Zedelijke verwildering.

In plaats, dat door den ernst van den toestand, waarin we verkeeren, ons volk tot boete en bekeering geleid wordt, schijnt het veeleer alsof de booze hartstochten te meer vrij spel krijgen.

Onder de jeugd neemt de tuchteloosheid en bandeloosheid hand over hand toe.

Diefstal, roof en inbraak zijn aan de orde van den dag. Wie zijn rijwiel ook maar een oogenblik onbeheerd laat staan^ is het kwijt. En menigeen waagt het nauwelijks meer 's avonds het huis te verlaten, uit vrees voor een bezoek van ongenoode gasten.

Het langdurig verblijf van onze manschappen in het Ifeger, ver van hun vrouw en gezin, werkt de verwildering in de hand en geeft tot allerlei onzedelijkheid aanleiding. Het getal van geslachtsziekten, die daarvan het gevolg zijn, klimt onrustbarend en bedreigt de gezondheid van ons volk.

Over corruptie onder degenen, die geroepen zijn óm voor de levensmiddelenvoorziening te zorgen, wordt openlijk geklaagd. De geldgierigheid, die, zooals de Apostel zegt, een wortel is van alle kwaad, verleidt menigeen tot oneerlijke praktijken.

En onder het volk, dat wel hard gedrukt wordt door de maatregelen, die de Overheid nemen moet om met de beschikbare voorraden toe te komen, komt een geest van ontevredenheid en verzet, die niet alleen in woorden, maar ook in daden zich uit. Wat men niet langs geoorloofden weg verkrijgen kan, wordt met geweld genomen. Honger is èen scherp zwaard. Waar deze geest van zedelijke verwildering steeds verder om zich heen grijpt, is er wel oorzaak om ons Christenvolk te wijzen op zijn hooge roeping om naar Christus woord een zout en licht te zijn, waardoor dit zedelijk bederf wordt tegengegaan en geweerd.

Zoo licht toch sluipt deze booze geest ook in onze kringen binnen. Het is een geestelijke infectie, die in de lucht zit. Schier onwillekeurig wordt men er door besmet. En al zal men natuurlijk zulke misstanden in hun groven. vorm afkeuren en veroordeelen, er zijn allerlei gedienstigheden van v de practijk, die vooral wanneer het eigenbelang in' het spel komt, worden toegelaten, ook al zijn zij niet in overeenstemming met de strenge, eischen die Gods e Woord ons stelt. Zoo wordt de standaard van het zedelijk leven verlaagd. En wanneer aldus het zout, dat het bederf tegen moest houden, smakeloos is geworden, waarmede zal het gezouten worden ? Het deugt nergens meer toe dan om buitengeworpen en door de menschen vertreden te worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen