Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Komen we thans tot de vraag, of het

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komen we thans tot de vraag, of het

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 7 December 1917.

geoorloofd en wenschelijk is, dat de Kerkeraadsvergaderingen met open deuren worden gehcmden, zoodat elk gemeentelid daarbij tegenwoordig kan wezen, evenals dit het geval is bij de zittingen onzer Synodes, dan moet, om het juiste antwoord op die vraag te vinden, eerst worden nagegaan, wat de eigenaardige taak en roeping van den Kerkeraad is, omdat daarvan natuurlijk afhangt, in hoeverre de Kerkeraadsvergaderingen al dan niet 'een publiek karakter kunnen dragen.

Ook op politiek gebied toch heeft niemand uit den algemeenen regel, dat de publieke zaak ook publiek moet worden behandeld, ooit afgeleid, dat daarom elk college, dat geroepen is 's Lands belang te dienen, het volk te besturen of recht te spreken, met open deuren vergaderen moet.

De vergaderingen van den Ministerraad zijn evenmin als die van het Dagelijksch Bestuur der gemeente voor het publiek toegankelijk, En onze gerechtshoven, al wordt de procedure in 't openbaar gevoerd, beraadslagen en beslissen in besloten raadkamer, terwijl alleen het vonnis met de gronden, waarop het rust, publiek wordt meegedeeld. Dat de Staten-Generaal en de Gemeenteraden in het publiek vergaderen is, omdat deze beide colleges het volk of de gemeente vertegenwoordigen, hier over de algemeene belangen, van het volk of de gemeente beraadslaagd wordt en hiercritiek en controle wordt geoefend op de daden der Regeering of van het Dagelijksch Bestuur der gfcineente.

Ook in ons kerkelijk leven gaat het daarom niet aan, met een beroep op den algemeenen regel, dat de publieke zaak publiek moet behandeld worden, aan de Kerkeraden den eisch te stellen, dat zij hunne vergaderingen in het openbaar zullen houden. Ook bet feit, dat bij onze Generale Synodes dit wel de gewoonte is, geeft nog geen recht om daaruit af te leiden, dat ook onze kerkeraden aan dien regel zich te houden hebben. Wie dat meent, vergeet dat het

karakter van beide vergaderingen gansch verschillend is. Een Synode is niet een bestuurscollege, waarin de hoogste ambtsdragers der Kerk saamkomen om beslissingen over de Kerk in haar geheel te nemen, zooals het Roomsche Kerkrecht dit wil, maar een vergadering, waarin de Kerken zelf saamkomen om door haar wettige vertegenwoordigers, door de Kerken zelf gekozen, over de algemeene belangen der Kerken te beraadslagen en te beslui­

ten. Dat de Hervormde Synode, die geen vertegenwoordiging der Kerken is, en wier leden niet door de Kerken. gekozen worden, maar als hoogste bestuursleden der Kerk saamkomen, in 't geheim vergadert, is volkomen te begrijpen. Maar met onze Synodes is, dit geheel anders, en daarom hebben o«k wij, omdat juist daarin het typisch verschil tusschen' ónze Synode en die der Hervormde Kerk uitkomt, er op gewezen, hoe de Synode der Hervormde Kerk een echt regenten-college is,

dat buiten het leven der Kerk staat, terwijl onze Synodes, die de Kerken vertegenwoordigen, publiek in een Kerkgebouw vergaderen en aan alle gemeenteleden toegang tot hare zittingen verleenen, zooals dit ook bij het Apostelen-convent te Jerusalem is geschied. Hier is de regel, dat de publieke zaak ook publiek behandeld moet worden, ten volle van "toepassing, want de Synode is in de eerste plaats geroepen de algemeene belangen der Kerken te behartigen.

