Indiscreties.

In de Pers kan men soms berichten aantreffen over benoemingen of mutaties, die aan de Vrije Universiteit zouden plaats vinden. Zoo gaf de Nederlander eenigen tijd geleden een heele lijst van nieuwe professoren, die benoemd zouden worden, en wist zij nu weer te vertellen, dat Prof. Fabiuszijn ontslag als hoogleeraarzou nemen. En alsof de ernstige afstraffing, die Prof. Fabius daarover aan de Nederlander gaf, niet voldoende was geweest, komt thans de Amsterdammer weer met een bericht uit Zuid-Afrika overgewaaid, dat aan een Doctor in de Letteren aldaar de benoeming van het Hoogleeraarschap in de Litterarische faculteit zou zijn aangeboden.

Natuurlijk komen zulke berichten altoos uit een troebele bron. Zoolang een benoeming niet vaststaat, wordt noch door de Faculteit, noch door den Senaat, noch door Curatoren daaraan ruchtbaarheid gegeven, terwijl ook de personen, die voor een Hoogleeraarschap gepolst worden, dit natuurlijk evenmin zullen doen. In de kraamkamer worden geen vreemden toegelaten. Al wat uit deze kraamkamer verklapt wordt of uitlekt, berust dus op indiscretie, en de Christelijke Pers vooral moest te hoog staan om daaraan publiciteit te geven. En in elk geval behoorde men, zooals Prof Fabius onlangs terecht opmerkte, dan toch eerst bij de betrokken personen of colleges te informeeren, of dergelijke [berichten juist zijn. Nu wordt het niet anders dan een jacht op »nieuwtjss" om aan een zekere nieuwsgierigheid van het publiek te voldoen.

Op zich zelf ? ; ou dit een vergeeflijk zwak wezen, wanneer de personen, die het gold, daardoor niet in een zeer onaangenaam parket gebracht werden. Een doodsbericht zoolang men nog leeft, is zeer onaangenaam, en evenzoo, wanneer de kranten al komen vertellen, dat men als professor abdiceert, terwijl men nog aan geen aftreden denkt. Er ontstaat dan zoo licht de schijn, alsof zulk een bericht met opzet de wereld is ingezonden, om iemand bijv. een wenk te geven, dat hij beter deed heen te gaan. En zoo kan het bericht van een benoeming, die op til heet, allicht gelanceerd worden door een der vrienden van den genoemde, die hem voor het professoraat geschikt acht en zoo de aandacht op hem vestigen wil. En natuurlijk is het voor den betrokkene dan hoogst onaangenaam, wanneer hij ten slotte niet wordt benoemd.

Waarbij eindelijk nog komt, dat degenen, die alleen van den werkelijken stand van zaken op de hoogte zijn, meestal geen officieele bevestiging of dementi van zulke loopende geruchten kunnen geven, zonder daarmede geheimen te schenden.

Het is daaromi wel noodig, dat de Christelijke pers zich van deze nieuwtjesjacht op professoraal gebied onthoude. Er wordt daardoor meer kwaad gesticht, dan men oppervlakkig zou vermoeden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen