De moeilijkheden der Zending.

Dat tengevolge van den oorlog in Europa de Zending in geen geringe moeilijkheden verkeert, weet ieder. Nog daargelaten, dat deze Europeesche oorlog, waarbij Christennatiën in zoo grooten haat en vijandschap tegenover elkander staan, een fatalen indruk op de heidensche volkeren moet maken, maakt ook de financieele crisis, die van dezen oorlog het gevolg is, dat de giften voorde Zending zooveel mimier toevloeien en daarom de noodige gelden voor het salaris der zendelingen enz. niet meer voorhanden zijn. De grootste moeilijkheid schuilt echter hierin, dat landen als Duitschland, die thans van het wereldverkeer zoo goed als geheel afgesloten zitten, schier elk contact met hun Zendingsstations verloren hebben, en moeilijk in staat zijn de noodige gelden aan hun zendelingen over te zenden. Nu is het zeker te waardeeren, dat de Engelsche Zendingsgenootschappen aan de Duitschers hebben aangeboden, hun zendelingen met geld te ondersteunen, maar het is toch ook begrijpelijk, dat Duitschland dézen steun thans niet heeft aanvaard, en een dezer dagen gehouden Zendingsconferentie in Duitschland besloten heeft te antwoorden, dat Engeland deze gelden liever gebruiken moest om-de Zendingsgenootschappen in Frankrijk te steunen, die in grooten geldnood moeten verkeeren. Bij de gespannen verhouding tusschen Engeland en Duitschland was wel geen ander antwoord te verwachten. Het ligt dan ook veeleer op den weg van neutrale Staten, zooals bijv. Amerika, om in dezen de helpende hand aan de Dnitsche Zending tê bieden, en we verheugen er ons in, dat de bekende John Mott uit Amerika is overgekomen om met de Duitsche Zendingsgenootschappen in dien zin besprekingen te houden. Toch is met deze hulp van Amerika de zaak zelf nog niet tot een behoorlijke oplossing gebracht. Wanneer Christennatiën oorlog voeren, behoort er een weg te worden aangewezen, waardoor hun zendingsarbeid niet het kind van de rekening wordt. Vooral een natie als Engeland, die zelf zooveel voor de zending doet en die op zendingsgebied aan alle volkeren van Europa een uitnemend voorbeeld heeft gegeven, behoorde maatregelen te nemen, om te zorgen, dat het zendingswerk der andere Europeesche volkeren door den oorlog geen schade leed. Indien Nederland, wat God genadiglijk verhoede, zelf in den oorlog betrokken werd, doordat Engeland bijv. onze kusten blokkeerde, zou elke communicatie met Indië afgesneden wezen en de mogelijkheid om voor onze zendelingen te zorgen, geheel ophouden. Engeland is nu eenmaal ter zee oppermachtig; het beheerscht met zijn vloten alle communicatie over den Oceaan ; het kan, wanneer het wil, elke gemeenschap tusschen ons land en zijn Koloniën beletten. Zelfs het telegrafisch verkeer kan zonder Engelands goedvinden niet meer plaats vinden. Maar daarom te meer behooren de Christenvolkeren te zorgen, dat de zending ongestoord haar gang kan gaan en zij althans niet de dupe van deze vexatoire maatregelen worde. Nu hebben wij alleen Zendingsstations in onze Koloniën, maar Duitschland heeft zijn zending veel verder uitgestrekt en arbeidt niet alleen in zijn eigen Koloniën, maar ook daarbuiten in Azië, in Afrika en in Amerika. Onze eigen Koloniën zijn daar getuigen van. Door Duitschland van het wereldverkeer af te sluiten en alle geldverzending naar het buitenland zoo goed als onmogelijk te maken, wordt aan den Duitschen zendingsarbeid een zware slag toegebracht. Totdusver heeft men bij de tractaten, door de groote Mogendheden voor het geval van oorlog gesloten, met deze moeilijkheid geen rekening gehouden. Toch zou er zeker wel een uitweg te vinden wezen, waardoor de zorg , van de Zendings-genootschappen of zendende Kerken voor haar zendingstations ongestoord kon voortgaan, bijv. door de bepaling, dat brieven en gelden voor de zending bestemd, mits onder behoorlijke controle, ook door met elkaar oorlog voerende Mogendheden zouden doorgezonden worden. Maar welk middel hier ook op gevonden worde, alle Christenvolkeren in Europa hebben te veel belang bij dezen Zendingsarbeid, dan dat deze de dupe van den oorlog zou mogen worden. De Zending moet evenals het Roode Kruis neutraal blijven. Het politiek belang moet hier ondergeschikt worden aan het hooger belang van de uitbreiding van Christus Koninkrijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen