Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overgang tot de Hervormde Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overgang tot de Hervormde Kerk.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een land van zoo gemengde bevolking als het onze komen overgangen van de eene Kerk tot de andere telkens voor. Allerlei invloeden kunnen daarbij in het spel zijn. Het kan zijn de oprechte overtuiging, dat men in de Kerk, waartoe men overgaat, God den Heere beter dienen kan dan in de Kerk, waarin men geboren is. Maar er kunnen ook andere, minder eerbiedwaardige motieven zijn. De eene breekt met zijn Kerk, waartoe hij behoorde, omdathij het met den sdominé* niet vinden kan, alsof de predikant de Kerk uitmaakt, of omdat de Kerkeraad hem onder censuur stelde en hij voor die censuur met buigen wil. Een. ander — en vooral dit geval doet zich niet zelden voor, — doet een gemengd huwelijk en wordt dan meegesleept door den invloed van zijn vrouw, of brengt, om de eenheid in het huwelijk niet te schaden, zijn kerkelijke overtuiging ten offer.

Maar of deze motieven eerbiedwaardig zijn of niet, of zij voortkomen uit een besliste geloofsovertuiging dan wel zwakheid van karakter verraden, de Kerk kan deze overgangen niet beletten. Niet alleen, dat wij leven in een vrij land, waar ieder voor zich zelf beslissen mag, tot welke Kerk hij wil behooren, maar ons Protestantsch beginsel verzet zich lijnrecht tegen eiken dwang om iemand tegen zijn wil of overtuiging aan een Kerk te verbinden. Zulk een breken met de Kerk, waartoe men behoort, moge voor God zondig zijn, vooral wanneer men een zuivere Kerk verlaat om t'ot een minder zuivere Kerk over te gaan, maar de Kerk zelf kan, anders dan in den weg van vermaning, hier niets tegen doen. Wat Voetius als het wezen der geïnstitueerde Kerk aangaf, dat zij is een vrij'willig aangegane gemeenschap der geloovigen, drukt volkomen dit Protestantsch beginsel uit. De band aan de Kerk moet op vrijwillige verbintenis berusten. Het: dwingt ze om in te gaan is ons niet alleen een gruwel, maar ook het: dwingt ze om, te blijven. Dwang om iemand, die met de Kerk, waartoe hij behoort, breken wil, te dwingen in die Kerk te blijven, is voor ons Protestanten ongeoorloofd.

Zelfs hebben onze Gereformeerde Kerken vplkomen terecht geoordeeld, dat over dengene, die met de Kerk breekt, om tot een andere Kerk over te gaan, geen censuur of tucht mag worden geoefend. Al mag op het standpunt, dat we zelf innemen, zulk een overgang zonde wezen, de Kerk kan over deze zonde geen tucht oefenen, omdat de tucht alleen gaat over degenen, die tot de Kerk behooren, maar niet over degenen, die buiten de Kerk staan. En door met de Kerk te breken, houdt men op een lidmaat der Kerk te zijn. Zelfs wanneer dit geschiedt niet uit eerlijke overtuiging, dat men in een andere Kerk hoort, maar uit zondige motieven, dan nog heeft de Kerkeraad zich van tuchtoefening te onthouden. Het oordeel ontgaan dezulken daarom niet, maar dit oordeel moet dan aan God worden overgelaten, zooals de Apostel zegt: die buiten zijn, oordeelt God.

Maar al moet deze vrijheid geëerbiedigd en al kan de Kerk zulke overgangen niet beletten, toch spreekt het evenzeer van zelf, dat een Kerk, die optreedt als de Gereformeerde Kerk, d. w. z. die belijdt, dat zij de waarheid Gods het zuiverst bezit in haar belijdenis en die het best handhaaft in het kerkelijk leven, zulk een breken met haar gemeenschap van wie tot haar behoorde, nooit anders dan als een zondige daad kan beschouwen, waartoe zij niet medewerken kan of mag. Een Kerk, die zelf zou medewerken om dengenen, die haar verlaten, dit gemakkelijk te maken en dien overgang te bevorderen, zou daarmede prijsgeven haar pretentie van de zuiverste openbaring van de ware Kerk te zijn.

