Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons heerlijk Hemelvaartsfeest kwam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons heerlijk Hemelvaartsfeest kwam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 1o Mei 1918.

Ons heerlijk Hemelvaartsfeest kwam opnieuw de glorie ons verkondigen van onzen Koning, die, na op aarde de bangste worsteling met de macht der duisternis te hebben bestaan, als overwinnaar weerkeerde naar den hemel en daar gezeten is aan de rechterhand Gods, van Wien hij alle macht in hemel en op aarde ontvangen heeft.

Daarom gaat van die hemelvaart van Christus weer de roepstem: sursum corda, de harten omhoog, tot ons uit. Christus heeft door ten hemel op te varen het geestelijk middelpunt van ons leven verplaatst van deze aarde naar den hemel. Het ware leven moet voor Gods kind niét op aarde zijn, maar daarboven, waar Christus is, ons heerlijk Hoofd. Hier op aarde zijn we gasten en vreeriidelingen, maar ons ware vaderland is in den hemel, waar Christus is heengegaan om plaats voor ons te bereiden. Waar uw schat is, zegt Christus zelf, daar zal uw hart zijn, en is de beste schat van den Christen niet het leven dat in Christu%verborgen is bij God en eens in' de voleinding" der eeuwen in volle schittering zal worden geopenbaard?

Het is wel goed, dat ons Hemelvaartsfeest ons dat weer herinneren koint, want we loopen gevaar, vooral nu de zorgen van ons dagelijksche leven zich zoozeer vermenigvuldigen, té veel in het stoffelijke en aardsche op te gaan. Waar het hart vol van is, vloeit de mond van over, zegt de wijze Spreukendichfer, en-wanneer ge naar dien maatstaf beoordeelt wat in veler hart omgaat, dan schijnt het, alsof het geestelijke schier geheel op den achtergrond is geraakt en het aardsche dverheerscht. Leg uw' oor te luisteren naar de dagelijksche gesprekken om u heen, zelfs op den Dag des Heeren, et^ ge vangt zoo zelden een geestelijken toon op, w§aruit de warme bezieling van het geloofsleven u tegen rüischt; het is alsof veler gedachten schier uitsluitend opgaan in de vraag, wat we eten, waarmede we ons kleeden, hoe we door deze zorgvolle tijden ons heenslaan zullen. We zijn naar onze natuurlijke geboorte „uit de aarde aardsch". Dat aardsche hangt ook bij een kind van God als looden gewicht aan de vleugelen der ziel, doet ons telkens weer kleven aan het stof en belernmert óns om onzen wandel in den hemel te hebben. Dreigt dit gevaar ons steeds, hebben we altoos er mee te worstelen, des te grooter wordt het; , als gebrek en kommer kloppen aan de deur van ons huis, we gebukt gaan onder de zorg van ons 'dagelijksch brood en de last van het leven al zwaarder op ons drukken gaat. Dan is het alsof de veerkracht der ziel verlaiht om ons uit dit aardsche leven weer los te maken en door het geloof ons weer"op te heffen naar boven, , waar alleen de gemeenschap met Christus, onzen Heiland, kan worden gesmaakt.

Moge daarom de bezielende kracht, die van ons Hemelvaartsfeest uitgaat, ook door ons Christenvolk weer ervaren worden. Zoo wanneer ik verhoogd zal zijn, heeft Christus zelf gezegd, zal ik ze allen tot mij trekken. Gelijk de magneet het ijzer aantrekt, zoo gaat er van onzen verhoogden Koning een wonderbaar-geheimzinnige aantrekkings-. kracht uit tot de harten der zijnen. Aan zich zelf overgelaten, zouden ze door de wet der zwaartekracht gebonden blijven aan de aarde, maar wanneer Hij ze trekt, dan ontworstelen ze zich aan de boeien en kluisters dezer wereld en zeggen met den Psalmdichter: 'k Hef mijn hart, o God der goden, tot u *op. Calvijn heeft dat zoo wonder rijk ep schoon gevoeld, toen hij daarin de heerlijke beteekenis van het Avondmaal rzocht, niet dat Christus op aarde nederdaalde om in brood en wijn ons met zijn vleesch en bloed te voeden, maar dat hij onze harten optrok in den hemel om daar de innigste gemeenschap met hem te oefenen. En dat is het wat ook ons Hemelvaartsfeest ons telkens weer prediken komt. Want dat Hemelvaartsfeest verkondigt ons niet alleen de glorie var onzen Heiland, die in de hoogte is opgevaren, de gevangenis gevankelijk-heeft weggevoerd en gaven heeft uitgestort tot dej^ menschen troost, maar het roept ons ook toe, dat onze wandel in den hemel moet zijn, want we zijn met Hem in den hemel gezet, en waar Hij is, daar zal ook zijn discipel zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Ons heerlijk Hemelvaartsfeest kwam

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's