Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEMENGD NIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMENGD NIEUWS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook een bidstond. Wij lezen in De (Amerikaansche) Wachter:

Midden in het schoonste en meest historische van Parijs staat een groote Dom. De Dom draagt den naam van »Hotel des Invalides.» Het vergulde koepeldak schittert u vanuit de straten, parken en boelevards in den omtrek gedurig tegen. Als ge het brecde voorplein van dezen Dom zijt overgegaan komt gij langs breede hóoge marmeren trappen in den Dom. Binnen is het eene groote witmarmeren ronde ruimte, (ie gaat weer witmarmeren trappen op en komt op de galerij, gemaakt van dezelfde smetlooze steen. De galerij loopt geheel rond de binnenruimte van den Dom. Over de marmeren balustrade van de galerij heenziende, ziet gij beneden als in het ruim van een kerk. Doch in dat eveneens wit-marmeren ruim staat niets dan een rood-marmeren sarcophaag. Vijf of zesmaal zoo groot als de doodkisten waarin wij onze dooden begraven. De sarcophaag staat op een breed, eveneens rood-marmeren voetstuk. In die sarcophaag ligt het lijk van Napoleon. Napoleon, die bijna heel Europa aan Frankrijk's voet deed knielen.

Met betrekking tot dien Dom en die sarcophaag lazen wij \dezer dagen een eenvoudig bericht, dat toch o zooveel zegt. Het bericht luidde ongeveer als volgt: «De straten van Parijs zijn verlaten. Al de groote magazijnen zijn gesloten en de kleinewinkels hebben de venstens dicht gedaan. De trams gaan niet meer. Gij kunt voor geld noch goede woorden een taxi krijgen. De restaurants die nog open zijn, zijn eenzaam. Daar was nauwelijks ceu handvol wandelaars in het Bois. (Bois beteekent het »Bosch», het Bois de Boulogne, een groot park, waar men anders op de hoofdwegen des namiddags wege. s de drukte van auto's en ec|uipage's en wandelaars haast niet gaan kan). Maar buiten en binnen het Hotel des Invalides in het vol van menschen; zij verdringen zich rondom het graf van Napoleon. Alleen daar is het, dat men thans in Parijs menschen ziet samengestroomd Zij zingen niet. Daar worden ook geen redevoeringen gehouden. Neen, alleen komen zij daar en meestal in groepen, om stil voor 'de sarcophaag te staan. En eiken dag weer aan. Den geheelen dag door. Tot laat in den avond. Zij komen, het volk van Parijs, tot het graf van Napoleon.»

Spreekt uit dat bericht niet iets als boekdeelcn. Daar aan den horizon staat Frankrijk's vijand. Daar sterven Frankrijk's dappere mannen. Frankrijk weet het dat zijn bestran aan een draad hangt. Flet hart des volks krimpt van weedom en angst ineen. Aau Napoleon's graf en in de herinnering aan wat Napoleon deed, gaat men nu troost zoeken. Kou Napoleon maar opstaan uit zijn graf! Hij zou verlossing geven! Hij zou Frankrijk weer groot maken !

Zie daar bij die menigte Frankrijk's bidstond. Eens stond Frankrijk op het punt een Gereformeerde Natie te worden. Bijna de helft van het volk was gereformeerd. Het Gereformeerde geloof bloeide en nam toe. Heerlijk en beslist. Onder leiding der Calvijn's, der Beza's, der Coligny's en van zoovele andere edele en godvruchtige mannen. .Maar Frankrijk heeft de Gereformeerden uitgeroeid. Bloedig en moorddadig. Niet heel ver van den Dom is het Louvre met het venster, waaruit de koning het eerste schot loste in dien bloedigen nacht op zijn gereformeerde onderdanen, Dit venster ziet uit op den Dom. En vlak bij dat venster de klok van St. Germain, die het sein gaf voor dien gruwelijken moord van den St Bartholomeusnacht.

Frankrijk heeft zich toen geworpen in de macht van Rome. En daarna in die van de Revolutie. Ziedaar die Obelisk, links van hel Louvre, daar stond , de guillotine, waar bloedde al wat niet voor de revolutie boog.

En wel keerde Frankrijk van die uitspattingen terug, maar de geest bleef. Zelfs de zwakke lichten die Rome nog aan den hemel liet, waren er te sterk voor. Viviani, een van de ministers van het Frankrijk van onze dagen zeide het immers nog slechts eenige jaren geleden, dat Frankrijk «de lichten aan den Hemel uitgedoofd had.» Dus van die zijde geen heil meer verwachtte.

En zóó zoekt men het dan nu op de aarde. In de dingen der aarde. In vreugd en genot, in eten en drinken. En als ernstige tijden komen, geen toevlucht naar boven. In stomme smart _dan bij het graf van Napoleon gekropen. Kon hij maar terugkomen ! Maar hij komt niet weer.

Treurige bidstond

Arm volk!

»Zij' hebben Mij verlaten, wat toevlucht zouden zij dan hebben, » zegt de Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's

GEMENGD NIEUWS

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1915

De Heraut | 4 Pagina's