Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volgt dus uit den aard en het karakter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volgt dus uit den aard en het karakter

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

der beraadslagingen, die in den Kerkeraad gehouden werden, dat zij niet publiek kunnen zijn, omdat die beraadslagingen meest over personen gaan en het toezicht raken dat de ambtsdragers over de gemeente hebben uit te oefenen, toch mag daaruit niet worden afgeleid, dat de gemeente buiten de handelingen van den Kerkeraad zou gesloten worden, het recht van critiek en controle haar zou worden ontnomen en zij slechts lijdelijk aan de beslissingen van den Kerkeraad zich zou te onderwerpen hebben, pvenzeer toch als we er eenerzijds tegen te waken hebben, dat de leer van de volkssouvereiniteit niet in de Kerk binnensluipt, die de bestuursmacht, door Christus aan de ambtsdragers geschonken, overbrengt naar de gemeenteleden en den Kerkeraad slechts beschouwt als een commissie, welke de besluiten van de gemeentevergadering heeft uit te voeren, — evenzeer moet aan de andere zijde zorg gedragen, dat elke hiërarchie in de Kerk worde voorkomen, dat het ambt der geloovigen tot zijn recht kome en dat de gemeen te steeds in staat worde gesteld om de handelingen der ambtsdragers aan Gods Woord te kunnen toetsen. Het Gereformeerd Kerkrecht bezit juist daarin zijn uitnemendheid, dat het beide uitersten, de hiërarchie van het ambt en de souvereiniteit van het volk, vermijdt en zoowel de bestuursmacht van het ambt als het recht van critiek en controle der gemeenteleden handhaaft naar het Woord van God.

Vandaar — aan het slot van ons voorgaand artikel wezen we er reeds op — dat naar het Gereformeerd Kerkrecht de Kerkeraad nooit zonder de gemeente kan handelen, maar bij elke gewichtige handeling verplicht is, ' van deze handelingen aan de gemeente kennis te geven. En deze kennisgeving dient volstrekt niet alleen om de gemeenteleden op de hoogte te houden van de besluiten door den Kerkeraad genomen, maar wel degelijk om de medewerking der gemeenteleden te vragen, opdat deze kerkelijke nandeling met goedkeuring van heel de gemeente geschiede. Deze medewerking en goedkeuring der gemeente bestaat dan niet daarin, dat de gemeenteleden sa^mkomen en, in een vergadering van de gemeente met meerderheid van stemmen uitmaken, of het voorstel van den Kerkeraad tot wettig besluit zal verheven worden.

Zoo wilden het wel de Independenten, maar" zoo wil het Gereformeerde Kerkrecht het niet. Want dan wordt de besturende macht weer aan den Kerkeraad ontnomen en naar de gemeente overgebracht. Een vergadering van de-gemeente behalve dan de samenkomst der geloovigen voor de bediening des Woords en der Sacramenten, kent - onze Kerkenorde niet. Art. 29 onzer Kerkenorde spreekt slechts van vierderlei kerkelijke samenkomst: de Kerkeraad, de Classis, de particuliere Synode en de Generale Synode. Zelfs dan wanneer de Kerkeraad de gemeenteleden oproe-pt voor de verkiezing der ambtsdragers, is dit niet een gemeentevergadering, waarbij de Kerkeraad het moderamcn vormt en de gemeenteleden de beslissende macht hebben, maar een vergadering van den Kerkeraad, waarbij de gemeenteleden vi^orden uitgenoodigd, om uit het hun voorgestelde dubbelgetal een keuze te doen. Maar wel bestaat de medewerking en goedkeuring der gemeente daarin, dat aan de gemeenteleden mededeeling geschieden moet van de gewichtige beslissingen van den Kerkeraad, opdat zij in de gelegenheid zijn óf hunne bezwaren daartegen in te brengen óf, zoo zij dit niet doen, dan door hun stilzwijgen deze handeling van derTKerkeraad ook hunnerzijds te approbeeren en goed te keuren. Daarom moeten de namen van hen, die tot het ambt verkozen worden, aan de gemeente worden m^-egedeeld, om de approbatie der gemeente daarop te verkrijgen, zooals in Art; S, 6 en 22 wordt voorgeschreven. Daarom kan geen huwelijk kerkelijk bevestigd worden, wanneer niet vooraf de afkondigingen zijn geschied aan de gemeente, «pdat ieder, die bezwaren heeft, dit aan den Kerkeraad kan meededen, zooals in onze liturgie staat. Daarom worden zoowel de attestaties van hen, die van elders komen, als van hen, die de gemeente verlaten, aan de gemeente bekend gemaakt, opdat heel de gemeente daarin gekend wordt. Daarom wordt.niemand tot het Avondmaal door den Kerkeraad toegelaten, of vooraf moeten de namen aan de gemeente worden bekend gemaakt, opdat ieder, die bezwaren heeft, deze bij den Kerkeraad kan indienen. En zoo wordt ook geen tucht geoefend, of, zoodra deze tot afsnijding zou leiden, moet eerst de afkondiging aan de gemeente geschieden, niet als bloote formaliteit, maar opdat heel de gemeente d, en dwalenden broeder vermane, en, wanneer Tiij aan deze vermaning geen gehoor geeft, in de ex-communicatie mede bewillige, zooals in het Formulier van den Ban uitdrukkelijk staat. Elke publieke handeling van den Kerkeraad moet z )o als 't ware gedragen en gesteund.worden door de goedkeuring der gemeente.

