Was de vervanging van Prof.

Amsterdam, 12 Mei 1916.

Was de vervanging van Prof. Cannegieter te Utrecht door Dr. Slotemaker de Bruine voof de modernen, gelijk het hunnerzijds werd uitgedrukt, een «onherstelbaar verlies*, de thans gevolgde benoeming van Dr. K. H. Roessingh, remonstrantseh predikant te Boskoop, tot opvolger van Prof. Chantepie de la Saussaj'e te Leiden, zal hen over dit verlies wel eenigermate kunnen troosten. Want al staat Dr. Roessingh, zooals uit zijn proefschrift bleek, ftiet zonder critiek tegenover de moderne richting, toch rekenen de modernen hem blijkbaar tot de »hunnen«. De Hervorming noemde zijn benoeming dan ook een blijde tijding voor de moderne richting.

In hoeverre de aftredende hoogleeraar te Leiden op de keuze van zijn opvolger invloed heeft gehad, kunnen we niet beoordeelen. De voordracht is door de Faculteit opgemaakt, én dat. de Minister van deze voordracht zou afgeweken zijn, verluidde niet. Trouwens, de grenslijn tusscheii rechts-modern en links-ethisch is in onze dagen zoo zwevend geworden, dat het verschil tusschen beide nauwelijks meer te bespeuren valt. Vergelijkt men hetgeen Prof. Chantepie de la Saussaye dezer dagen op de predikanten-conferentie óver de beteekenis van het dogma zei, met hetgeen rof. Briiiiiiiig opViavèrgüderitig dö"moderen getuigde aangaande de groote beteeenis voor het religieuse leven van, het ogma der Schepping, dan w^eet men nauelijks aan wien men de voorkeur moet even. v

Van meer belang is, dat nu te Leiden n de Theologische faculteit een remontrantsch predikant benoemd werd, die in oofdzaak belast zal worden met de opleiding van de aanstaande predikanten der Hervormde .Kerk, deze benoeming als de meest gewone en van zelf sprekende in de pers wordt begroet.

Toen onder het vorig Ministerie te Utrecht een lid der Gereformeerde Kerk tot hpogleeraar in de Theologische faculteit werd benoemd, ontstak een storm van verontwaardiging. De Theologische faculteitj van de Rijksuniversiteiten diende, zoo zeide men, voor de opleiding van de Hervormde predikanten, en het werd schier als verraad tegenover de Hervormde Kerk beschouwd, dat deze opleiding zou worden toebetrouwd aan een niet-lid dier Kerk. Adressen werden naar de Regeering gezonden om protest aan te teekenen ; in de pers werd aan de alarmklok getrokken; in de Kamer werd geïnterpelleerd. Thans, nu een remonstrantseh predikant benoemd wordt door een liberaal Kabinet, kraait hier geen haan naar.

Zoo blijkt, hoe weinig oprecht gemeend het bezwaar was, dat men destijds tegen de benoeming van Dr. Nöordtzij inbracht. Want een Gereformeerde, wiens belijdenis geheel overeenstemt met de leer, . die de Hervormde Kerk nog altoos officieel zegt te handhaven, is toch zeker meer geschikt om de a.s. predikanten der Hervormde Kerk op te leiden, dan een remonstrantseh predikant, wiens belijdenis lijnrecht indruischt tegen de belijdenis der Hervormde Kerk. De eigenlijke grond van het verzet was dan ook niet, dat Dr. Nöordtzij tot een andere Kerk behoorde; Dr. Roessingh doet dit evenzeer; maar dat hij Gereformeerd was. Elke richting is goed, modern, ethisch of evangelisch, alleen een gereformeerde aan de Rijksuniversiteit is contrabande.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen