Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Een sloegen hem met vuisten”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een sloegen hem met vuisten”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen spogen zij in zijn aangezicht, en sloegen hem met vuisten. Matth, 26 : 67.

In niet geringe mate wordt het lijden van den Christus gekenteekend door het machtige feit: dat het Woord vleesch is geworden. Dat het lijden van Jezus in nog hooger mate zelis ook een geestelijk karakter droeg, voelt ge aan de verzoeking van Satan, aan Judas verraad, aan Petrus' verloochening, aan den hoon van de priesters bij het Kruis. Zelfs mag niet geaarzeld in 'dit geestelijk lijden van den Christus de bangste smart te zien, die hij doorworsteld heeft. Maar hoe zwaar dit geestelijk lijden ook op Jezus geestelijk wezen moge gedrukt hebben, niet 't minst in Ceth, semané, toch is het aan de eere van den .Miin van Sniarte te kort doen, indien ge ook voor wat hij lichamrlijk leed. geen innig deelnemend gevoel hebt.

De' vleeschvvording van Jezus is in zijn Middeiaarswerk niet bijkomstig. Denkt ge u _ die vleeschwording weg, of ontneemt ge er althans de volle beteekenls aan, dan verflauwt ge de beteekenis van geheel zijn Middelaarschap. In geheel onze Verlossing is dit toch het hoofdkenmerk, _ dat Je'^us in onze plaats treedt. Dat hij, ora dit te'kunnen doen, niet slechts in schijn, doch wezenlijk mensch werd. Dat hij zonder mensch geworden te zijn, zijn Middelaarswezen gemist had. En dat hij, om de reddende taak, die hij hiermede op zich nam, te kunnen vervullen, niet slechts een mensch elijke ziel aannam en een menschelijken geest in zich w|: rken liet, maar dat hij, naar deu vollen'eisch van onze menschelijke natuur, ook - in het menschelijk lichaam inging, ons menschelijk vleesch aannam, en zó.ó alleen in staat was, om ook dat lijden te onderdaan, dat bij ons menschen tiit het lichaam opkomt, en in ons vleesch de smart inbrengt. De 200 licht opkomende neiging, om het lijden van onzen Heiland zoo goed alseeniglijk in het zielelijden ie zoeken, gaat dus rechtstreeks tegen de Schrift en tegen de . geheele GodsopenWring in. De engelen zijn van andere, enkel geestelijke natuur, maar. voor ons - menschen' is 't lichamelijk aanzijn even noodzakehjk als ons zielswezen. Eerst zelfs, zoo leert het. Genesis, formeerde God de Heere het menschelijk lichaam, en eerst daarna blies Hij in dit vooraf geschapen lichaam den menschelijken levensgeest. Dat Jezus, na zijn sterven, aan het Kruis, geestelijk nog voortleefde, was - niet genoeg. Ook lichamelijk moest hij ten derden dage uit het graf weer opstaan. Toen de Heere in 't eind scheiden zou van deze aarde, loste liij zich niet in een louter geestelijk wezen op, , maar voer lichamelijk op ten hemel. En, ook daarboven, bij den.Troon Gods, is' nu de Zoon des Menschen niet louter ^eest geworden, inaar ook in zijn staat van verheerlijking toch mensch, en mensch ook in het lichaam gebleven. En zoo is 't altoos weer "waf Johannes boekstaafie, het Woord was vle'esch geworden en is vleesch gebleven. En ook het lijden van den Christus kunt ge daarom nie.t verstaan, zoo ge ook voor het vleeschelijke, het lichamelijke lijden van uw Heiland iiiet, even goed als voor zijn zielsbenauwdheid, een ojien oog hebt.

De lijdenshistorie bevestigt dit dan-ook. We laten het lijden dat aan Gethsemane voorafging, nu rusten. Slechts worde nimmer vergeten, dat Jezus in zijn geboorte niet onze paradijs-natuur aannam, maar onze vernederde natuur, en dat liij daardoor al de dagen zijnslevens hierb-jneden ook lichamelijk dierf wat hem als Zone Gods, en als het eeuwige Woord, eigen was.

Maar ook al bepaalt ge u nu tot het lijden dat met Gethsemane inzette, of wilt ge tot het lijden in zia van passie, dan nog treft het u telkens, hoe de Evangeliën koer op keer u berichten van geweld aan Jezus gepleegd, van ruwen brutalen overmoed, die op Jezus" is toegepast, van opzettelijke pijn die hem ook naar het lichaam is aangedaan.