Voor zoover deze handelingen van den Kerkeraad dan.ook een publiek karakter dragen, worden de gemeenteleden daarbij nooit buitengesloten, maar is het veeleer eisch van het Gereformeerde Kerkrecht, dat deze handelingen in het midden van de vergadering der gemeente moeten geschieden, zopdat elk gemeentelid daarbij tegenwoordig kan wezen. Het sterkst komt dit uit bij de bediening der Sacramenten, want terwijl de andere Kerken de bediening der Sacramenten - ook buiten de saamkomsten der gemeente laten plaats vinden, eischt het Gereformeerde Kerkrecht, dat doop en avondmaal alleen in het midden der gemeente zullen bediend worden. Van huisdoop en huisavondmaal wil de Gereformeerde Kerk niets weten. Zelfs wanneer het Avondmaal aan kranken werd bediend, moeten toch niet alleen de ouderlingen, maar ook gemeenteleden erbij tegenwoordig zijn. De bevestiging van predikanten, ouderlingen en diakenen geschiedt nooit in den Kerkeraad, maar in de vergadering der geloovigen, opdat ieder gemeentelid bij het afleggen van de belofte tegenwoordig zou kunnen zijn. Ook de kerkelijke inzegening van het huwelijk wordt niet aan huis verricht, ook niet in de consistoriekamer van den Kerkeraad, maar in het kerkgebouw en in tegenwoordigheid der gemeente; waarom dan ook in de vragen bij de huwelijksbevestiging staat: bekent gij hier voor God en zijne heilige gemeente, dat gij genomen hebt en neemt enz. Evenzoo wordt de ban of uitsluiting uit de gemeente en de wederopneming van den boetvaardigen zondaar altoos uitgesproken in een samenkomst der geloovigen en niet in een besloten vergadering vaneden Kerkeraad, al is de handeling zelve een handeling van den Kerkeraad. En om ook daarop nog te wijzen, de toelating van jonge leden tot het Avondmaal door aflegging van belijdenis des geloofs, geschiedt in schier al onze Kerken publiek in de vergadering der geloovigen. Het voorafgaande onderzoek naar leer en leven moge door den Kerkeraad of een Commissie uit den Kerkeraad geschieden, maar de daad zelve, waarbij deze leden de stipulatiën aanvaarden, waardoor ze mondige leden der gemeente worden en tot het Avondmaal worden toegelaten, behoort niet voor den Kerkeraad alleen, maar voor heel de gemeente te geschieden.

Zoo blijkt dus uit^deze feiten wel, hoe ons Gereformeerd Kerkrecht de gemeente volstrekt niet buitensluit, maar weldegelijk eischt, dat de eigenlijke handelingen van den Kerkeraad een publiek karakter zullen dragen. De voorafgaande beraadslagingen en besprekingen, voorzoover zij het toezicht raken, door den Kerkeraad te oefenen, kunnen alleen in besloten vergadering plaats vinden. Maar de eigenlijke daad of handeling geschiedt in de vergadering der gemeente, draagt een publiek karakter en kan door elk gemeentelid worden bijgewoond.