Er is dan ook geen enkele reden denkbaar, waarom de beraadslagingen over hetgeen de belangen der Kerken in 't algemeen betreft, zooals de Confessie, de Kerkenorde, de Liturgie enz., niet in 't openbaar zouden kunnen gehouden worden. En waar het juist deze algemeene belangen der Kerken zijn, die den hoofdschotel van de Synodale tafel vormen, kan daarom de publiciteit hier regel wezen. Alleen wanneer tuchtzaken langs den weg van appel tot de Synode komen of de Synode geroepen wordt om benoemingen te doen, waarbij een bespreking van personen noodig is, vergadert de Synode in comitégeneraal, omdat het hier geen publieke, maar persoonlijke zaken geldt en voor persoonlijke zaken de regel geldt, dat ze niet publiek behandeld moeten worden.

Bij den Kerkeraad daarentegen staat de zaak geheel anders, omdat de Kerkeraad bestaat uit de ambtsdragers der gemeente, die geroepen zijn om de macht, door Christus hun geschonken, uit te oefenen, en dus in de eerste plaats om toezicht en tucht te oefenen . over de leden der gemeente. Het is vooral daarom, dat Calvijn van meet af op de instelling van een Kerkeraad heeft aangedrongen en dat onze Gereformeerde Kerken overal Kerkeraden hebben opgericht. Dat de Kerkeraad »de gemeente vertegenwoordigt", is volkomen juist en wordt in Art. XI onzer Kerkenorde en evenzoo in het Bevestigingsfor-

mulen van de Ouderlingen en Diakenen uitdrukkelijk gezegd; maar dat representeeren der gemeente mag toch niet worden opgevat in den zin, waarin onze Staten-Generaal wordt gezegd het volk te vertegenwoordigen of de Gemeenteraad de Gemeente representeert. Een volksvertegenwoordiging naast en tegenover de Regeering om voor de belangen en rechten van het volk op te komen, kent ons Gereformeerd Kerkrecht niet. De Kerkeraad is een college, dat de gemeente regeert,

en de leden van den Kerkeraad zijn dè ambtsdragers, die hun macht en autoriteit niet van de gemeente, maar van Christus, het Hoofd der Kerk, ontvangen. Het democratische element in onze Kerkinrichting schuilt dan ook niet daarin, dat naast het «geestelijke" ambt van predikant, dat boven de plaatselijke Kerk .staat, »leeken"ouderlingen gekozen werden als vertegenwoordigers van de gemeente, — want heel deze tegenstelling tusschen «geestelijken"

en »leeken" kent ons Gereformeerd Kerkrecht niet, — maar daarin, dat de regeering der Kerk niet bij één persoon staat, maar bij velen, en dat de gemeente .zelve deze ambtsdragers kiest en het recht van critiek en controle over deze ambtsdragers heeft. In dezen zin is het dan ook bedoeld, wanneer ons Bevestigingsformule zegt, dat de Kerkeraad »de geheele gemeente" representeert of vertoont. Dit slaat niet alleen op de ouderlingen, maar evengoed op de predikanten, waarom er dan ook uitdrukkelijk staat, dat > alzoo de ouderlingen en de predikanten, te zamen een college of gezelschap maken, zijnde als de Raad der Kerken; en dan vogt er op, »dat Christus daarop ziet, als hij zegt: zeg het der gemeente, want dat dit geenszins verstaan kan worden van alle lidmaten der gemeente, ieder in het bijzonder, maar zeer bekwaam van degenen die de gemeente, waarvan zij verkozen zijn, regeeren. <

Is het hoofddoel van den Kerkeraad dus om toezicht en tucht over de gemeenteleden te oefenen, dan volgt daaruit ook vanzelf, dat de vergaderingen van den Kerkeraad in den regel voor de gemeenteleden niet toegankelijk kunnen zijn. De zaak staat dus juist omgekeerd als bij de Generale Synodes. Daar is de hoofdzaak de behandeling van de algemeene belangen der Kerk en is dn publiciteit dus re< el, terwijl alleen bij besprekingen-van personen en van tucht-quaesties de deuren gesloten worden. Terwijl bij den Kerkeraad de bespreking van personen en de behandeling van tuchtgevallen de hoofdzaak is en dus de beraadslagingen niet publiek kunnen zijn. Bij het inkomen van attestaties of de afgifte daarvan zullen de personen, van wie zulk een attestatie inkomt of afgegeven wordt, besproken moeten worden.

