Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

XXXVllI.

EEN VIJAND.

Zoodra de goede tuinman de boodschap ontvangen had, haastte hij zich van de eerste gelegenheid gebruik te maken om zijn vriendinnetje te bezoeken.

Hoe zij het maakte behoefde hij eigenlijk niet te vragen daar hij er zich eiken morgen van op de hoogte stelde, en evenmia of hij welkom was. Dat zei hem reeds de blik vol bfijdschap dien Louise oj) hem wierp, toen hij binnentrad.

Er viel als tusschen oude kennissen veel te praten. Al dadelijk vroeg zij naar den speelman, wiens spel zij reeds lang had gemist. Doch de tuinman was al even onwetend als zij, had in geen maanden iets van zijn vriend gehoord, en was zelfs niet weinig ongerust, dat hem een ongeluk mocht overkomen zijn. Afwachten was het eenige. Een brief zenden ging in die tijden niet makkelijk ; ook was het voor geringe lieden veel te duur. Het lastigste echter was, dat men niet nauwkeurig wist waar de speelman zich ophield.

Louise wilde gaarne nog veel meer weten, doch de tuinman bedacht in tij ds dat zijn bezoek maar kort mocht zijn.

„Ik kom nog wel eens" sprak hij „en vertel dan weer wat".

„Ge moet toch nog even blijven" zei Louise.

„De dominé heeft mij zoo mooi verteld van het dochtertje van Ja'irus. \A'ilt gij nu den Heere vragen, dat Hij mij ook beter maakt.'"

„Zeker, vragen". maar ik zal ook nog wat beters vragen

„Zoo .? V\'at dan

„Wel, jonge juffrouw, mag ik weten of ge het vers van den goeden Herder nog kent r"

„Zeker, ik zing het dikwijls".

„Nu ik zal dien goeden Herder vragen, en dat moet gij ook doen, dat hij u ook tot een schaapje maakt van Zijn groote kudde. Dan hebt gij het beste en voor altijd".

Louise gaf geen antwoord, maar uit haar oogen was duidelijk te lezen hoe goed zij dat vond.

„Ik had gisteren een aardige ontmoeüng" zei de tuinman. „Boer Krclis kwam hier om een wagen met stroo af te laden, dien wij besteld hadden. Terwdjl hij dat deed keek ik eens naar zijn wagen, en zag dat er achteroj) iets geschilderd stond. Het was een versje, en ik vond het zoo mooi, dat ik gauw een papiertje nam en het opschreef. Hier is het. Ik zal het u eens voorlezen. En hij las :

Welk schaap zoekt ooit des herders stal. Wanneer het door de wereld dwaalt; Maar Jezus die zoekt overal Totdat Hij 't vindt en weder haalt: Hij troost Zijn schapen met Zijn bloed En reinigt hun onrein gemoed.

»Dat is niooi«, zei Louise, »het koint juist van pas bij het vers van den goeden Herder. Mag ik het ook eens hebben.^ Dan zal ik het afschrijven.

Heel gaarne», zei de tuinman. «Maar nu moet ik gaan. Anders wordt de dokter boos'«

Hij vertrok, het vers achterlatend, dat zeker geen dichlstuk van den eersten rang was — 't stond ook maar achter op een bocrenwagen - - maar toch èn den tuinman èn Louise genoegen deed.

Waar was intusschen de speelman gebleven.'

Zooals we weten, was hij, maanden geleden, naar liju vrienden in Duitschland vertrokken; bij wie hij met Kerstfeest te gast zou zijn. Dat was ook zoo gebeurd. Hij was vriendelijk ontvangen en had goede Kerstdagen gehad. Hij was echter op meer dan één plaats genoodigd, en zoo ging hij dan, in 't begin van Januari nog wat verder het land in, om ook elders met spel en zang de lieden te dienen.

Doch nauwelijks was hij in het dorp aangekomen, of hij bcsjjcurde dat hoofden en harten er op het oogenbhk van heel wat anders vervuld waren dan van zang en muziek.

En daar was reden voor.

In de laatste week namelijk had zich herhaaldelijk in den omtrek van het dorp een wolf vertoond. Dit nu gebeurde wel eens meer. Al werd het wild gediertie in die streek gelukkig al zeldzamer, de honger dreef in .strenge winters de wolven wel eens uit het bosch in de vlakte. Doch gemeenlijk werden de ongenoodc gasten er zoo warm ontvangen-, dat zij maar weer spoedi'g rechtsomkeert maakten.'

De wolf echter, die zich nu vertoond had, was stoutmoediger en vermeteler d: ui de meeste zijner vakgenooten. Boeren die hem op den weg tegenkwamen, hadden getracht hem me hooivork en mes te lijf te gaan. Doch de wolf had zich niet alleen weten te weien, maar was tot, den aanval overgegaan, zoodat de landlieden blij mochten zijn, dat het hun gelukte zich den aanvaller van het lijf te houden. Op een anderen tijd had deze wolf schapen en geiten verscheurd. Gedurig trokken er gewapende boeren op uit om den roover zijn wanbedrijven betaald te zetten, maar vergeefsch. Ook met vallen en wolfskuilcn richtte men niets uit. lilijkbaar was de wolf te slim oin zich te laten vangen.

Zoo was bij in een paar weken de schrik van het dorp geworden. Zelfs in de stallen was liet vee niet meer veilig. Vele dorpcliugen, vooral vrouwen en kindercn, waagdcn het niet des avonds hun woning te verlaten, en overdag slechts op den druksten tijd. ., l'as op den wolf" - riepen de lieden die boodschappen gingen doen elkander toe.

Zoo was er een algemeene schrik. En toen de wolf nu eindelijk op klaarlichten dag twee naar school gaande kinderen had aangevallen en een ernstig had gewond, werd er raad gehouden wat tegen dezen laudplaag zou te doen zijn. Na veel pratens stond de jachtmeester op van den graaf, wiens kasteel bij het dorp lag en die door zijn heer gezonden was.

»^, tannen< , zoo sprak hij. smijn heer heeft mij gestuurd om u • te zeggen, dat hij.gaarne alles wil doen om u van het gevaarlijke dier te bevrijden. Wij zullen een groote jachtpartij houden, en het zal vreemd moeten loopen als wij den wolf niet onder schot krijgen. Maar ge moet alien medewerken. AVant zonder veel hulp is zulk een slimme en stoutmoedige wolf zeker niet te vangen".

Bij de meeste aanwezigen rondcii, deze woorden instemming., Docli sommigen maakten allerlei bezwaren. En zoo ontstond er een lange woordenstrijd, tot eindelijk de schoolmeester, die grappig zijn kon, er een eind aan maakte door te zeggen: „.-Vis we niet spoedig handelen wordt allicht het geheele dorp, althans de gc hcele school door dien wreedcn wolf leeg gevreten, en zal ik weinig inecr te doen hebben. Op het laatst blijft er niei'nand over dan de klokluider, die boven in den toren kan gaan zitten, waar de 'Wolf zeker niet komen zal".

Op uitnoodiging van zijn vrienden had ook de speelman de samenkomst bijgewoond en wel begrepen dat er voor 't oogenblik aan wat anders te denken viel dan aan de toonkunst, des avonds in het gesprek met zijn gastheer, werd hem dit nog duidelijker. Hij wilde dus maar de terugreis aannemen doch dat vonden de anderen niet goed. Blijf hier zeiden zij tot de jacht is afgeloopen. Die - kunt ge dan meteen zien. En als alles naar wensch gaat, kunt ge nog daarna eenige dagen blijen en hooren wdj u op de fluit.

De speelman had er niets tegen. Hij had geweten wat volgen zou, hij zou waarschijnlijk anders geoordeeld hebben.

HOOGENBIRK,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's