Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De Heere uw God strijdt voor ulieden”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Heere uw God strijdt voor ulieden”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vreest ze niet, want de Heere uw God strijdt voor ulieden. Deuteronomium III : 22

Gedurig nog vindt de onjuiste voorstelling ingang, alsof bij strijd en worsteling wij zelve het zijn, die door onze krachtsinspanning het geding waarom 't gaat, tot beslissing brengen, en dat onze God, dien we aanroepen, hierbij niet anders doet, dan ons zijdelings zekeren bijstand verleenen.

De strijd gaat dan feitelijk buiten God om. Wij zelve zijn 't, die" met onze tegenstanders het geding uitvechten, en slechts voor een zeer klein deel komt dan vaak onze God ons te hulp en doet door die hulpe de balans aan de weegschaal omslaan.

Het staat dan zóó voor onzen geest, alsof wij, menschen, de groote worsteling des levens onder elkander uitworstelen, en alsof de hooge God hierbij slechts de toeschouwer is, die 't aanziet, en die, voorzoover zijn eere bij een averechtschen uitslag van de worsteling schade zou lijden, zich zijdelings zelf in de worsteling mengt, en deze tot zulk een beslissing brengt, als door zijn heiligen Naam gevorderd schijnt te worden.

Op zich zelf blijft dan de worsteling onder de kinderen der menschen het karakter van 't kinderspel dragen.

In de kinderkamer laat, wie toeziet, ook de kleinen meest aan zich zelf over, en slechts bij uitzondering, als men merkt, dat 't verkeerd loopt, of dat een kostbaar stuk huisraad in gevaar komt, grijpt men dan in en voorkomt 't ongeval. En zoo nu moet 't naar die opvatting ook in 't leven der raenschenkinderen toegaan. Ze worden aan zich zelven overgelaten en beslissen de worsteling zelf, en slechts een enkel maal, als de Heere speurt hoe 't misloopt, zou Hij dan uit den Hooge ingrijpen, en afwenden wat te duchten stond.

Geheel deze voorstelling komt er dan op neer, dat wij menschen 't zijti, die als groote kinderen den gang van het leven bestieren, en dat God de Heere niet dan bij uitzondering af en toe ingrijpt, om een ramp op aarde of een tekortdoening aan de eere van zijn heiligen Naam af te keeren.

Bij strijd zijn wij 't dan, die zelve den strijd aanbonden, en doorzetten, en beslechten, en slechts nu en dan treedt God de Heere tusschen beide.

Dit nu is uiteraard geheel onjuist ingezien. En vandaar dat de leider van Gods volk het aan Israel zoo ernstig op 't harte bond:

» Vreest uw vija? id niet, want de Heere uw God strijdt voor ulieden!”

Toch doet 't zich zoo telkens anders aan ons voor.

In het gemeene leven geraken we telkens onder den indruk, alsof 't de kinderen der menschen zijn, die den loop der - dingen in hun hand hebben, en alsof slechts nu en dan hooger bestel , 's menschen doen en laten komt beheerschen.

Zelfs het gebed leidt ons niet zelden tot die opvatting. Ook in het gebed toch is 't maar al te vaak, alsof wij 't zijn, die 't alles aanrichten en uitrichten, en alsof slechts een enkel maal, als de nood persen gaat, Hooger Hulpe moet worden ingeroepen. Dit spreekt zelfs zoo sterk, dat verreweg de meesten, zoolang hun goede gezondheid gegund blijft, aan hun werk tijgen zonder anders dan formeel, of ganschelijk niet, te bidden, en eerst dan tot wezenlijke smeeking om Goddelijken bijstand komen, als ziekte hen aangreep of nood hen onmachtig maakt.

Er is onderscheid, en veilig mag gezegd, dat 't met name de Calvinisten zijn, die er van jongs af aan zelfs hun kroost aan wenden, om in alles het krachtsbetoon en de beslissing van God af te bidden en het steunen op eigen kracht te verzaken, terwijl omgekeerd de Remonstrant en de Roomsche meer in 't nadruk leggen op eigen inspanning heil zoekt.

Dit leidt dan tot tweeërlei eenzijdigheid. Eenerzijds bij den Calvinist, die maar al te vaak wat men noemt bij de pakken gaat reerzitten, en anderzijds bij den meer PeJagiaanschgezinde, die heil in eigen krachtsontwikkeling zoekt. De oude strijd tusschen 't heil uit 't geloof en 't heil uit de werken. Gevolg waarvan blijkens de historie is, dat op beslissende oogenblikken de Calvinist, maar in den tragen gang van 't gewone leven, vaak de Pelagiaan tot meer in staat bleek.

Die tegenstelling nu vloeit eeniglijk voort uit het eindig karakter van alle mensclielijk doen, en het eeuwig, oneindig karakter van het doen Gods.

Niet aan ons staat de beschikking over 't leven, om dan voorts slechts een klein stukske ervan aan Gods beschikking over te laten, maar alle beschikking komt van Boven, en nu ligt hierin de oorzaak van de dooreenmenging van het ongelijke, dat ons eindig handelen m den tijd beheerscht woidt door het Voorzienig bestel Gods in 't eeuwige, en dat het ons volstrekt onmogelijk is, deze twee tegen elkander overstaande opvattingen van het eeuwige en oneindige, het tijdelijke en het eindige in zuivere harmonie saam.te strengelen.

Ge weet zeer wel, dat ieders levensduur reeds bij zijn geboorte vaststaat en bepaald is, en toch zult ge, als een uwer lieve panden krank wordt, en de arts zegt u, dat de kr^kheid een gevaarlijk karakter aannam, uw God op uw knieën om afwending van het levensgevaar bidden.

Daar gaat men dan van twee kanten tegen in. De één zal u dan zeggen: Laat af van dat bidden. Levensverlenging komt toch nooit. En de ander zal u toeroepen, dat ge zelfs van alle medicijn moet afzien, want dat 't gebed voor uw kranke toch immers het eenig ware medicijn is.

Die tegenstrijdigheid nu is uit ons besef niét weg te nemen, en de uitkomst toont dan ook, dat, waar echte Godsvrucht heerscht, de twee schijnbaar niet te vereenigen levensraderen toch vanzelf in elkaar grijpen.

Tot het uiterste beproeft men al wat doenlijk is, om 't leven van zijn kranke te redden, en toch weer rust de ziel in de stille geloofsberusting, dat onze dagen en jaren bij God geteld zijn, en dat 't toch alles toegaat en toegaan zal, gelijk de Heere 't over ons beschikt heeft.

En dit immers gaat evenzoo door, waar het niet ons levensbehoud en niet ons leven geldt, maar waar het om den geestelijken strijd in 't leven gaat.

Dan poogt wie uit het geloof den geestelijken strijd tegen zonde en ongerechtigheid voert, door inspanning van alle kracht en door samenwerking met gelijkgezinde geestverwanten, den onheiligen tegenstand te bezweren, en^ te zegevieren door Gods kracht. En de ander wil dit ten slotte ook, doch zoekt veeleer heil in eigen inspanning, en waant 'c buiten God te kunnen afdoen. En hierop nu slaat Mozes uitroep inzake Jozua: sVreest uw vijanden niet, want de Hecre, uw God, strijdt voor ulieden.«

Ook hier nu gaat door war we bij den doodelijk kranke vinden. Ook hier toch komt 'i op tweeërlei aan. Eenerzijds op volle aanwending van uw kracht, op toespitsing van uw beleid, en op dege samenwerking met uw geestverwanten, maar toch zal dit alles u nimmer uw doel doen bereiken, zoo uw God niet voor en met u strijdt.

Godes is al zulke strijd in het rijk der geesten, en dan alleen zal in dien strijd ook aan u de finale triomf blijven, zoo niet gij 't al doorzetten en voleinden wilt, en uw God u daarbij helpt, maar zoo, geheel omgekeerd, uw God den strijd met de hulp van zijn Engelen voert, en zoo gij als instrument door uw God in die worsteling gebezigd wordt.

Altoos blijft er tweeërlei actie. Uw God handelt, en gij moet als zijn instrument dienst doen. En al staal 't dan vaa^ voor uw besef, alsof gij de handelende persoon waart, en uw God u slechts hulpe verleendet, toch is en blijft 't juist omgekeerd. De strijd is Godes, en gij hanteert in dien strijd uw geestelijk wapen onder de order die niet van eenig mensch, maar alleen van uw God uitgaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's

„De Heere uw God strijdt voor ulieden”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's