Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar aanleiding van

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar aanleiding van

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van het schrijven van Prof. Fabius zendt Ds. Sikkel ons het volgende antwoord:

Aan de Redactie van De Heraut. Geachte Redactie l

Gun mij voor enkele regelen plaats in uv blad.

Met groote verwondering zag ik in het jongste nummer van De Heraut mijn naam genoemd-In een bij u ingezonden schrijven spreekt F(oi> Fabius de veronderstelling uit, dat u bij een bespreking van een „verwijt", alsof de Vrije Universiteit bij de benoemingen voor de Theologische School „een min nobele rol zou hebben gespeeld", doelde op een uiting mijnerzijds, die door u in verband gebracht wordt met wa' genoemde Hoogleeraar dezen zomer in D^ Standaard schreef.

Terecht veronderstelt Prof. Fabius, dat et door mij geen enkel oogenblik aan gedacht i'i iets min aangenaams te zeggen of te denken an zijn stukken. Ik eerbiedigde ten volle dit chrijven van Prof. Fabius.

Toch geeft a toe, dat u gedoeld bebt op «n uiting mijncrzijda in de Pers, al doelde u Z„ov niet alleen; en dat n diemtingmijner-JMS "j het niet uitsluitend, dan tock ook, in verband bracht met het schrijven van P^of. Fabius.

Ik verklaar, et niets van te begrijpen.

Wat aangaande mij. of mijn woorden wel verondersteld of gedacht wordt, weet ik niet M»ar wel weet ik, dat ik nergens één woord geschreven of gezegd heb over bemoeiingen der Vrije Universiteit met benoemingen voor de Theologische School, veel minder, dat de Vrije Uoiversiteit „een min nobele rol lou hebben gespeeld .

Of dexe of een dergelijke mtdrnkking ergens in onze Pers is voorgekomen, behalve in De Heraut, is mij niet bekend. iMaar zeker is, dat door mij een dergelijke uitdrukking, of eene, die daarop ook maar in de verte gelijkt, of waaruit iets van dien aard is af te leiden of op eeoige manier te maken is, nergens en nooit gebruikt is.

Hoogachtend,

Uw dienstw., J. C. SIKKEL.

Amsterdam, i8 Nov. 1912.

Welke uitdrukkiag van Ds. Sikkel door Prof. Fabius met ons artikel in verband werd gebracht, weten we niet en we moeten het antwoord daarop aan hem overlaten.

Wat ons zelf betreft, bestaat er een misverstand, dat we gaarne willen ophelderen. We hebben niet beweerd, dat het verwgt, dat de Vr^e Universiteit bij de benoemingen te Kampen een minder edele rol zou gespeeld hebben, met zoovele woorden door Ds. Sikkel zelf was uitgesproken, maar alleen dat onze opmerking mede zag op wat door hem over deze zaak geschreven was. De zaak is nl. deze — en er bestaat geen het minste bezwaar om dit thans openlijk mede te deelen, — dat in het land algemeen het gerucht verspreid was, dat de Vr^e Universiteit sterke pressie had uitgeoefend op de voor Kampen benoemde hoogleeraren, opdat dezen bedanken zouden en daardoor de Theologische School verplicht zou worden met de Theologische faculteit saam te smelten. Van meer dan eene zijde werd dit gerucht ons overgebracht en daarop doelde ons artikel. Vermoedelijk werd tot dit gerucht aanleiding gegeven door wat Prof. Fabius in de Standaard had geschreven, die eerst de Synode ontried tot benoeming over te gaan en daarna, toen de benoemden bedankten, hierin een aanw^zing voor de Synode zag, om met de benoeming niet voort te gaan. In verband hiermede nu trok onze aandacht, dat Ds. Sikkel In zijn blad van 5 Oct. 1912 in een artikel over de Theologische School schreef, na eerst het bedanken van Dr. Wielenga vermeld te hebben: „Almeer dreigen de Gereformeerde Eerken zoo de dupe te worden van de tegenstelling tusschen haar Theologische School en de Vrije Universiteit der Vereeniging voor Hooger Onderwqs, " en na een breede uitweiding over de miserie aan deze benoemingen verbonden, waarbg ook sprake vras van pressie op Dr. Wielenga uitgeoefend om te bedanken, „omdat de ophefRag der School anders tegengehouden werd, " daarop volgen liet: „Heel deza loop van zaken is in strijd met de eer der Gereformeerde Kerken en met de eer der Theologische School. De Vrije Universiteit moet noodzakelijk op deze wijze schade lijden in de algemeene waardeering der Gereformeerden, die zij behoeft." Zeker voegde Dr. Sikkel hieraan toe: „al staat deze Universiteit zelve ook buiten al deze dingen", maar dit laatste was alleen het constateeren van een feit, dat van zelf sprak, want ieder wist wel, dat de Universiteit als zoodanig in de zaak der benoemingen geen enkelen - stap had gedaan. We meenden daarom, dat ook Ds. Sikkel doelde op het gerucht, waarover we boven spraken en met het oog daarop schreef, dat de Vrije Universiteit, al stond ze officieel „buiten deze dingen", toch door hetgeen achter de schermen big deze benoemingen gebeurd was, „schade had geleden in de algemeene waardeering." Hebben we hierin ons vergist, dan is dit ons des te aangenamer.

DR. H. H. K.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Naar aanleiding van

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1912

De Heraut | 4 Pagina's