Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Opdat uw gebed niet verhinderd worde”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Opdat uw gebed niet verhinderd worde”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste eere gevende, als die ook mede erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uwe gebedep niet verhinderd worden. ^^^^^•l Petrus 3 : 7.

Als de apostel ons toeroept, toe te zien, opdat ons gebed niet verhinderd worde, — op 7iie/k gebed, op vfelk bidden doelt hij dan? Er is een huiselijk gebed met al de onzen saam. Er is een morgen-en avondgebed op de knieën in stille eenzaamheid. Er is een gebed met alle heiligen in den dienst des Woords.

Nu kan elk gebed van dien aard verhinderd worden. Ernstige ziekte kan oorzaak zijn, dat de gewone samenkomst in den huiselijken kring verstoord wordt. Er kan onverhoeds een drukte in ons leven opkomen, dat er aan een stil gebed op de knieën niet te denken valt. Er kan, als de kerk veraf ligt, een noodweer komen opzetten, dat wie te teergevoelig is, er niet door kan.

Maar hier, in wat de apostel ons toeroept, is van een bidden in gewonen gebedsvorm gansch geen sprake. Het kan toch zeer goed zijn, dat ge in den huiselijken kring mee aanzit, mee de oogen sluit en mee de handen vouwt, en dat, al gaat vader of moeder voor in het bidden, toch voor u persoonlijk het gebed verhinderd wordt, zoodat God weet dat uw ziel niet meebidt, en gij zelf 't voelt. Evenzoo is het volstrekt niet ondenkbaar, dat ge, vóór het naar bed gaan, neerknielt en een gebed doet, en dat ge, op uw legerstede den slaap niet vattend, toch zeer goed weet, dat ge niet gebeden hebt. Sterker nog, dat er iets was, dat uw werkelijk bidden verhinderde. En als er in Gods huis honderden mannen tegelijk opstaan om in 't gebed te gaan, vraag u, op eigen ervaring afgaande, dan maar af, van hoevelen onder die honderden dat gebed dat opging, metterdaad een levend bidden tot den Hoorder der gebeden was.

Als bij noodweer op zee de stuurman op de brug staat, en 't spant of het schip nog te redden zal zijn, natuurlijk, dan verhindert God zelf in dat noodweer voor den man aan 't roer elk vormelijk gebed; maar bidt daarom die stuurman, zoo hij God vreest, onder dat bulderen van den orkaan niet tot zijn God?

Luther sprak van een schietgebed. Maar is er niet nog korter? Een blik, een zucht naar boven. Een: God help mijl Of, als dat er zelfs niet uit kan, een inwachtende trilling van het ontroerd gemoed. Ja, kunnen er geen oogenblikken van zoo aangrijpende spanning zijn, dat er in één zoo'n zucht, die uit de ziel opgaat, meer gebeds en meer bidden ligt, dan in gerekt gebed van den man op den kansel?

Een man die in 't water springt, om een drenkeling te redden, kan een »God help me«! over de lippen stooten, en toch in dat rad geuite woord een heel gebed leggen. Het komt er maar op aan, of er nood is, of er een zoeken van God is, of er een ontmoeten van den Heilige in de ziel wordt gevoeld. En of het dan komt tot Gods verborgen omgang, öf bij een oogopslag of een zucht blijven moet, dat doet er niet toe, zoo de ziel God maar heeft geraakt en God de ziel heeft geraakt, ja, al ware het slechts in één ondeelbaar oogenblik, dan is er bidden geweest, en was er in dat bidden een overgave, en was dat bidden zalig.

Voor wie God vreest, is dat dan ook alleen het wezenlijke hidden waar Gods kind naar dorst, en nu is 't het bange maar, dat Gods kind juist in dat echte bidden kan verhinderd worden.

De apostel zegt niet: gestoord^ maar: verhinderd.

Gestoord kunnen we op alle.manier in ons bidden worden. Denk u een moeder, die juist op de knieën ging om nu eens stil en rustig een genieting en omgang met haar God te zoeken, maar op eens wordt haar lieveling in de wieg wakker. En nu kan ze het niet laten doorhuilen, want immers onder dat doorhuilen zou het geen bidden voor haar zijn. Zoo kunnen we door een klop aan de deur, van ons bidden worden afgeroepen. Een kranke die op onze zorge wacht, kan om hulp vragen. Vroeger was 't alleen de schel, nu ook de telefoon, die ons storend overvallen kan. Meer dan eens ging reeds de klacht op, of de steeds toenemende drukte van geluiden en van klanken in ons leven eigenlijk geen demonisch verzet tegen de zaligheid van het bidden is geworden. Verergerd als dit alles nog is door de overprikkeling van het zenuwleven, waardoor op zich zelf reeds zooveel rust en vrede en kalmte ook uit het gebed weggaat.

Daar komt dan voor de armere volksklasse nog zooveel stoornis bij, zoo er geen vertrekje, hoe klein ook, is, om eens stil en eenzaam te gaan bidden. En dan vroeg uit de veeren, allen het huis uit, om er eerst 's avonds laat weer in terug te keeren. o. De eerbied voor het bidden is zoo veelszins uit ons leven weg. En vergeet ook de geplaagden niet, die in vliegschip, auto of tram, soms geen tijd meer kunnen vinden voor afzondering.

De stoornis in het bidden neemt zoo hand over hand toe. Soms schijnt 't haast, of heel ons leven een samenzwering tegen het bidden wordt. Ge moet u eens ten volle in het bestaan van zoo menigeen die druk bezet is, indenken, om te voelen hoe er voor het stille, rustige, heilige bidden in zoo menig overdruk beroep bijna geen plaats meer is.

En toch, dit alles is en blijft stoornis, en is nog geen verhindering.

Immers een schietgebed kan altoos, en uw God die elke klop van uw hart beluistert, hoort immers elke stille verzuchting die tot Hem uit uw binnenste opgaat.

Neen, als uw gebed verhinderd.^ wezenlijk verhinderd wordt, komt die hinder altoos van binnen, uit uzelven op.

De apostel waarschuwt tegen dit verhinderen van het gebed een man die zijn vrouw verkeerd behandeld had. »Gij man, woon bij uw vrouw met verstand . . . opdat uw gebed niet verhinderd worde." Hier is dus sprake va, n iemand, die onrustig in zijn conscientie is; die weet dat hij verkeerd' staat; die een boos stuk in zijn overlegging heeft; die zint op iets waarop hij niet zinnen mag; die zwanger gaat van een voornemen, waarvan hij weet dat God 't vloekt en veroordeelt, en die 't toch niet wil loslaten. Of ook kan het de herinnering zijn van een be­ dreven zonde, die nog niet in een gebroken hart verzoend is. Kortom, de apostel kent 't leven te goed, om niet te weten, hoe er ook in het leven van Gods kinderen oogenblikken kunnen zijn, dat satan zelf of een van zijn demonen in de ziel kroop, dat er hierdoor onheihge gedachten hoofd en hart vervulden, en dat Gods kind niet zijn God maar de wereld zocht. Dat kan schuilen in zinnelust, in zondige overleggingen, in geldzucht, en speculatie, in nijdige of booze trekken, maar in elk geval in iets, dat God buiten 't hart sluit, alle gemeenschap met God afbreekt, en maakt, dat ons booze ik weer naar voren is gedrongen, en 'tzij door herinnering aan zonde, 'tzij door voornemens tot zonde op heel ons innerlijk zijn beslag legt.

En staat 't zoo met u, neen, dan kunt ge niet bidden, dan' zijt ge verhinderd om te bidden, en dan doet ge 't ook niet, of anderer bijzijn moet, b. v. bij het aan tafel gaan, er u toe noodzaken. Ge zult 't dan uit uzelf niet doen, maar om die anderen durft ge 't niet laten. En als dan 't Amen het gebed besluit, dan denkt ieder die met u aanzat, dat gij evenals de anderen hebt meegedaan, maar gijzelf weet wel beter.

Ge kondt niet. De deur naar Boven was voor u gesloten. En in dit^ niet kunnen bidden, hebt ge u ellendig gevoeld.

Natuurlijk gaat dan straks die deur naar Boven wel weer voor u open. Dat doet Jezus dan, die u eerst tot boete en berouw bracht en u weer druppelsgewijze de Verzoening deed indrinken. Maar dan is uw zondig voornemen ook weer weg, de demon van uw hart verjaagd, en een lieve Engel Gods u nabij gekomen En zeg nu niet, dat 't zóó erg toch bij u slechts een heel enkel maal voorkwam.

Dat zal ook wel zoo zijn.

Maar vraag uzelt nu ook eens af, of er niet schier eiken dag kleine verhinderingen voor komen. Dat ge nog wel bidt, en ook nog bidden kunt, maar dat ge toch zelf voelt, hoe uw bidden veel te koel en te weinig innig was.

En is dit zoo, pas dan ook daarop de apostolische waarschuwing toe, en leef zoo, dat uw leven het bidden niet verhindert, maar veeleer uitlokt en verinnigt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's

„Opdat uw gebed niet verhinderd worde”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's