Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Beiden Grieken en Barbaren een schuldenaar”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Beiden Grieken en Barbaren een schuldenaar”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beiden Grieken en barbaren, beiden wijzen en onwijzen, ben ilc een schuldenaar. - Romeinen i : 14,

Onte gemeenschap met Jezus, ja, ouïe liefde voor Jetus lijdt schade, zoo onze geestestichting te eenzijdig wordt. Bij den te veel redeneerenden Christen klopt het hart te zwak. Wie te diep in het mystieke gevoel wegduikt, boet de klaarheid der belijdenis in. En wie al te druk bezig is in de Ctiristeüjke practijk, is al spoedig meer met wat hij voor Jezus doet bezig, dan met wat Jezus deed en doet voor liem.

In de eerste plaats is er daarom op gewezen, dat we er steeds op bedacht moeten zijn, om de heilige harmonie van het hoogere geestesleven tegen zulke eenzijdige geestesrichtingen in Christus Kerk te beveiligen.

Doch nu slipten we in de tweede plaats aan, dat die heerlijke harmonie ook verstoord kan worden door de eenzijdigheden die opkomen uit den onderscheiden aard der volken en zelfs uit allerlei plaatselijke gesteldheid. Wie in de verschillende streken van ons land thuis is, weet jteer wel, hoe heel anders veelal een Fries, een Zeeuw en een Veluwenaar aangelegd zijn. Zelfs in het ééne Gelderland, wat verschil niet tusschen Veluwe en Betuwe.

Met zulke verschillen nu hadden ook de apostelen te. doen. Ze stonden heel anders tegenover een Jood, tegenover een Griek, tegenover een Scyth of een anderen Barbaar. Zelfs onder wat Paulus onder den ééaen naam van Griek saamvat, was weder aanmerkelijk verschil iusschen den echten Romein uit het oude Rome, en den Griek uit Athene en Corinthe. Zelfs de Ctitisten te Athene en te Efeze was weer zoo geheel anders dan de geloovige in Corinthe.

Heeft nu het Christendom al deze nationale, provinciale en plaatselijke eigenaardigheid willen dooden door ze op te lossen in een eentonige gelijkvormigheid? Stellig niet. Harmonie in de tonen-en klankenwereld komt zelfs dan eerst op, zoo er onderscheiden tonen en onderscheiden tinten naast, bij en tegenover elkander schitteren. Het leven brengt dezelfde variatie. Uit de vari? «»"3 komt ook het geestelijk schoon op. En de heilige kunst is nu maar, om die veelheid van vormen zoo te schikken en te voegen, diit de een den ander niet verdonkert, maar te edeler en te schooner doet uitkomen.

Het heilige en hoogere is veel rijker dan ons aardsche bestaan. Ook de rijkdom van het Evangelie kan daarom niet in het leven van één volk bssloten worden. Velerlei veeleer moet de uiterlijke vorm zijn, en mits d*n maar geen van die vormen eenzijdig ovetheerschen wil, maar allen saamwerken voor het hooge doel, schittert siraks in allen saam de afglans van een hemelsche harmonie.

Ge ziet dit dan ook aan Jezus en de apostelen.

Als onze Heiland een groep, een schare van menschen toespreekt, is inhoud en vorm van zijn rede telkens weer anders. De redenen van Jeias dragen een geheel andet karakter wanneer hij vertrouwelijk met zijn jongeren handelt, dan zoo hij meer in het publiek optreedt. Maar ook in dit optreden voor een gtooter publiek is de toon die in zijn woord weerklinkt, gedurig verschillend. I..eg 'maar naast de bergrede de laatste rede van Jezus over de Voleinding. Vergelijk zijn spieken tot de min ontwikkelde schare in Galilea met rijn reden in Judea en Jerusalem gehouden. Hoe heel anders spreekt hij niet met de leeraren en voorgangers der Pharizeesche secte, en straks met die van de Saddaceën. Het is nooit eender. Alles variatie naar de variatie in het leven. Het is in het Evangelie niet als in de Khoran, één lectuur voor heel de wereld, maar altoos voegt Jezus zich naar de eigenaardige gesteldheid en behoefte van den kring waarin hij optreedt. De enkele Grieken die tot hem komen, spreekt hij heel anders toe dan de Joden, en ondei de Joden herkent hij weer de eigenaardige behoeften van de Galileëts en van het volk uit de heilige stad.

En bij de apostelen is het niet anders.

Zeker, het ii altoos hetzelfde Evangelie da, t ze brengen, het is nooit anders dan de éene a n Heiland dien ze prediken. Maar vergelijk nu de; toespraak van Paulus op den Areopagus te Athene met zijn groote redevoering voor het Sanhedrin. Lees en herlees zijn brief aan de Romeinen en vergelijk dien met de brieven aan de geloovigen te Corinthe. Het eene zoo geheel anders aangelegd dan het andere. De lezers die hij zich voorstelt, zijn de eene maal zoo heel andere geesteskinderen dan de andere maal. Neem vooral den brief aan de Galaten en leg daarnaast dien aan de kerken van Efeze en Colosse, en ge gevoelt aanstonds, wat heel anderen toon hij aanslaat, in wat heel andere wereld van gedachten hij zijn lezers inleidt, ja, hoe zelfs taal en stijl een geheel eigen karakter dragen. Het kwam zoo merkbaar uit, wat Paulus eens zelf schreef, dat hij niet alleen den Jood, maar ook den Griek, ja zelfs den Barbaar een schuldenaar was.

Dat was toen zoo, en is nó? zoo. Niet alleen dat daarom de Zending zoo weinig het Evangelie toont te verstaan, zoo ze den Javaan toespreekt alsof ze met lieden uit het land van Kadzaud of uit Drenthe te doen had, maar zelfs in ons eigen land, ja, gelijk we reeds aanstipten, tot in dezelfde provincie kenteekent zich soms zoo stetksprekend karakterverschil. Vooral het ééae land staat hierin zoo onderscheiden van het andere. Een Engelschman is ook als Christen anders dan een Schot. Een Schot weer anders dan een Nederlander. En deze beide zijn weer zoo heel anders dandeLutherschen in Duitschland, en de Duitschers dan de Franschen of Russen. Ia elk van die landen nam daarom het Eyangelie een eigen plooi aan. Is bet goed, dan weerglaast in elk van die landen een eigen schoonheid van het Evangelie, het neemt alles zijn eigen vorm aan, draagt zijn eigen tint, en zet traditioneel in het kerkelijk leven allerlei afwijkenden vorm voort. Het is er mede als bij de schepping in Gods natuur. Elke bloem een eigen kleurenpracht en elk blad een oigen vorm. Tot zelfs in den eeredienst komt dit uit. Ja, zelfs de vorm van het Heilig Avondmaal wetd er verschillend door. Die variatie nu moet men niet willen onderdrukken of afschaffen. Het eigenaardig nationale moet ook in de belijdenis der waarheid en in den eeredienst blijven. Zoo aileea wordt de aansluiting aan het hart van de volken innig en warm. Men voelt er zich in thuis, men voelt er zich rijk door.

Alleen maar, en dit is het waartegen we te waken hebben, we mogen nooit den vorm van ons geestelijk en kerkelijk leven voor den eenig waren aanzien. Genieten we zelf in die aansluiting van het Evangelie aan ons nationaal besef, dan moet de lenigheid van onzen geest gelijk voorrecht ook aan anderen gunnen. Ook ónze eigenaardigheid mag geen eenzijdigheid worden. Onze aanleg is anders, en daarom mogen we niet alleen, maar moeten we zelfs in eigen toonaard het Hallelujah weten aan te hefien. Mits elk volk wel toezie, dat het zijn eigen stem niet als de eenig Godewaardige love, maar dankbaar erkenne, dat uit het harmonisch accoord van de volheid der verschillende stem men het lied der aanbidding het rijkst en het schoonst voor onzen God opgaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„Beiden Grieken en Barbaren een schuldenaar”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's