Zelfs bestaat er natuurlijk geen het minste bezwaar tegen, dat de Kerkeraad, indien we 't zoo noemen mogen, publieke vergaderingen houdt, waarbij de gemeenteleden worden uitgenoodigd of het recht hebben tegenwoordig te zijn. Zulk een publieke Kerkeraadsvergadering vindt bijv. plaats bij de verkiezing der ambtsdragers, wanneer de gemeenteleden worden opgeroepen (> m uit een door den Kerkeraad opgesteld dubbel getal een keuze ie doen. Zoo schrijft onze Kerkenorde uitdrukkelijk voor, dat de diakenen rekening zullen doeii van hun beheer voor den Kerkeraad, en ook, zoo iemand daarbij wil zijn, voor de gemeente, op zulken tijd als de Kerker& ad het goedvinden zal (Art. 25). En zoo is er ook geen het minste bezwaar tegen, dat wanneer de Kerkeraad gewichtige beslissingen te nemen heeft, die het belang van heel de gemeente raken, de Kerkeraad dan een samenkom t houdt met de leden der gemeente, om de motieven, die tot die beslissing geleid hebben, aan de gemeenteleden mee te deelen en hun bezwaren of bedenkingen te vernemen. Zoo is dan ook, om dit eene voorbeeld te noemen, schier overal gehandeld, wanneer de Kerkeraden op een plaats, waar twee kerkformaties bestonden, tot saamsmelting wenschten over te gaan en dan, nadat de Kerkeradeh het concept-besluit hadden opgemaakt, een publieke kerkeraadszi'ting werd gehouden, waartoe de gemeenteleden werden uitgenoodigd, om hun bezwaren of opmerkingen mee te deelen. Natuurlijk is de bedoeling van zulk een samenkomst geenszins, dat niet de Kerkeraad, maar de gemeente zelve hierover te beslissen heeft, alsof de Kerkeraad alleen in kleinere zaken volmacht zou hebben te handelen, maar bij alle gewichtige vraagstukken de gemeente zou moeten beslissen, maar wel, dat de Kerkeraad in zulke gevallen de gemeenteleden eerst wil inlichten omtrent zijn bedoeling, hun wil aantoonen, waarom hij aldus handelen moet, en de bezwaren wil ondervangen of uit den weg ruimen. Bleek het bij zulk een samenkomst, dat het grootste deel der gemeente zich niet overtuigen liet en voor de beslissing nog niet rijp was, of dat gevaar van scheuring dreigde, wanneer de Kerkeraad toch doorging, dan zou de Kerkeraad de beslissing hebben uit te stellen en te arbeiden hebben, om de gemeente te overtuigen van hetgeen^Gods Woord van haar eischt. Met dwang kan de Kerkeraad de gemeente niet regeeren, alleen door de overtuigende kracht van het Woord Gods. Hetzelfde geldt natuurlijk evenzeer, wanneer de Kerkeraad beslissingen heeft te nemen, die rechtstreeks de rechten of verplichtingen der gemeenteleden raken. Zoo behoort de Kerkeraad, wanneer hij een regeling" vaststelt voor de verkiezing van de ambtsdragers, zulk een regeling niet buiten de gemeente om vast te stellen, maar in een samenkomst met de gemeenteleden te bespreken en hun de gelegenheid te geven, bezwaren tegen de regeling in te brengen. En hetzelfde is evenzeer raadzaam, wanneer de Kerkeraad besluiten neemt, waard oor een zwaardere fin an tieele last op de gemeenteleden wordt gelegd, zoo bij het aangaan van geldleeningen, het stichten van een nieuw kerkgebouw of een belangrijke verhooging van het tractement van den predikant. Hoe meer de Kerkeraad in deze beslissingen de gemeenteleden kent en door openhartige bespreking hun duidelijk maakt, waarom deze financieele uitgaven noodig zijn, hoe bereidwilliger de gemeenteleden ook zullen zijn, om hunne bijdragen te verhoogen. Ook de verantwoording van het financieele beheer behoort niet alleen voor den Kerkeraad, maar evenzeer voor de gemeenteleden te geschieden, ^oodat ieder, die dit wenscht, daarvan inzage kan verkrijgen, evenals dit bij het beheer der diakonieën door onze Kerkenorde voorgeschreven wordt.

Zoo is er dus, al zijn de Kerkeraadsvergaderingen zelf voor. de gemeenteleden niet toegankelijk, toch zeker geen sprake van, dat de gemeenteleden als onmondige leeken zouden behandeld worden, of dat zij slechts blindelings zouden te gehoorzamen hebben. Het ambt der geloovigen kan op deze wijze volkomen tot zijn recht komen, wanneer de Kerkeraad bij elk zijner handelingen de gemeenteleden in staat stelt, critiek en controle te oefenen. En daarop komt het bij de rechte verhouding tusschen den Kerkeraad en de gemeente aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Volgt dus uit den aard en het karakter

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1917

De Heraut | 4 Pagina's