Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze liturgie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze liturgie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XV.

Tegenover de Roomsche voorstelling, alsof we een door Christus of de Apostelen ons met bindend gezag voorgeschreven liturgie bezaten, ging in de eerste plaats ons protest. Het Nieuwe Testament geeft zulk een liturgie ons niet, gel^k we zagen, en de Apostolische traditie, waarop de Roomsche Kerk zich beroept, draagt een veel te onzeker karakter om daarop te kunnen bouwen.

Toevallig nu Is dit feit zeker niet. Veeleer is terecht door Calvijn en onze Gereformeerde vaderen hieruit afgeleid, dat God de Heere de uitwendige regeling en inrichting van den eeredienst aan ons heeft overgelaten; dat deze regeling daarom ook niet uniform behoeft te wezen voor heel de Kerk en voor alle tijden, maar verschillen kan bij de onderscheidene volkeren en verschillende kerken; en dat deze uitwendige regeling dan ook nooit met een oddelijk gezag ons kan worden opgelegd, aar alleen dient om verwarring te vooromen, zekere orde In den eeredienst te andhaven en altoos ondergeschikt moet ijn aan het doel: de opbouvdng en stichting er gemeente.

Onder Israel was dit anders en moest it anders wezen. Heel de eeredienst bij srael droeg een ty{dsch-ceremonIeel karakter, aaruit vanzelf voortvloeide, dat deze eredienst door God zelf tot In de kleinste bijonderheden moest worden voorgeschreven, aar deze eeredienst eenschaduwbeeld was Ier toekoovende dingen en diende om Israel kjtUeddtjiItimndige cerepQjaien en plecb-S d l e z e h e a Ugheden een dchtbare afbeelcUng te geven van het heil, dat In Christus komen zou, sprak het wel vanzelf, dat Israel in den meest stipten en letterlijken zin aan deze voorschriften gebonden was. Elkeafw^king van deze liturgische voorschriften werd dan ook op de strengste w^ze door God den Heere gestraft. Maar zoodra in Christus de waarheid en genade was geopenbaard van wat In de wet van Mozes was afgebeeld, verviel niet alleen deze ceremonleele eeredienst vanzelf, maar werd ook het karakter van den eeredienst veranderd. Wanneer de Apostelen dan ook met zooveel nadruk opkomen tegen elke poging om dezen ceremonleelen eeredienst onder de Christenen weer in te voeren, dan geldt dit niet alleen de Oud-Testamentische ceremoniën als zoodanig, die door de komst van Christus waren vervuld en afgeschaft, maar evenzeer elk streven om met een nieuw juk van Inzettingen en ceremoniën de geloovigen te bezwaren. Israël bevond zich nog, om het schoone beeld van den Apostel hier over te nemen, onder het tuchtmeesterschap der wet, omdat het nog een onmondig kind was, dat door wet op wet en gebod op gebod moest worden geregeerd. Maar nu met de nieuwere bedeeling des Geestes de voogdQschap van de wet was afgeschaft en het onmondige kind mondig was verklaard, zou het met het karakter van deze nieuwe bedeeling ten eenenmale in str^d z^n geweest, wanneer een nieuw juk op de schouderen der geloovigen was gelegd. Vandaar dat de Apostelen op het convent te Jerusalem, toen deze ceremoniënquaestie de gemeente In beroering bracht, uitdrukkelijk verklaard hebben, dat ze geen anderen last aan de geloovigen wilden opleggen, en dat Paulus telkens de Christenen toeroept, dat ze staan zullen in de vr^held, waartoe Christus ze geroepen heeft. De Christelijke Kerk heeft deze vr^held dan ook altoos gehandhaafd, zooals wel het best daaruit blijken kan, dat ze geen oogenblik geaarzeld heeft om In later eeuw de uitwendige ceremonie van de onderdompeling b^ den doop, schoon deze zonder eenigen tw^fel b^ de Apostelen In gebruik was, door de besprenging met water te vervangen. Het spreekt bovendien van zelf, dat waar de Kerk ophield nationaal te z^n en tot één volk beperkt te wezen, en thans tot alle volkeren en natiën werd uitgebreid, ook de eeredienst zich moest aansluiten bij de eigenaardige gewoonten en zeden, die b^ deze volkeren in zwang waren, en daarom geen uniform en voor alle tigden en plaatsen geldend karakter kon dragen. Een Oosterling zal op gansch andere w^ze behoefte gevoelen zQn gevoelens te uiten dan een Europeaan. Wat b^ Augustlnus gewoonte was, dat de gemeente door luide teekenen haar instemming met de prediking te kennen gaf, zou voor ons aanstootelgk wezen en als een gemis aan eerUed voor den dienst des Woords worden beschouwd. Ook bij onze zending op Java zal daarom bij het inrichten van den eeredienst wel degelijk rekening moeten worden gehouden met dit versciiii In volkskarakter. Zal de Christelijke Kerk werkelijk Katholiek zijn, d. w. z. algemeen, alle volkeren en natiën omvattend, dan zal ze ook In haar eeredienst dch moeten aanpassen aan het léven dezer volkeren en niet haar kracht moeten zoeken in het kopieeren van Westersche toestanden, die voor het Oosten niet passen. Calvijn heeft daarom wel degel^k een levensbelang der Kerk verdedigd, toen h^ zoo kras opkwam voor het recht van elke Kerk om haar eeredienst in te richten, zooals zij zelve meende dat dit het beste was. Elke poging van de eene Kerk om de andere haar ceremoniën op te dringen, veroordeelde h^ daarom als aanranding van haar Chrlstelgke vr^heid. Zelf heeft h^ daarom met alle kracht er zich tegen verzet, toen de Kerk van Bern met steun der Overheid allerlei ceremoniën, die te Bern gebruikelijk waren, te Geneve wilde Invoeren; niet omdat h^ deze Bernsche ceremoniën op zichzelf zoo verkeerd achtte, maar omdat hij voor de vrijheid der Kerk opkwam. En ook onze Kerkenorde handhaaft ditzelfde beginsel, waar ze uitdrukkelijk verklaart, dat men Kerken, die andere ceremoniën volgen als w^, daarom niet veroordeelen zal. Er geldt hier maar een wet, zooals Calvijn niet moede werd telkens te herhalen: de geeste^ke opbouwing der gemeente. Al wat daartoe dienen kon, was goed; al wat daarmede in strijd was, was verkeerd. Heel zijn strijd tegen den Roomschen eeredienst concentreerde zich dan ook hierin, dat deze eeredienst In een voor het volk onverstaanbare taal gehouden en uit tal van ceremoniën bestaande, waarvan het volk niets begreep, voor de stichting der gemeente geen het minste nut afwierp. Maar behou* dens dezen éénen grondregel, die voor elk stuk en onderdeel van dezen eeredienst gold, nam Calvijn een zeer ruim en vr^gevlg standpunt In. Prof. Doumergue heeft In z^n uitnemende studie over den eeredienst van Calvijn daarop terecht gewezen. Wie Calvin een aomistlsche opvatting op het stuk van de liturgie toeschr^ft, kent hem niet.

Natuurlek volgt hieruit niet, dat daarom elke piaatseiyke Kerk haar eigen inrichting van den eeredienst vaststellen moet, en dat voor een bepaalde landskerk van eenheid in den eeredienst geen sprake zou mogen wezen. Het nauw verband, waarin een beaalde groep van Kerken in een land en nder een volk leeft, brengt vanzelf mede, at men trachten zal naar zekere uniformiteit n den eeredienst. Vandaar dat in alle ereformeerde landskerken de Generale ynodes zulk een liturgie hebben vastgesteld, ie door alle Eerken gebruikt werd. Het even draagt bij een bepaald volk een igenaardig type, dat ook In den eeredienst ich afspiegelt. En al dient ook bij zulk en landskerk altoos het beginsel gehandaafd, dat de grondslag van de kerkel^'ke enheid ligt In de belijdenis en dauin lleen, toch kan het gewènscht en nuttig e E d d P p b w w t v M d e v r a wezen, dat de Kerk ook voor haar eeredienst eenzelfde regeling volge. Voorts spreekt het wel vanzelf, dat bij deze inrichting van den eeredienst een Nationale Synode het liefst zich richt naar het voorbeeld van die Kerken, waar naar haar overtuiging die eeredienst het zuiverst overeenkomstig Gods Woord is Ingericht. Zoo hebben onze Nederiandsche Synodes altoos met name het oog gevestigd op de Eerk van Geneve, die als de moederkerk der Gereformeerde Kerken gelden kon, en onze liturgie is dan ook voor een niet gering deel aan de liturgie van Calvin ontleend. Maar dat geschiedde toch nooit, omdat men aan de Kerk van Geneve zelve eenige macht of autoriteit toeschreef om deze liturgie aan de andere Kerken op te leggen, of omdat men meende aan deze liturgie van Calvijn gebonden te zgn. Een macht als de Kerk van Rome zich zelf toekent om haar liturgie vooralle Kerken verplichtend te verklaren, hebben de Grereformeerde Kerken noch aan de Kerk van Geneve noch aan Calvin toegekend. Men koos volkomen vrij, maakte veranderingen waar men die noodig achtte, en handhaafde aldus het beginsel, dat iedere Kerk In de inrichting van haar eeredienst vr^ was. Indien men dan ook de verscÜilende liturgieën neemt in onze Gereformeerde Kerken, in Zwitserland, InDuitschland, in Frankrijk, in Nederland, in Schotland enz., dan ziet men zeker, dat ze met elkander in verband staan, dat de grondvorm dezelfde is, dat ze allen min of meer heen w^zen naar de liturgie van Calvijn, als model waarnaar ze geformeerd zijn, maar tegel^k toonen ze een verscheidenheid en afwisseling, die van den r^kdom van het Gereformeerde leven getuigt en tegel^k van de plooibaarheid en soepelheid, waarmede het zich aanpast aan het eigenaardige leven der volkeren. Geldt deze pluriformiteit nu reeds bij de Gereformeerde Kerken In Europa, waar de volkeren toch In het algemeen één type vertoonen en waar de levensusantiën betrekkelQk weinig verschillen, dan spreekt het wel vanzeli^ dat ditzelfde beginsel nog in veel scherper mate z^n toepassing zal moeten vinden, wanneer men te doen krijgt met volkeren, die een geheel ander type vertoonen en tot een geheel andere cultuur behooren dan de onze.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Onze liturgie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's