En zulk em bespreking van personen kan niet in 't publiek geschieden. Evenzoo is dit met de candidaatstelling van ouderlingen en diakenen, want ook daarbij gaat het, weer om een bespreking van de personen. Hetzelfde geldt van de toelating tot het Heilige Avondmaal van degenen, die nog geen. belijdenis des gejoofs hebben afgelegd, want ook daarbij zullen de personen besproken moeten worden. Het rapport van de huisbezoeken door de ouderlingen afgelegd en de bespï*fekingen naar aanleidmg daarvan in den Kerkeraad gevoerd, dragen wederom een persoonlijk karakter, en het spreekt wel van zelf, dat geen gemeentelid daarbij toegelaten kan worden. Evenzeer geldt dit, wanneer bij den Kerkeraad aanvragen inkomen om kerkelijke huwelijksbevestiging, want, zoodra daarover beraad­

slaagd, en beslist moet worden, gaat het weer over persoonlijke quaesties. Zoo kan men heel het agendum nemen van de Kerkeraadsvergaderingen, vooral op onze dorpen, en wanneer men vraagt, welke punten daarvan voor een publieke behandeling geschikt zouden wezen, dan houdt men zoo goed als niets over. De beraadslagingen van den Kerkeraad, juist omdat zij schier uitsluitend over personen loopen, dragen uiteraard een intiem karakter en kunnen daarom niet in het publiek worden gehouden. Wie onze Kerkeraadsvergaderingen publiek zou willen maken, zou daarmede het doel, waartoe deze Kcrkeraadsvergaderingen gehouden worden, onmogelijk maken. Vandaar dat niet één Kerkeraad er dan ook over gedacht heeft om publiek te vergaderen, en onze vaderen, al stelden zij den toegang tot de Synodes open voor de gemeenteleden, dit nooit voor de Kerkeraden hebben gedaan.

Het recht van controle en critiek, dat aan de gemeenteleden toekomt, kan dus niet daarin bestaan, dat aan-hea toegang tot de Kerkcraadsvergaderingen wordt verleend, maar alleen daarin, dat de besluiten van den Kerkeraad openlijk aan de gemeente worden meegedeeld en, nu elk gemeentelid het recht ontvangt om daartegen bezwaren in te brengen. Daarom worden de attestatiëii, die-inkomen of uitgaan, van den kansel afgelezen; daarom wordt bij de verkiezing der ambtsdragers de medewerking der gemeente gevraagd; daarom worden de huwelijksbevestigingen twee Zondagen van te voren afgekondigd; en - daarom wordt geen tucht geoefend, of de gemeente wordt daarmede in kennis gesteld. Van het sine vobis de vobis: we beslissen over u maar zonder u, kan derhalve geen sprake wezen. Een hiërarchiek college, dat, zonder de gemeente er in te kennen, beslist, is de Kerkeraad niet. Bij elke belangrijke handeling wordt altoos de gemeente in staat gesteld te oordeelen, controle te oefenen, critiek uit te brengen.

Zonder de toestemming der gemeente, zij het ook dat deze meest stilzwijgend verleend wordt, kan de Kerkeraad geen beslissende handeling verrichten. Want heerschappij voeren over de gemeente mag de Kerkeraad niet. Maar dit alles is gansch vvat anders dan aan de gemeenteleden' het recht te willen geven, de voorafgaande beraadslagingen in - den Kerkeraad bij te wonen. De aard en het karakter van deze beraadslagingen zelf verbiedt dit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Komen we thans tot de vraag, of het

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1917

De Heraut | 4 Pagina's