Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Gaan we thans na, wat we onder een schijnkerk te verstaan hebben, dan moet in de eerSte plaats worden opgemerkt, ten einde begripsverwarring te voorkomen, dat schijnkerk en valsche Kerk niet hetzelfde is.

Het begrip > schijnkerk" was bij pnze vaderen onbekend. Zij spreken in Artikel XXIX van onze Confessie alleen van de l ware en de valsche Kerk en geven de kenteekenen aan, waaraan deze beide soorten van Kerken-te onderkennen zijn. Gaat men jn dit Artikel de beschrijving van de valsche Kerk na, dan behoeft het wel geen betoog, dat daarbij bepaaldelijk gedacht is aan de Roomsche Kerk. Elke trek toch, waarmede hier het beeld der valsche Kerk geteekend wordt, is aan de Roomsche Kerk ontleend, zooals deze in de voorstelling onzer vaderen leefde. Het was deze Kerk die »zich zelf en haren ordinantiën meer macht en autoriteit toeschreef dan den Woorde Gods en zich aan het juk vari Christus niet wilde onderwerpen; die de Sacramenten niet bediende, gelijk Christus in Zijn Woord verordend heeft, maar daaraan af en toedeed; gelijk als het haar goeddacht; die zich meer op de menschen dan op Christus grondde; en die degenen vervolgde, die heiliglijk naar het Woord van God leven en haar bestraffen vanwege hare gebreken, geldgierigheid en afgoderijen». Al werd de naam der Roomsche Kerk hier niet uitdrukkelijk genoemd, dat heel deze beschrijving van de valsche Kerk aan de Roomsche Kerk haar oorsprong dankt, zal wel niemand ontkennen. Het beeld van de ware Kerk kon aan de Schrift ontleend worden ; dat van de valsche Kerk niet, omdat er in de dagen der Apostelen nog geen valsche Kerk bestond. Hoogstens kan men zeggen, dat evenals het licht de schaduw en de positieve de negatieve reeks bepaalt, zoo ook het beeld, dat de Schrift van de ware Kerk ons teekent, tegelijk, wanneer m'en het omzet in het tegendeel, het beeld der valsche Kerk ons geeft. Is de ware Kerk zij, die alleen aan Gods Woord alle macht en autoriteit in de Kerk toekent en Christus als den eenigen Koning der Kerk eert, dan is de valsche Kerk zij, die aan hare ordinantiën meer macht toekent dan aan Gods Woord en zich meer op menschen dan op Christus grondt. Draagt de ware Kerk zorg de sacramenten te bedienen naar Christus - instelling, de valsche Kerk doet daaraan af of toe naar haar goedvinden. En gebruikt de ware Kerk de tuchtoefening tegen degenen die'onheilig leven, de valsche Kerk misbruikt de tuchtjuist tegen dengene, die heiliglijk naar Gods Woord wil leven.

Intusschen heeft men hierbij wel in het oog te houden, dat al neemt onze Confessie de tegenstelling absoluut, d.w.z. al spreekt ze alleen van de ware en de valsche Kerk, hiermede toch allerminst bedoeld is, dat in de werkelijkheid geen verschil in graad bij beiden zou voorkomen. Dat de Luthersche Kerk een ware Kerk van Christus was, werd door onze vaderen nooit ontkend, evenmin als ze dit zouden ontkend hebben van de Engelsché Episcopaalsche Kerk, ook al spraken ze tegelijk uit, dat in deze beide Kerken veel gebreken en misstanden gevonden werden. De hiërarchische inrichting van de Episcopaalsche Kerk in Engeland en de ovepheids-heersch& ppij in de Luthersche Kerk deden aan de heerschappij van Christus als Koning der Kerk. te kort. Aan de zuivere prediking van het Evangelie 'ontbrak in beide Kerken nog veel, en wat de bediening der sacramenten betreft, was tnenig superstitieuse ceremonie uit de Roomsche Kerk behouden. En wat de tucht aingaat, zoo werd deze vooral in de Luthersche Kerk schier geheel verwaarloosd of ze richtte zich tegen de Calvinisten, die zeer scherp werden vervolgd in Luthersche landen. Maar al is vooral ten opzichte van de Luthersche Kerk daarom wel eens de vraag gerezen, of deze Kerk nog wel als een war* Kerk van Christus beschouwd kon worden en of zij geen valsche Kerk moest heeten, toch hebben de Gereformeerden, over het algemeen genomen, de Luthersche Kerk als zusterkerk erkend, omdat deze Kerk de hoofdwaarheden van het Evangelie vasthield en, ook wat de sacramenten betreft, toch in tegenstelling met de Roomsche Kerk alleen doop en avondmaal als de door Christus voor de Kerk ingestelde sacramenten aannam. Zoo maakte althans voor de Luthersche en Episcopaalsche Kerk de absolute tegenstelling van de ware en »alsche Kerk plaats voor die van de zuivere en minder zuivere Kerk plaats. Het verschil werd hier niet absoluut, maar relatief genomen. Getoetst aan de kenmerken voor de echte of ware Kerk opgegeven, was de Gereformeerde Kerk de zuiverste, terwijl deze andere Kerken een minder zuivere gestalte vertoonden. Zooals men ook bij echt goud toch onderscheid maken kan tusschen goud van 24 en van 18 en van 14 karaat.

En eV'*nzoo dient wel in het oog te. worden gehouden, dat dit relatieve graadverschil ook bij hetgeen onze Confessie de > valsche Kerk" noemt, voorkomen kan. Zelfs kan men zegden, dat de omschrijving, die onze Confessie van de valsche Kerk geeft, tot op zekere hoogte met dit relatieve rekening houdt. Dit komt daaruit voort, dat bij de beschrijving van de ware Kerk men zich houden kon aan het ideale beeld, dat de Schrift van de Kerk ons. teekent, maar dat het beeld der valsche Kerk aan de werkelijkheid ontleend werd, d.w.z. aan de Roomsche Kerk. Nu kan natuurlijk niet beweerd worden, en ook onz^ Vaderen hebben dit nooit beweerd, dat 'de Roomsche Kerk de valsche Kerk in absoluten zin genomen was. De valsche Kerk in absoluten zin genomen is de Kerk van den Antiehrist, die. eerst aan het einde der dagen zal komen. Zooals in den Antichrist, d.w.z. den mensch der zonde. Satan tegenover Christus een tegen-Christus stellen zal, zoo zal deze Antihrist tegenover de Christelijke Kerk een anti-Christelijke Kerk oprichten, die in alles het tegendeel van de Christelijke Kerk wezen zal. De Antichrist »zal als een God in den tempel Gods zitten, zich vertoonende, dat hij God is«. (II Thess. 2 : 4). Hij zal een Kerk hebben en een eerdienst; hij zal

een eigen sacrament hebben, waarmede bij de menschen verzegelen zal; hij zal een eigen Bijbel in de plaats van de Schrift stellen en voor Gods Woord uitgeven, en hij zal tucht uitoefenen tegen allen, die hem niet willen aanbidden. Heel de vorm der Christelijke Kerk wordt door hem overgenomen ; hij zal ook een bediening van woord en sacrament hebben ; een eeredienst en een kerkregeering, maar dat alles zal in plaats van Goddelijk, Satanisch wezen, het zal de geheele omkeering zijn van de door God gestelde orde. Dat eerst is de valsche Kerk in absoluten zm genomen, evenals de Antichrist, de mensch der zonde, de valsche Christus is.

Nu is het zeker waar, dat onze vaderen er toe neigden om in den Paus van Rome den Antichrist te zien. maar ze hebben daarom toch nooit de Roomsche Kerk voor een absoluut anti-christelijke Kerk durven verklaren. Zooals Calvijn zelf het uitdrukte, waren daarvoor in de Roorhsche Kerk nog te veel overblijfselen van de Christelijke Kerk te vinden. De verwoesting die de Pauselijke hiërarchie in de Kerk had aangebracht, had toch tê midden van de bouwvallen nog een stuk van de Christelijke Kerk overgelaten. Hoezeer de sa cramenten vervalscht waren geworden, althans bij den doop was het wezen van het sacrament nog gebleven, want de doop werd nog bediend in den naam van Vader, Zoon en Heiligen Geest, en God de Heere had ook in de Roomsche Kerk nog de werking der wederbarende genade, die de doop vergezelt, niet teruggenomen. Hoezeer het ambfc vervalscht was geworden, toch was het ambt daarom nog een Goddelijk ambt gebleven, want de roeping tot het ambt kwam van God, en Calvijn eischte niet dat de ambtsdragers der Roomsche Kerk hun ambt, zouden neerleggen, maar dat zij hun ambt naar Gods Woord zouden bedienen. Zelfs beriepen de Reformatoren, wanneer zij van Roomsche zijde gevraagd werden naar de wettigheid van hun ambt, zich daarop, dat zij, toen zij nog in de Roomsche Kerk waren, wettig tot dit ambt geroepen waren en deze roeping een Goddelijke roeping was.' En zoo was hun oog ook volstrekt er niet voor gesloten, dat de Roomsche Kerk, in tegenstelling met secten als de Libertijnen, nog vasthield aan het gezag der Heilige Schrift, en dat zij in de fundamenteele geloofsstukken zooals van de Drieëenheid, de Schepping door de Almacht Gods, de zondeval van den mensch en de verlossing door Christus' dood, nog aan de leer, der Schrift vasthield. Zelfs erkende Calvijn daarom, dat God de Heere nog geen scheidsbrief aan 'de Roomsche Kerk had gegeven, want dat Hij met Zijn Geest en genade, trots al haar zonde en afdwaling, nog altoos in haar midden werken bleef. Zoo was in de Roomsche Kerk, hoezeer ze gedeformeerd en vervalscht was, toch nog een stuk der Christelijke Kerk overgebleven en was er in haar nog een werkelijk sacrament en een werkelijk ambt. De Fransche Confessie spreekt dit nog veel scherper dan onze Geloofsbelijdenis uit, want zij zegt, dat »hoewel in de Roomsche Kerk de zuivere waarheid Gods gebannen was en de Sacramenten^er zijn verdorven en verbasterd, nochtans door ons erkend wordt, dat er een klein overblijfsel van het Christendom in gezien wordt en zelfs de substantie van den doop er is gebleven: en dat aangezien de werking en kracht van den doop niet afhangt van hem, die den doop bedient, daarom degenen die in deze Kerk gedoopt waren, nieti opnieuw behoefden gedoopt te worden". Maar ook onze Geloofsbelijdenis doet dit relatieve in het bederf van de Roomsche Kerk uitkomen, wanneer zij zegt, dat deze Kerk aan hare ordinantiën meer macht en autoriteit toekent dan aan het Woord Gods, zich meer op menschen grondt dan op Christus, en de sacramenten niet bedient, gelijk Christus in Zijn Woord verordmeerd heeft, maar daaraan toe of afdoet. De Kerk, wier beeld hier geteekend wordt, heeft dus niet geheel aan het Woord Gods gezag ontzegd, *al kent ze aan haar ordinanttën meer gezag toe; ze heeft Christus niet geheel als fundament der Kerk verworpen, al grondt ze de Kerk meer op menschen ; en ze gebruikt nog altoos de sacramenten door Christus ingesteld, al doet ze daaraan af en toe. Er is hier van een reeds zeer ver voortgeschreden vervalschingsproces in de Kerk sprake, maar van een absoluut valsche Ketk nog niet. Want van de absoluut valsche of antichristelijke Kerk kan dit niet gezegd worden ; die Ijeeft het Woord Gods door het woord van Satan vervangen; die buigt niet voor Christus, maar voor den Antichrist alleen de knie • die heeft de door Christus ingestelde sacramenten door het teeken van het Beest vervangen.

Zoo is er dan èn . bij de ware èn bij de valsche Kerk, zooals ze beide in deze bedeeling optreden, een zekere gradatie waar te nemen. In de ware Kerk valt te onderscheiden tusschen de meer of minder zuivere Kerk. Er kan ook in de ware Kerk reeds menig onzuiver element indringen, waardoor ze gedeformeerd wordt. Neemt deze deformatie echter een zoo ernstig karakter aan, dat daardoor het levensbeginsel der Kerk wordt aangetast, dan wordt ze een valsche Kerk, maar ook hier gaat het proces door. In zulk een vervalschte Kerk kan nog een overblijfsel van de Christelijke Kerk voorkomen, maar als het proces tot de voleinding doorgaat, — en dat zal naar Gods Woord eerst aan het einde der dagen geschieden, — ontstaat de absoluut valsche Kerk. Dat zal geschieden met de komst komst van den Antichrist. Want de Kerk van den antichrist is de valsche Kerk. Alleen in zooverre thans reeds anti-christelijke machten m de Kerk werken en zich de heerschappij in haar verschaffen, kan ia w h r w K z relatieven zin van een valsche Kerk gesproken worden. Onze Confessie wijst alleen aan, in welke richtingslijnen die ontwikkeling zich voortbeweegt.

Hoe nu van deze valsche Kerk de schijnkerk tè onderscheiden is, zal "ten volgend artikel aanwijzen. In de dagen onzer Vaderen kwam ze niet voor. Vandaar, dat onze Confessie er niet over handelt. Ze draagt een geheel ander karakter dan de valsche Kerk, en ook haar begripsbepaling, moet eerst worden vastgesteld, voordat we kunnen nagaan, of deze benaming op de Hervormde Kerk metterdaad van toepassing is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1918

De Heraut | 4 Pagina's