Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze penningmeester ging heen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze penningmeester ging heen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Here riep hem tot Zich

Zaterdagavond, 1 mei, was br. Vree nog in de samenkomst in de geref. kerk (vrijgemaakt) te Den Haag, waar ds Gravendeel en ik spraken. Bij de pauze ging hij echter al weg. Hij voelde zich niet lekker, zei hij. Hij dacht, dat hij griep had.

Maar donderdagavond daarop riep de Here hem reeds tot Zich. Een ontstellend bericht. Wij dachten meteen aan zijn vrouw en kinderen. Wat een slag! Br Vree was 50 jaar oud.

Zelden echter heb ik zo sterk de kracht van het Evangelie gezien en bijna getast, als bij de begrafenisdienst, die plaats had op 11 mei.

Eerst sprak de compagnon van br. Vree, de accountant B. Dijkhuizen. Hij verbelde ons een paar feitjes, waaruit zo duidelijk de geloofshouding van br. Vree sprak.

Wanneer zij voor moeilijke beslissingen stonden op hun accountantskantoor, dan gebeurde het wel, dat br. Vree zei: Laten we nog wachten met de beslissing. Ik moet er eerst nog meer voor bidden.

En even zag ik toen over de vele dorre cijfers van zo'n rekenkundig bureau het licht vallen van het eeuwige leven; de Here die zijn kinderen leiden wil in alle omstandigheden van het leven.

Maar, zo zei de heer Dijkhuizen terecht, ik wil niet te veel uitweiden over de mens Vree. Hij zou dat zelf niet willen. Hij zou zeggen: Spreek maar liever van de grote Koning, die mij uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wondervol licht. Daarna sprak de christelijk-gereformeerde predikant, ds C. Verhage over Joh. 6:39. 40. „God heeft aan br. Vree genade bewezen. Dat is niet vanzelfsprekend. Het is enkel op grond van Gods barmhartigheid. Het was een daad van God. Br. Vree was een voortreffelijk mens, maar wij weten, dat hij, wanneer hij onder vier ogen was met zijn Here en Schepper, de knieën boog en zijn schuld voor Hem beleed en enkel op grond van het Kruis van Christus wist, dat zijn schuld werd weggenomen. „Het is de wil des Vaders, die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage".

Krachtens die genadige wil van God mag br. Vree nu genieten van de eeuwige rust die hij is ingegaan.

Wij behoeven niets te doen om verloren te gaan. We behoeven alleen maar te blijven in de toestand waarin wij geboren werden. Meer is er niet nodig om voor altijd verworpen te worden door God.

Alleen wanneer wij door Gods Geest tot bekering zijn gekomen, alleen dan wordt alles geheel anders. Dan is de dood de doorgang tot een onzegbare heerlijkheid. "Wat moet dat geweldig zijn geweest voor br. Vree. Die morgen had hij nog een belangrijke zakenconferentie gehad op zijn kantoor. En bijna nog met de herinnering daaraan wordt hij 's avonds opgeroepen om de Here te ontmoeten in Zijn heerlijkheid. Daar zal hij ook zovele anderen ontmoet hebben, kinderen Gods. Abraham, Isaac, Jakob, Mozes, al de kinderen Gods van alle tijden.

Zult ook u eenmaal God zo ontmoeten na uw dood? Zult ook u eenmaal binnengaan in het land van de eeuwige rust?

Dan is het nodig dat u eerst sterft aan uzelf. Alleen dan zult u de eeuwige dood ontgaan en het eeuwige leven ontvangen. Augustinus heeft het zo kernachtig gezegd: „Moriar ne moriar". d.i. moge ik sterven, opdat ik niet sterve. Wij moeten sterven aan onze eigenwaan, aan het steunen op eigen gerechtigheid. Alleen wanneer onze verwachting enkel rust op het volbrachte werk van Christus, alleen dan is er voor ons het uitzicht op de heerlijkheid, die nu reeds het deel mag zijn van br. Vree.

Dat is de blijde boodschap van het Evangelie, dat alles om niet. uit genade, is, zodat alles is tot lof van Gods grote naam".

Dat was de kern van de toespraak van ds Verhage. En ik wist: dit woord der vertroosting, dat rechtstreeks steunt op het "Woord van God, moet wel als balsem zijn voor de wonden, die werden geslagen in de harten van de dierbaren, die hij achterliet.

Na deze toespraak zongen wij: „'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên" (ps. 89:1). En toen wij uit de aula gingen naar het graf: „Maar 't vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van ziele vreugd, daar zij hun wens verkrijgen. Hun blijdschap zal dan, onbepaald, door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogsten toppunt stijgen. Heft Gode blijde psalmen aan; verhoogt, verhoogt voor Hem de baan. Laat al wat leeft, Hem eren. Bereid de weg, in Hem verblijd, die door de vlakke velden rijdt. Zijn naam is Heer der heren" (ps. 68:2).

"Wat is het verheven, als men zo kan zingen bij het graf van een dierbare. Dat is zuivere roem van Gods barmhartigheid. De zekerheid, dat br. Vree nu de vreugde des Heren is binnengegaan en dat voor hem het eeuwige feest reeds is begonnen, werd op geen enkele wijze gezocht in het feit, dat hij zulk een voortreffelijk mens was, maar uitsluitend in het heilsfeit, dat er een barmhartige God is, die ons genadig wil zijn in Jezus Christus.

Ook voor de Stichting In De Rechte Straat betekent het heengaan van br. Vree een groot verlies

Hij was een bekwaam en gelovig penningmeester. Dat kwam o.a. op de laatste vergadering tot uiting. Er was een verzoek binnengekomen tot steun aan een evangelisatieaktie in België. Iemand maakte toen de opmerking: Laten we nog even wachten met een beslissing, totdat we het accountantsverslag hebben over het afgelopen jaar. Maar br. Vree antwoordde: „Ik ben wel penningmeester en u weet dat ik zuinig ben op de penningen. Maar als wij overtuigd zijn, dat dit een zaak van de Here is, dan moeten we ook steunen. En we kunnen er zeker van zijn, dat de Here dan ook wel voor het geld zal zorgen". Kijk, dat is een gelovig penningmeesterschap. Dat is de heerlijke, verkwikkende taal van het geloof.

Toen wij dan ook na de begrafenisplechtigheid de gelegenheid kregen om de familieleden de hand te drukken, was daar de onzichtbare band der kinderen Gods, de gemeenschap van hen, die de belofte des Heren kennen, die de hoop in eikaars ogen zien blinken. Aan de Here zij alle lof.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Onze penningmeester ging heen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's