Keeds bij den uitgang uit den Hof van Gethsemane werd hij door de soldaten aangegrepen, en ge gevoelt wat reeds dit gewelddadig aangegrepen worden voor Jezus fijngevoelig wezen zijn moest. Maar recht uitbreken deed dit ruw geweld toch eerst in het Sanhedrin. Jezus had toen zijn Goddelijk Zoonschap beleden, en daardoor het Sanhedrin in zijn vermeend gezag aangetast, ja, het zonder . sparen in Gods naam veroordeeld. En nu brak op eenmaal de woede, de hartstochtelijke woede tegen Jezus los. Alles vloog tegen Jezus op. Niets ontzag men meer. Jezus werd geduwd en gestuwd van den een - tegen den ander. Met oogen vol ziedenden toorn staarde 't al op hem aan. En toen ging 't ten leste zóóver, dat ze sissend van woede Jezus spogen in zijn heilig gelaat, hem oj) zijn aangezicht met gelialde vuisten sloegen, en hem, als ware het nog niet genoeg, slagen van onder op tegen het kinnebakken gavem als wisten ze niet hoe hem gevoeliger te krenken en te havenen.

Voeg 'daar nu bij, wat later voorviel, denk aan wat bij Herodes is gebeurd, leef er een oogenblik in, hoe Jezus gegeeseld is 'geworden; en als ge dan op den weg naar < "tolgotha merkt, hoe Jezus toen reeds niet inecr in staat was, om op zijn schouder het kruis' voort te sleepen, dan komt 't toch hierin vooral nit, wat Jezus in die enkele uren bitterlijk naar het, lichaam gekweld is geworden.-Reeds toen begaf hem het overspannen zelfbesef. Jezus kon niet meer. En zoo overmachtig was hij toen reeds lichamelijk aangetast, dat hij neerzeeg.

En let nu - wel : toen reeds neerzeeg, toen toch de smarten van het Kruis, en straks de smarten van den naderenden' dood nog komen moesten.. Denk aan dien-uitroep: ïMij dorst." En toen eindelijk dat; , , Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest«. O, het lijden , vóór en het .sterven aan het Kruis het is óók naar het vleesch, en in lichamelijken zin, zoo bang tot den dood toe geweest. Zoo verlossend was' te midden hiervan die triurafkreet: sHet is volbracht.

Dit ondergaan uu, volstrekt niét' alleen van het geestelijk, maar even gevoelig van het lichamelijk Is^d, stemt' met' heèi hfet optreden van het Vleeschgeworden 'VVoord. saam.

Of wat zijn de wonderen !v, an Jezus in hoofdzaak^ anders, dan 't genezen van Itcainkeri, liet stillen van den honger, hel. opwq^kken uit den dood. Een gestadige bemoeiing van den Heiland, om juist'aan het lijden; van 't lichaam tegemoet te. kofneh, hét te ondervangen, het te stillen, en er met (.ibddelijke wondermacht, over te triomfeeren, Zelfs 't behoeftige . bestaan, dat Jezus zelf onderging, wijst op geheel 'tzelfde verschijnsel. Zeker, , liefde heeft hem gediend, maar toch, zelfs wat de vos, sen in hun holen hadden, heeft Jezus gemist. Geen plek op aarde iion hij de zijne noemen. Geen woning, die de zijne mocht heeten, ontsloot zich voor hem. En als hij gedurig zich in de eenzaamheid terugtrekt, om zijn Vader in - het gebed te ioeken, sj-jreekt hier dan de behoefte aan rust niet in, aan . rust ook van het lichaam ? Ook Uchameiijk is 't aldoor één worstelen voor onzen Heiland - geweest, die, drie jaren Inn; : , een leven van ontbering, van insijanning, eu van verinoeienis doorstond.

En waar ge óók' wel op denken i.noogt, in C^hristijs' Kerk spiegelt, geheel hetzelfde zich af. Ook d, e Kerk van Chri.stus verliest zich niet in 't vergeestelijken', maar is beide, èn geestelijk èn lichamelijk, tot zegenen en weldoen geroepen. Twee heilige ordïn staan in die Kerk van Christus gereed, om deze tweeledige worsteliiig voort te zetten. Er zijn Herders voor de geestelijke verzorging, maar daarachter ook JMakenen voor den hchamelijken nood..'\¥aar Jezus óók optreedt, altoos golft die dubbele stroom van genade eenerzijds naar de ziel, en anderzijds naar het lichaam. Het is 't. 'Woord dat nog altoos vUfsch wordt., ook in de zorge voor wie krank is, en in nood verkeert. Wat ook i: it die \^leeschwording ons toekomt, is zoo alomvattend en zqe volzalig.

Maar lees 't dan ook gedurig, vooral in de lijdensweken, na, wat die Vleeschwording aan uw Heiland gekost heeft.

Zoo'n spuwende, woedende Jood in het •Sanhedrin, die op Jezus aanvliegt, om hem met zijn vuist een slag, op het heilige gelaat. te geven, en dan nog eens van onderop hem een slag op het kinnebakken toeduwt, het moét voor uw Heiland een zoo .deiaoa^che_.sinart zijn geweest.

En toch, ook dit heeft Jezus wdlen oiiderggan, ook daartoe heeft hij zich overgegeven, ook-al was het een staven Tooruit eer hij stierf Kn. dit alles om ook u te redden, nu reeds naar de ziel, maar eens, als de heerlijkheid in zal gaan, ook om ute zaligen in het brooze lichaam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

„Een sloegen hem met vuisten”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's