Hieruit volgt van zelf, dat wanneer een lidmaat onzer Kerk, die bijv. naar de Hervormde Kerk wil overgaan, om een attestatie vraagt, de Kerkeraad aan dit verzoek niet kan voldoen. Het is wel onder ons volk de gewoonte geworden, dat wanneer men met zijn Kerk breken wil, men dan zijn sattestatie opvraagt" en dit »opvragen van zijn attestatie" is in den volksmond gelijkluidend geworden met het opzeggen van het lidmaatschap, maar aan deze verkeerde volksgedachte mag niet worden toegegeven. Een attestatie is niet een bewijs van lidmaatschap, dat zoolang men lid is bij den Kerkeraad berust en wanneer men vertrekken wil, daarom als rechtmatig eigendom kan opgevraagd worden, maar is een getuigenis van den Kerkeraad, dat men zuiver is in belijdenis en godzalig in den wandel en daarom als lidmaat van de Kerk wordt aanbevolen aan de hoede en zorg van de Kerk, waarheen men zich begeven wil. Zulk een attestatie kan de Kerkeraad daarom alleen geven aan degenen, die naar een andere plaats vertrekken en daar zich voegen willen by een Kerk, waarmede de Kerkeraad, die deze attestatie afgeeft, in kerkelijk verband staat. Dit behoeft daarom nog niet altoos een Kerk te wezen, die behoort tot dezelfde Kerkengroep. Attestaties kunnen ook worden afgegeven naar kerken in 't buitenland, mits de Kerkeraad dan weet, dat deze buitenlandsche Kerk dezelfde belijdenis heeft, een zuivere openbaring van Christus Kerk is en het lidmaat der gemeente aa.n de zorg van deze Kerk' kan worden toebetrouwd. Het geven van een attestatie geschiedt dan op voet van wederkeerigheid ; er ligt een erkenning in, dat men elkander over en weer als zusterkerken erkent. Maar een attestatie afgeven naar een andere Kerk in^ ons vaderland, hetzij dit dan de Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerk of een vrije Gereformeerde gemeente is, afgeven aan een lidmaat, die breekt met onze Gereformeerde Kerken, is niet geoorloofd. Geheel afgedacht van de vraag, hoe men over h"et karakter van deze Kerken te oordeelen heeft, leven wij met deze Kerken in geen kerkelijk verband en kan daarom, nog. daargelaten dat zulk een overgang door ons nooit goedgekeurd kan worden, zulk een lidmaat ook nooit door ons aanbevolen worden aan den Kerkeraad van een dezer Kerken. Ook de verkapte vorm, waarin men dit wel eens vraagt, doordat men geen attestatie verzoekt in eigenlijken zin, maar alleen een bewijs, dat men lidmaat der Kerk geweest is en belijdenis des geloofs heeft afgelegd, maakt geen het minste verschil. Een bewijs, dat men lidmaat der Kerk en tot het Avondmaal gerechtigd is, is feitelijk een attestatie, en bovendien kan men aan iemand, die breekt met de Kerk en daarmede naar ons oordeel een zondige daad doet, die alleen daarom niet met censuur gestraft wordt, omdat het breken met de Kerk deze censuur onmogelijk maakt, geen getuigenis mêe geven, dat hij een lidmaat der gemeente en tot het Avondmaal gerechtigd was. Onze Kerken vragen dan ook aan degenen, die van de Hervormde Kerk tot ons overkomen, zulk een attestatie niet, en zelfs wanneer deze. wordt meegebracht, heeft zulk een attestatie voor onze Kerken geen waarde.

Anders staat het daarentegen wanneer zulk een lidmaat, die met de Kerk brfiekt, een bewijs vraagt, dat hij in onze Kerk gedoopt is. Zulk een bewijs is niet een soort attestatie of doopattest, maar alleen een extract uit de doopregisters, waaruit blijkt, dat zoo iemand in onze Kerken den doop ontvangen heeft. Een dergelijk bewijs of extract uit het doopregister behoort o. i. niet geweigerd te worden. Het Sacrament van den Doop toch is de band der eenheid, die nog alle Christelijke Kerken vereenigt en daarom door alle Kerken erkend wordt. Komt in het Avondmaal de gemeenschap met de bijzondere Kerk uit, en kan men daarom maar in ééne Kerk tot het Avondmaal worden toegelaten, de doop 'geeft uiting aan de katholiciteit der Kerk en wie in de eene Kerk gedoopt wordt, wordt daarom in een andere Kerk niet weder gedoopt. Weigerde de Kerk nu zulk een bewijs af te geven, dat men 'gedoopt is, dan zou de Kerk, tot welke zoo iemand zich begeeft, geen zekerheid hebben, of de doop wel wettig aan dien persoon bediend is en allicht tot herdoop kunnen overgaan. Juist om te voorkomen, dat een herdoop plaats vindt, mag de Kerk zulk een bewijs, dat iemand gedoopt is, niet weigeren. Ook onze Kerken vragen aan degenen, die van een andere kerkelijke gemeenschap tot ons ©verkomen, wanneer er twijfel over hun doop bestaat, wel degelijk een doopbewijs. En wat men zelf vraagt, kan men aan andeie kerken niet weigeren. Omdat de doop van de eene Kerk door de andere Kerk erkend wordt, ook al staan deze Kerken verder in geen kerkelijk verband, ja al staan zij principieel lijnrecht tegenover elkander, behoort elke Kerk dan ook bereid te wezen, in een officieel kerkelijk ^tu, k .het feit, dat de doop heeft plaats gevonden, - te getuigen. Bij het Avondmaal staat de zaak anders, omdat de belijdenis des geloofs en de toelating tot het Avondmaal altoos alleen geldt voor de Kerk, waartoe men behoort, en deze toelating voor andere Kerken geen effect heeft. M^ie uit een andere Kerk overkomt, moet opnieuw belijdenis des geloofs afleggen en-tot het Avondmaal worden toegelaten, maar hij behoeft niet opnieuw gedoopt te worden en mag dit zelfs niet.

Het bezwaar dat de Kerkeraad, door zulk een bewijs van den. doop af te geven, feitelijk medewerkt om zulk een lidmaat den overgang tot eene andere Kerk mogelijk te maken, houdt dan ook geen steek. Van medewerking aan een zondige daad is hier geen sprake. Alleen van het getuigenis geven van een feit, dat heeft plaats gehad, n.l. de bediening van den doop, welk getuigenis, dient juist om een zondige daad, den herdoop te-voorkomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Overgang tot de Hervormde Kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1918

De Heraut | 4 Pagina's