Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. SCHRIJVER. VAGE FIGUREN. Drukkerij > -Libertas«. — Rotterdam, 1915.

De auteur van DE LICHTE LAST 'n roman, 'n christelijke roman, die eens mij, niet minder dan QuERiDO, zulk een diepe Schoonheidsontroering gaf en hèm in het HANDELSBLAD, mij hjèr in de HERAUT, er zoo enthusiast over deed séhrijven, publiceerde nu weer, onder den titel VAGE JFIGUREN, een bundel schetsen.

Het zijn er acht, die in dit boek, van even 200 bladzijden, onderdak zijn gebracht.

HOEDERS PLAATS ; TOEN HET BEGON TE LICHTEN ; DE, VIOOL ; VREEMD LICHT ; INTER-MEsso; HET WOORD ; UIT HET NEST ; GODS BOODSCHAP.

De verzamel-titel VAGE FIGUREN, doet op het eerste gezicht wat vreemd aani

Aan svaags toch verbindt zidi onwillekeurig het denkbeeld van »onbepaald*, „onbegrensd*, onbelijnd«.

En het wordt er niet beter op wanneer de heer SCHRIJVER, vóór hij met z'ijn lezer van wal steekt, vertelt, dat hij »vaag« in zijn jverzamel-titek dan ook zóó wil verklaard hebben.

Hij vertelt toch, dat hij als titel voor zijn schetsen: sVage figuren* nam, omdat het schetsen zijn van menschen, even gezien; van dingen, die zonder dat wij 't vermoeden, leven en handelen beïnvloeden; van gedachten, die opkomen, een moment vorm aannemen en dan behooren tot wat voorbij is.

Jawel, maar het zijn dan toch schetsen van figuren, en hoe iemand, vaag of niet, met zijn lichamelijk oog figuren van menschen en dingen en met zijn zieleiyk oog ook figuren van denkbeelden gezien heeft, als hij die kan en gaat ïschetsen», dan maakt hij, denk maar aan 'n teekenaar, dat die voor hem zelf en ook voor anderen juist het tegendeel van onbepaald, maar, zij het ook met enkele stippels en lijnen aangegeven, in meerdere of mindere mate klaar en duidelijk worden. Is zijn schets dat ook in de gerinste mate nipt, is zij zoo »vaag« dat noch hij, . noch een ander er uit wijs kan worden, daj> deugt zij - niet.

' Gelukkig, dat de heef BCHRIJVER, Vóór hij met zijn lezer van wal steekt, hen» eêh *eljZe< laat.

.Het kan zijn» zegt hij van iijn hoofdtitel, dat hij wel zóo, maar ? ook-anders ÏOO gij wilt* te verklaren is.

Voor-dit' zijn niét-apodiktisch.-^^e^l ben ik 'hem dankbaar

­ »De keuze is aan den lezer*.

Welnu, ik doe 'n andere keuze.

Voor mij toch zijn de figuren der menschen, der dingen, der denkbeelden door SCHRIJVER vaag gezien, door zijn schetsen niet vaag gebleven, in den zin dien men gewoonlijk aan dit woord hecht, maar »vaag« geworden in dien anderen, welken het ook heeft wanneer wij spreken van ïin de vaag des levens* en waarbij zich dan aan »vaag« het denkbeeld verbindt van wat is krachtig, sterk èn hier, sterk sprekend tot de verbeelding.

Zeker, düs verklaard, wordt »Vage Figuren* een epitheton ornans, hetwelk een auteur zelf niet boven zijn eigen werk ka"h zetten; maar de, ook een belletrist passende bescheidenheid eischt toch niet, om zooals, deze auteur met zijii verklaring van zijn den hoofdtitel doet, zijn lang niet ön-welgeschapen papieren kind dat er wel wezen mag, als een gebrekkelijk en zwak stumpgrtje te ad verteeren.

En dez€ bundel schetsen mag er wezen in de wereld onzer vaderlandsche, onzer christeHjke, belletrie.

De auteur van DE LICHTE LAST heeft mij, zij het ook niet in die geweldige mate als met dat zijn machtig 'Oeuvre, ook met deze schetsen, al is het niet met al de acht evenzeer, schoonheidsontroering gegeven.

Een schoonheidsontroering waaraan zich, als bij zijn, zoo juist genoemd Oeuvre, paarde een sterk medeleed bij de gewaarwording van menschen, die missen en een sterke medevreugd bij de gewaarwording van menschen, die bezitten het Christelijk Geloof. Welke menschen hij. mij, in het meerendeel zijner acht schetsen, zoo bij dit hun gemis als bi] dit hun bezit, in al de identiteit of eenzelvigheid van het mensch-bij de differatie of het verschil van het christen-ryn., hèèft doen gewaarworden. Doen gewaarworden doordat hij, met zijn niet gering talent van visie maar ook van uitbeelding, ze mij als voor de oogen geschilderd heeft.

Deze èn esthetische èn religieuse ontroering gaf mij al terstond de lezing der eerste Schets: MOEDERS PLAATS.

Het gegeven is dood-gewoon. De volwassen dochter, die niet hebben kan, dat haar weduwnaar geworden vader hertrouwt-Hier is de dochter een dienstmeisje, hetwelk, opdat moeders plaats niet door een ander zal worden ingenomen, haar dienst waarin zij het bijzonder naar zin heeft, opzegt en bij vader in huis, komt. Als vader, bij al de lieve zorgen van LIES, dan in haar toekomstig huwelijk met ADRIAAN een nieuw motief vindt voor zijn willen-hertrouwen, brengt zij nog een tweede, een veel grooter offer. Zij geeft, opdat moeders plaats in huis niet zal worden beset, haar jpngen, die zulk een groole plaats in haar hart bezet, na rijp overleg, de bons.

Dit nu komt mij, psychologisch bezien, nog bedenkelijker voor dan het, in 'n oógenhlik van sterke emotie, ten offer brengen van de liefde tot den minnaar aan de liefde tot de zuster, 'n offer waaraan MEJ. NELLIE HAS, met liaar ZUSTERLIEFDE, den roman waaromtrent des hecrca SCHRIJVER'S beoordeeling eenigszins anders was dan de mijne, ons wilde doen gelooven;

Maar afgezien nu van dit eenig mij zielkundig-bedenkelijke üi deze Schets, wijl het mij als 'beschrijving van menschelijk zielsgebeuren bepaald een misslag lijkt, is overigens de teekening van dat LIESJE, in haar strijd tusschen wat ik zou willen noemen natuurlijk willen en christelijk-zedelijk, of gehoorzamend willen, zoo zielkundig waar; en is daarbij dé teekening van LIESJE' zelf en het klein-burgerlijk milieu waarin zij gezet is, zoo zuiver van echtheid, dat ik, als bij de lezing van DE LICHTE LAST, by die van MOEDERS PLAATS 'n dubbele genieting had.

Zoo verging het mij ook, zij het al niet in even sterke mate, bij de her-lezing nu in dezen bundel van die, mij reeds van elders bekende schets van SCHRIJVER, welke tot titel heeft HKT WOORD ert waarin de auteur beeldt dien mystieken, geen Gezangen-zingenden boer, welke voor z'n al of niet aannemen van het ambt van Ouderhng »'n woord vraagt* en dan »'n woord krijgt*.... uit een der Evangelische Gezangen.

En niet anders was het mij bij de lezing van:1'OEN HET BEGON TE LICHTEN.

Dat is van een, door eigen schuld, tot een berooide, tot een misdadiger, gewordenen; van di^n, op een oudejaarsmorgen, na een jaar zitten, uit de'gevangenis ontslagenen, 's avonds, in regen en wind voortstrompelenden, drankzuchtigen landlooper.

Kerel van in de dertig, maar voor wien, slap in de beenen als hij is, óok door dat jaar binnenshuis zitten, dèt geen weer is.

Zie nu hoe SCHRIJVER hem, klaar en duidelijk belijnt.

»De rechterarin opgebogen, de hand aan den hoed, die wis 'oud en gedeukt, slap en vervuild, de linkerhand diep in den verwarmenden jaszak. Van 't dunne jasje slipperden de panden in de felle blazing van wind, die den man bijna den adem benam, fel striemend hem in 't gezicht, met zijn reuzengeweld hem tegenstaand in het loopen.

En dan de beelding van den wind over deii winterschen avondweg.

sVan alle kanten zag je 't geweld van den wind, die de boomtoppen zwiepte, de telegraaflijnen bestreek als 'n woeste hand, grissend in de snaren van 'n groote harp, — van heel ver hoorde je 'm aanstormen, aanroezen, — dan dacht je 'm nog vèr weg, en met wreed geweld viel-ie dan in eens óp je, verraderlijk gemeen, om je 6m te gooien.

Misschien ware hier, met dit alles niet rechtstreeks den lezer te willen doen zien, maar dézen te doen zien hoe de landlooper het zag en hoorde en dacht, een nog sterker impressie te bereiken geweest. Maar zóó wordt u dezen landlooper toch ook wel gewaar en wekt hij uw deernis.

En nu, als het, nadat hij straks, al-maar-loopend over den donkeren nachtweg niet verder kón, in 't schuurtje van een boerderij geslopen, in slaap is gevallen, — op den Nietiwjaarsmorgen begon te lichten.

Begon te - lichten, ook in de ziel van dezen verloren zoon.

Toen begon te lichten, door het vriendelijk licht der christelijke gezindheid dat hem toestraalde uit de wijze waarop de boerin hem behandelde; uit dat weer hooren Bijbellezen en weer hooren bidden zooals 't huis zijn vader deed; nu van-den boer in diens gezin. Zóo begon te lichten, dat de zwerver, de zwakkeling, de verschoppeling, die eerst niet durfde, zich nu .sterk voelt in het-geloof aan liefde, die het verlorene zoekt en zich verblijdt als zij het vindt. Zoo sterk, • dat hij, _^ als de boerin'aan , wie tój ihes gebiecht heeft, .hdtn zegt, j*Ga nóü, 'ga naar je mmms huis, aaar je moeder en je vader. •.-. Ik wéét dat ze je wachten..... Nog vaster dat God je wacht-....'? , — dan ook gaat.

Ik zou van de andere schetsen uit VAGE FIGUREN nog kunnen vertellen. Maar ik acht mijn taak volbracht, nu ik naar mijn beste weten, van deze drie zóó heb' verteld, dat uw begeerte om ze zelf te lezen en dan ook de andere, er door kan gewekt zijn. Laat mij alleen nog zeggen, dat deze bundel ook voor sommigen, die zich geroepen achten tot prestaties op het gebied der sChristelijke belletrie*, voorbeeldig is. Voorbeeldig, omdat het «Christelijke* er niét, als bij zekere traktaatjes, dik-op, maar wel diep-in zit, en ook, omdat er een en ander uit te leeren valt van de eischen aan welke een geschrift behoort te beantwoorden dat zijn, daartoe niet al te on-ontvankelijke lezer, kunstgenot kan geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's