De opening der lessen aan de Vrije Universiteit.

Naar oude gewoonte werden op den derden Woensdag in Sept. de lessen aan de Vrije Universiteit weder geopend met een toespraak van den prorector Prof. Dr. C. van Gelderen in de Theologische faculteitszaal, waar professoren en studenten zich verzameld hadden om met gebed den-' nieuwen cursus aan te vangen. Prof. van Gelderen sprak daarbij een woord van opwekking tot den arbeid, . waarvan we het res.umé uit het persverslag overnemen :

Spreker begon met er aan te herinneren, dat - heden voor 50 jaar het koninkrijk Hannover bij Pruisen werd ingelijfd. Onder de Hannoveranén, die zich hiermede het minst kondenverzoenen, behoorde de Göttinger hoogleeraar Heinrich Ewald, geb. 1803, gest. 1875. Deze werd geschetst in zijn loopbaan als academisch docent te Göttingen (1824—37), te Tubingen (1838—48) en wederom te Göttingen (1848—68), alsoQk in zijn conflicten eerst met de Hannoversche en later met de Pruisische regeering. In het tweede deel der toespraak werd Ewald geteekend in zijn eigenschappen als geleerde, die ten nauwste samenhingen met zijn eigenaardigheden als mensch. Groot, zeer groot was zijne productiviteit op hét gebied van Oostersche letteren en Bijbelsche wetenschappen. Maar zijn latere geschriften worden ontsierd door matelooze heftigheid en steeds toenemende zelfoverschatting. Eea en ander werd bezien bij het licht van de innerlijke eenzaamheid, waarin Ewald zijn gansche leven heeft doorgebracht. Hij zat in zijn wetenschap, maar hij stond buiten het werkelijk leven.

Op dezen man wilde spreker zijne hoorders wijzen, nu de^ geregelde arbeid aan de Vrije Universiteit wordt hervat. Zijn werkkracht moet ons jaloersch maken. Zijn ijver moet ons beschamen. Maar ook moeten zijne feilen ons ter waarschuwing strekken. Zullen we in de wetenschap niet verdwalen, dan is noodig, dat we het werkelijk leven recht verstaan en recht waardeeren als een gave van onzen God. Dat is moeilijk, wijl de zonde in heel het leven verstorend ingrijpt. Maar het is toch mogelijk, wanneer we in heel ons leven den band vasthouden met Hem, die gekomen is om de macht der zonde te verbreken, — met Christus, die ons leven is en ons licht.

Dit goede en ernstige woord, waarnaar met belangstelling geluisterd werd, zette den rechten toon in voor den arbeid van, het komende Akademiejaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen