker, dan zij had kunnen zijn. Toch vonden de Roomsche vorsten haar zoo gevaarlijk, dat ook zij besloten zich onderling te verbieden. Zoo werd den loden Juli i6c9, de „Katholieke Ligue" of Roomsche Bond gesloten. Diens hoofd was de fel Roomsche hertog van Bsieren, Mïximiliaan. Zijn land werd ten noorden begrensd door de Boven-Palts. Ook vele Roomsche kerkvorsten o. a. de prinsbisschop van Regensburg, stonden hem bij.

Uit alles was reeds nu op te maken, dat het eerlang tot een strijd komen zou. Want het doel van Maximiliaan, die ook op den keizer kon rekenen, was uitroeiing der ketterij, allereerst van die der Gereformeerden. Een godsdienstoorlog zou het worden, juist als onze tachtigjarige, gelijk dan ook later de dertigjarige oorlog in Duitschland „ineen smolt, " zooals Groen het noemt, met den Spaansch-Nederlandschen. 't Was trouwens eenzelfde vrede, die van Mucster in 1648, welke later aan beide oorlogen een eind maakte.

Twee machten waren er waarop de Roomsche partij in Duitschland rekenen kon. Ten eerste de Keizer, in wiens eiflanden de strijd tegen de Hervormden werd T gevoerd, op aandrijven der Jezuïeten, die ook de vrienden en raadgevers waren van Mzximiliaan van Beieren. Tegelijkertijd bood Spanje hulp, in de hoop uit de vijandschap der Roomsche Ligue tegen de Gereformeerde Nederlanden voordeel te trekken, om die weer te onderwerpen. Zooals velen zullen weten, was keizer Karel V in der tijd zoowel koning van Spanje als keizer van Duitschland en heer der Oostenrijksche eifltnden geweest. Doch toen hij in 1555 afstand deed van den troon, volgde zijn zoon Philips hem wel in Spanje, maar niet in Duitschland op. Daar koos men Karels broeder Ferdinand tot vorst. Dit was in den tijd waarvan we nu spreken, ruim een halve eeuw geleden. In Oostenrijk zoowel als in Spanje regeerden vorsten uit het huis van Habsburg. Beide geslachten waren „vereenigd in afkomst, in geloof, in belang, in bedoeling." Daarom was er ook zoo nauw verband tusschen den krijg hier en in Duitschland. De Roomsche Ligue was vooral vijandig tegen onze republiek.

Nu kwam daarbij, dat er voortdurend betrekkingen werden onderhouden tusschen het huis van Nassau hier te lande, en de Duitsche Protestantsche vorsten. Zoo was de keurvorst van de Palts, Frederik IV, gehuwd met Louise Juliana, dochter van prins Willem I.

Toen de Kerkhervorming in de Duitsche landen overal doordrong, hadden ook de heeren van Rothenfels zich met blijdschap gevoegd bij degenen, die met Luther Gods Woord en dat alleen wilden laten heerschen, en niet de ge'ooden van menschen. Als velen in de Palts echter, en op het voetspoor van den keurvorst, hadden de heeren van Rothenfels zich niet bij de Luthersche, maar bij de Gereformeerde Kerk gevoegd, die ook destijds in Duitschland vele

aanhangers telde. Hun onderhoorigen h& dden het voorbeeld van hun heer gevolgd, gelijk trouwens ook vaak in bet groot geschiedde. Het gelooi dat de landheer beleed, luoest, meende men, ook dat der onderdanen zijn of worden. Deze dwace meening heeft ook aan de Hervormicg veel kwaad gedaan, wijl menigeen van geloof veranderde, niet uit overtuiging, maar wijl zijn belang het meebracht. Ook werd het, gelijk wij zien zullen, aanleiding tot veel vervolging. Want werd een Protestantsch vorst door een Roomschen vervangen, dan poogde deze laatste vaak het oude geloof weer in te voeren, het nieuwe uit te drijven. Maar destijds geloofde men algemeen, dat de regeeiingen over de kerk hadden te waken. Een der voornaamste redenen waarom keizer Karel V zich zoo heftig tegen de Hervorming verklaarde, was zijn vrees, dat de eenheid onder de bewoners van zijn groot Duitsche rijk zou gevaar loopen, indien de een wel, de ander niet onder het pauselijk gezag stond. Zoo dachten ook de latere keizers van Duitschland, en das was 't volkomen begrijpelijk, dat zij bij den paus en de Jemisten steun zochten en vonden.

De verschillende heeren Von Rothenfels waren ijverige voorstanders van de Hervorming. In de kei ken op hun landgoederen was alles verwijderd wat nog aan den roomschen eeredienst» kon herinneren en beerschte bijna geheel de strenge eenvoud der Calvinisten. Magister Becker trouwens, dien we als den opvoeder van den j jngen Otto leerden kennen, was zelf uit de sciool van Calvijn te Genere voortgekomen.

Verschi lende hooge betrekkingen hadden de heeren Von Rothenfels aan het keurvorstelijk hof of eldirs bekleed. Van de drie broeders, die nog leefden omstreeks den tijd waarover wij hier spreken, had slechts één een zoon. Dat was jonker Otto, op wien de hoop van heel het geslacht gevestigd was. Volkomen begrijpelijk was het dan ook in die tijden, dat zijn vader hem gaarne in den dienst van den keurvorst zag. Deze laatste, in de Gereformeerde leer opgevoed, was bij den doDd van Frederik IV nog te jong om zelf te gaan regeerea. Hij had een poos onder voogdij gestaan. Later nam hij zelf de teugels van het bemnd in handen, en trad in het huwelijk m: t een dochter van den protestanschen koning van Engeland Jakobus I. Hij was in den tijd hier bedoeld nog een jong man, die tamelijk licht over de zaken been liep, en die zeker niet de meest geschikte was om in zulke moeilijke tijden met wijsheid en voorzichtigheid den loop der dingen te leiden. Daarbij had hij twee, voor hem zeer gevaarlijke naaste buren, gelijk een enkele blik op de kaart doet zien: Oostenrijk en Bsieren.

BRIEFWISSELING.

A. R. te H. Zeer geschikt voor uw doel is: „L'apii de la Jauaesse et des Families", een veertfendaagsch blad dat, meen ik, te Parijs verschijnt. E.ke boekhandelaar kaii u nader inlichten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's