Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. F. M. TH. BÖHL, HET OUDE TESTAMKNT. Bij J. B Wolters' U. M. — Gronngen, den Haag, 1919.

Dit boek van PROF. BÖHL, hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal-en letterkunde en de Israelidsche Oudheden aan de Rijks-Universiieit te Groningen, is het Ie deel van het, onder redactie van PaoF. DR. A. VAN VELDHUZEN verschijnend, BIJBELSCH-KERKELIJK WOORDENBOEK.

Het lie deel van dat Woordenboek, hetwelk gaat over de KERK ea bewerkt is door PROF. W. J. AALDBRS, werd reeds vroeger hier door mij bespre k f n.

PROF. BÖHL is een zoon van den ook ten mzent bekenden, in 1903 overleden. DR. EDUARD BÖHL, hoogleeraar in de dogmatiek aan de Protestantsche Theologische Faculteit te WEENEN. Het nog te wachten Ille deel van dat B JB.-KERK. WOORDENBOEK zal over het N. TESTAMENT, en het IVe, eveneens nog te wachten, over GODSDIENSTWETENSCHAP gaan.

Dit Ie deel van B. K. W., a!s het He, fraai gebonden en gedrukt en ook niet meer dan ruim 300 bladzijden tellend, noemt PROF. BÖHL zelf „eene poging om het geheele terrein der Oud-Testamentische Wetenschap te omvatten." Wie ook maar eenigszins bekend is met den omvang van het gebied der weten'schap, welke het o. T. tot objict heeft, en daarbij let op den omvang van dit deel van het WOORDENBOEK, zal het wel met den hoogleeraar eens zijn, dat „deze pogirg bij dit bestek slechts mogelijk was, doordat de auteur zich beperkte tot datgene, wat hem het belangrijkst leek, èn door groote beknoptheid van vorm en stijl."

Door inachtneming van deze tweeërlei bepering dunkt mij, dat de poging geslaagd is

Ook van DR. BÖHL'S HET OUDE TESTAMENT geldt het: In derBeschrdnkung zeigt sich erstder Meister." Want om zoo het belangrijkste aflegrenzen, men vergeve mij dit germanisme, van het minder belangrijke, kan alleeii hij, die het vak meester is.

Een verdienste van dit boek is, dat het oriënteert.

Ook omtrent de problemen op het gebied dezer wettnschap.

Tegenover deze problemen staat de Schrijver, wat ik zou willen noemen, conservatief-critisch.

Zoo, om dit aan enkele voorbeelden te verduidelijken, in het artikel BRONNENSPLITSING en wel in verband met de z.g. „Regenboogbijbel."

Met dit laatste woord duidt men aan die uitgave van het o. T., welke in al de kleuren van den regenboog piijkt, doordat de verschil-Itnde bronnen op velschillend gekleurd papier zijn geüruki. In het artikel nu over BRONNEN-SPLITSING schrijft BÖHL: „Da vraag is niet of men brOLnen mag splitten, maar (en dit moet in elk geval afzonüerlijk beoordeeld) of men bronnen kan sphtsen. Hij noemt dan vooral twee bezwaren, die in din laasten tijd geopperd werdtn. Op grond daarvan zegt hij: „Door dit inzicht verliest de (op O. T.-terrein meestal zuiver hypothetischir) bronnensplitsing veel van hiar beiaug voor het geschiedkundig onderzoek." (p. 61).

In het artikel PENTATEUCH leest men: > De Kuenen-Graff-Welhausensche theoriec, die het auteurschap van Mozes geheel ontkent, de oudste bestanddeelen van den P. plaatst in het ujdperk der konngen, de jongste (en omvangrijkste) echter pas m het tijdpeik na de ballingschap, was omstreeks het eind der 19e en begin dsr 20ste eeuw in academische kringen bijna algemeen aanvaard.c »Dat evenwel (reeds sedert de dagen van Hengstenberg, Haevernick, Keil) de tegenspraak in rechtzinnige en ook in Roomsche kringen nooit verstomd was, spreekt van zelfc. In de laatste jaren echter verhief zich het verzet ook in het meer «kritische gerichte kamp*. Als grond daarvoor wijst bij dan weer op de sphising tn de tijdsbepaling der bronnen. Ea aan het einde van het PENTATEUCHartikel schrijft Prof. BÖHL «Het P. onderzoek bevindt zich thans in een tijdperk van overgang, en nauwkeuriger onderzoek der kritische methode zal leiden tot mter conservatieve le-iultaien». In de artikeltn over GOD en den GODSDIENST VAN ISRAEL bestrijdt hij de constructie van het Israeliusch Godsbegrip tn van de religie van Israel door KUENEN en WELLHAUSEN. In het eerste artikel leest rnen op p. 119: »Deze constructie IS even verkterd en eenzijdig als de bewering (tnderiijd door Marcion en de Gnostieken), dat er een principieel ve schil bestaat tusschen dtn God van het O. T. en van het N. T.»

Een andere verdienste van het boek is de litteratuur-opgave bij vele artikelen.

Ook bij ce studie van de ISRAËLITISCHE OUDHEDEN, en van de O. T. GESCHIEDENIS is het met succes te raadplegen.

De waarde van het bock wordt nog verhoogd door de omstandigheid, dat ook vele vaderlandschï beoefenaren van de O. T., zoo oudere as jongere, er roèc hun prestaties op dit gebied, ia worden vermeld. Dat Prof. BÖHL er niets over zichzelf in schrijft en dat ook onze Dr. G Ch. AALDERS van ERMELO er geen plaats in kreeg, acht ik een leemte.

2. FRATERNITAS, Groot-Gereformeerd Studentenblad. Zeode Jaargapff. Tiende Aflevering.

Deze periodiek is h-t orgaan onzer vier Gereformeerde Studenten Corporatiëo. Van dal der Dames-Siudeniet; der Theologische School te Kampen, dtr Viije Universiteit te Amsterdam; en van de Societas Siudiosorum Rcformatorum.

Het November Nr. nam een artikel op van de hand van den heer L. J. DU PLESSIS over BEGINSEL-BËLEWING ONDER DIE GEREF. STUDENTE IN SUID-AFEIKA. „Ook die Gereformeerde Studente worstel om verband te iê tusschen die moderne leve en hulle levensbeginsel. Dis natuurlijk dat hierbij samenwerking gezoek word met geestverwante in en buiten Neder land, en dan v; el in die eerste plek gelijkgezinde studente van die eie Nederlandse stam."

Zoo het begin.

Volgt een korte maar duidelijke schets van het Hooger OL der wijs in het vaderland van den Schrijver, zooals dat daar geregeld is bij de Wet van 1916.

Daardoor maakt men kennis met de drie neutrale Staats-Universiteiten te KAAPSTAD, te STELLENBOSCH en te PRETPRIA, en met de Theologische Kweekschool te STELLENBOSCH en de Theologische School der Gereformeerde Kerk te POTCHËFSTROOM, die ook Universiteitscollege heet. Zij is losgemaakt van de Kerk, behoudens beheer over de Theologische Faculteit, en wordt gesubsidieerd door d^n S aat. Deze School, Hoogeschool op Gereformeerden grondslag, heeft een Facuheit der Godgeleerdheid, een Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte en een Eiculteii der Wis-en Natuurkunde.

In deze maand zal zij haar 50 jarig bestaan herdenken. De Kerk heeft een jub'leunifunds bijeengebracht van meer dan f 132.000.

Van de HoUandsch-sprekende Studenten in Z.-Afrika vertelt de heer DU PLESSIS, dat de meerderheid nog alleszins godsdienstig is, en log die Gereformeerde levensbesef ontbreek bijna geheeUn-al.-Gevolg is dat allemaal saamwerk in 'n religieuse organisatie, die Christelike Siudentenvereeniging (C. S. V.), wat mis shien baje lofwaardig is, maar beslis nie Gereformeerd nie«. Twee groepen, zoo vernemen wij echter, werken in de C. S. V. niet mee en wel de Doppers of de Studenten van Potchtfstroom en ook die meer nuchtere, zooals DU PLESSIS ze noemt, onder de overigen, welke geen vrede meer kunien vinden in het geloof hunner vaderen. Van de eerste groep zegt de schiijver: «alleen op POTCHËFSTROOM (i^^) welbewus pos: esie ingenomen teen die «weienschape van onse tijde. Die Potchefstroomsche Universiteitskollege wil vir Suid-Afrika wees, wat die Vrije is en, naar ons hoop, al meer sal word vir Nederland, en die Calvin College vir Noord-Amerika.

3. SCHEURKALENDERS.

Het is weer tijd te gaan denken aan het zich aanschaffen van een Scheurkaltnder 1920.

De Fuma F. P. D'HuY te Middelburg zond ons die van het GEKEFORMEERD-TRACTAAT-GENOOTSCHAP «Filippusi.

Mooi Schdd, naar HAROLD COPPING, waarop, met kennis van oud-Egyptische toestanden, het bezoek van JACOB bi] den Farao in beeld is gebracht. Het blpk biedt op de blaadjes een tekst met goede verklaring.

De Uitgever J. N. VOORHOEVE. Den Haag, zond ons zijn Gi'ül. Chr. Scheurkahnder.

Op blok en Schild een welgeslaagde voorstelling van de «deugdelijke huisvrouwc uit Spr. 31. Jammer alleen, dat ook niet de «huisman» er een plaatsje op kreeg, Aan de huisvrouw zoo heelemaal-alleen, in 17e eeuwsch miUeu, verb'ndt zich nu onwillekeurig de gedachte aan eea weduwe. Het blok heeft teksten met daarbij enkel welgekozen versjes en tusschen de blaadjes vindt men keurige plaatjes in kleurendruk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's