Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volkomen terecht wees

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volkomen terecht wees

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volkomen terecht wees De Standaard tx op, hoe de Regeering wellicht voorzichtiger had gedaan met evenals b^ het Congres voor zedeie'ke opvoeding te 's Hage gehouden, zieh ev«nzoo van ofücleele deelneming

te onthouden van het Leidsche Congres voor de geschiedenis der godsdiensten. Op zich zelf is het verschil, dat de Regeering tusschen beide Congressen gemaakt heeft, wel te verlilaren. Het Congres voor zedelijke opvoeding raakte rechtstreeks een der belangrijkste vraagstukken van ons Chrlstel^'k geloof, en waar het Congres officieel in z^n program uitsprak, dat het voor een zedelijke opvoeding een religieuse overtuiging niet als eisch stelde, kon een Christelijke regeering, die aan geen waarachtig zedelijke opvoeding van het kind zonder religieusen grondslag gelooft, bezwaarlijk het patronaat van dit Congres op zich nemen. Het Congres voor defgeschie» denls der godsdiensten scheen daarentegen een historisch objectief karakter te zullen dragen, waardoor een bepaalde tendens werd buitengesloten. Het was daarom niet onverklaarbaar, dat de Regeering niet alleen een Regeeringscommissaris naar Leiden zond, maar dat Minister Heemskerk zelf bij de plechtige opening tegenwoordig was en waardeerende woorden over de vergel^kende godsdienstwetenschap sprak. Ook van Gereformeerde zijde had men geen bezwaar gezien, aan dit Congres deel te nemen, en behalve Prof. Bavinck, die als Regeeringscommissaris aanwezig was, hebben Prof. Dr. H. Visscher uit Utrecht en Prof. Dr. R. H. Woltjer van Amsterdam dit Congres bQgewoond. De verschillende Universiteiten In Nederland waren nl. uitgenoodigd vertegenwoordigers naar dit Congres te zenden, en waar dit Congres geen Congres van godsdiensten was, maar een wetenschappel^'k Congres voor de geschiedenis der godsdiensten, scheen er geen bezwaar aan die uitnoodiging te voldoen.

Toch zal de ervaring, op dit Congres opgedaan in de toekomst wel tot voorzichtigheid manen. Er is op dit congres over de geschiedenis der Christelijke religie gesproken op een wijze, die voor ieder belijder van Christus wel een aanstoot moest wezen. Alleen modernen waren hier aan het woord; en wel heeft Prof. Bavinck protest aangeteekend, maar de inleider verklaarde, dat „dergelijke dogmatische vooroordeelen in de wetenschap misplaatst waren". En wat nog erger is, achteraf tracht men nu van moderne zijde munt te slaan uit de offlcieele deelneming van de Regeering aan dit congres en uit de aanwezigheid van verschillende Gereformeerde hoogleeraren, om daaruit af te leiden, dat men van orthodoxe z^de reeds principieel de gedachte heeft pr^sgegeven, dat heidendom en Christendom als valsche en ware religie tegenover elkander staan, en in het moderne schuitje is overgestapt. In de Hervorming schrijft een modern lid van dit congres:

Dat juist Minister Heemskerk bij de plechtige opening van het Congres zoo waardeerende woorden over de vergelijkende Godsdienstwetenschap sprak en dat de „geloovige" Regeering door een afgevaardigde te zenden stilzwijgend erkende, dat het „ongeloof" zelfs in zake het Christendom ook een woordje mag medespreken, — dit alles getuigt van andere opvattingen dan onze Calvinistische vaderen er op na hielden, die immers alles wat niet specifiek Christelijk was of Joodscb, als „het blinde heidendom" minachtten. De stroom van den nieuweren tijd blijkt in dezen niet zonder invloed zelfs op Dordt te zijn geweest.

Nu is deze conclusie natuurlijk ten eenemale onjuist. We zijn diep overtuigd, dat noch Minister Heemskerk noch een der orthodoxe hoogleeraren door hun aanwezigheid hebben willen te kennen geven, dat z^* met de moderne opvatting van de geschiedenis der Godsdiensten meegingen. Wel is het waar, dat de stoot tot de bestudeering van de geschiedenis der Godsdiensten vooral van moderne zijde is uitgegaan en dat daarbij de bedoeling voorzat, om uit die geschiedenis aan te toonen, dat het verschil tusschen de Christel^ke religie en de heidensche Godsdiensten slechts relatief is, maar toch behoeft de bestudeering van dit vak van wetenschap volstrekt niet gepaard te gaan met dit valsche uitgangspunt, zooals wel daaruit blijkt, dat ook een positief Christelijk man als von Orelli op dit gebied naam heeft gemaakt, zonder zijn Christel^k beginsel prijs te geven. Maar al gaat de conclusie niet op, toch doet zulk een jubeltoon van moderne zijde de vraag wel opkomen, of men van orthodoxe zgde niet beter doet met zich te onthouden. En die vraag klemt te meer, waar niet één man van orthodoxe beginselen als inleider werd uitgenoodigd; de gelegenheid om positief en thetisch zijn beginselen uiteen te zetten, ontbrak, en men van orthodoxe zgde zich beperken moest tot een defensieve houding in een debat, waarb^ de gelegenheid om zich geheel uit te spreken, altoos beperkt is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Volkomen terecht wees

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's