Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diskussie over het celibaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diskussie over het celibaat

7 minuten leestijd

„Met grote belangstelling heb ik de brochure van ds Hegger „Onrecht in de naam van Christus" gelezen en herlezen.

De brochure, immers, handelt over een onderwerp, dat de laatste tijd bijzonder in opspraak is, nl.: het celibaat in de r.-k. kerk. De brochure is op vlotte wijze geschreven en zal niet nalaten op een weinig kritische lezer een overtuigende indruk te maken.

Ik zeg op de weinig kritische lezer en het is een feit, dat de meeste lezers dit zijn. Daarom is het misschien interessant eens kennis te nemen van een lezer, die de verschillende argumenten van de brochure kritisch bekeken heeft.

Zoveel mogelijk wil ik de brochure op de voet volgen en de meest opmerkelijke bevindingen van ds Hegger bespreken".

Een kwestie van macht?

„... dat het hun ten diepste gaat om de macht van de r.-k. kerk..." (blz. 7).

Kommentaar van de heer Joosten: Maar wordt de macht van de r.-k. kerk juist niet erg aangetast door het ontbreken van priesterroepingen en ambtsverlating van veel priesters juist om het celibaat? Zou de macht van de kerk niet veel meer gebaat zijn, wanneer het celibaat werd opgeheven?

ONS ANTWOORD: Deze beschouwing van dhr. Joosten is volkomen juist. Maar ik dacht dat het een bevestiging inhoudt van wat ik beweerde. Wanneer de r.-k. kerk ooit zal overgaan tot afschaffing van het celibaat, dan zal dat besluit eveneens ingegeven worden door het verlangen naar de macht, nl. omdat de r.-k. kerk dan tot het inzicht is gekomen, dat zij niet meer het benodigde aantal priesters zal hebben, wanneer ze vasthoudt aan het verplichte celibaat; en een bepaald aantal priesters is voor haar onontbeerlijk om de greep op de massa te kunnen bewaren.

Schending van rechten?

„...alsof Hij deze schending van primaire menselijke rechten en van sociale rechtvaardigheid zou goedkeuren..."

Kommentaar van de heer Joosten: Het is een vaststaand feit, dat om een groot ideaal te bereiken, offers gebracht moeten worden. Talloze mannen gaan voor kortere of langere tijd weer tot een celibatair leven over en stellen hun huwelijksrechten achter bij het doel, dat zij voor ogen hebben. Denk eens aan Columbus, Livingstone, Albert Schweitzer, de schilder Gauguin en ook ds Hegger! Nu kan iemand zo vervuld zijn van een ideaal, dat hij vrijwillig het huwelijk verzaakt. Zulk een ideaal is voor velen het priesterschap, waarvan de gegadigde weet, dat hij er zich geheel aan zal moeten wijden. Ook met achterstelling van het huwelijk. Maar hij kiest dat offer geheel vrijwillig en hij heeft voldoende aanlooptijd om zich te toetsen aan zijn offerbereidheid inzake het celibaat. En zijn kloostergemeenschappen niet van enorme betekenis geweest voor de ontwikkeling en beschaving der volken? Kan men, vooral in vroegere tijden bij het zeer gebrekkige verkeer, de geloofsverkondigers voorstellen, vergezeld van vrouw en kinderen? De instelling van het celibaat is van enorme betekenis geweest voor de uitbreiding van het Godsrijk. En zelfs mogen we ons afvragen of we zonder het celibaat de Bijbel wel gehad zouden hebben, want de celibataire monniken hadden de tijd en de kunde om hun jarenlange kunstzinnige werkzaamheden uit te voeren door de Evangelies over te schrijven.

Als men het voor wil stellen, dat God het celibaat een schending zou vinden van primaire menselijke rechten, houdt dit niet een belediging van God in?

Immers God heeft duizenden mensen geschapen, die geestelijk, lichamelijk of maatschappelijk verplicht zijn celibatair te blijven!

Het vrijwillig aangaan van het celibaat is dus zeker geen schending van menselijke rechten. De voorstelling, dat de kerk iemand „dwingt" is beslist een verkeerde weergave van de feiten.

Kracht en vrijheid

ONS ANTWOORD: Al het mooie wat dhr. Toosten zegt over het vrijwillige celibaat, beaam ik van harte, want dat is bijbels. Natuurlijk moeten wij bereid zijn om alles te offeren, niet alleen vrouw en kinderen, maar zelfs ons leven, wanneer de Here dat van ons vraagt.

Maar de vraag waar het om gaat, is: Mag de kerk zo iets vragen? En dan zeg ik beslist: nee. Immers de kerk kan niet de kracht geven voor het volbrengen van de offers die zij vraagt. God kan dat echter wel. En Hij doet dat ook. Als God iemand roept tot het celibaat, dan zorgt God er ook voor dat zo iemand niet brandt van begeerte, maar ook innerlijk vrij is van de behoefte aan de liefde voor en van een vrouw en vooral ook vrij van sexueel verlangen, althans in die mate dat het sexuele verlangen niet als een druk op zijn ziel komt te liggen. Maar de kerk heeft niet de macht over het inwendige van de mens. Daarom mag de kerk zulke offers niet vragen, omdat zij niet in staat is om tegelijk met de opdracht ook de kracht voor het vervullen van die opdracht te geven.

Physiek aanvaarden de wijdelingen het celibaat vrijwillig. Er wordt geen physieke dwang op hen uitgeoefend, dat is duidelijk. Velen, vooral ook priesters, menen dat de morele vrijheid van die keuze door allerlei faktoren zeer beperkt is. Maar zelfs al zou een priester zijn celibaat voor honderd procent vrijwillig hebben aanvaard, dan moet hij toch ook zelf de volle vrijheid hebben om die keuze ongedaan te maken, wanneer het blijkt dat het celibaat een te zware psychische druk voor hem gaat betekenen.

Dat we zonder het celibaat misschien de Bijbel niet zouden gehad hebben, is een bewering waardoor te weinig rekening wordt gehouden met Gods soevereine leiding. God heeft geen gehuwde en geen ongehuwde mensen nodig om Zijn Woord door de eeuwen heen te bewaren.

Vrijheid is betrekkeiijk

„...Wij trillen getuigen van de vrijheid der kinderen Gods..." en verder „...laat u niet wederom een slavenjuk opleggen".

Kommentaar van de heer Joosten: Met deze teksten kan men alle kanten uit. In dit geval worden ze toegepast op het verplichte celibaat van de priester, maar wie belet mij om die teksten toe te passen bv. op het huwelijk? Zeker, de kinderen Gods zijn vrij een huwelijk aan te gaan. Maar dit geschiedt ook met de voorkennis dat deze verbintenis voor het leven is! Als nu zo'n huwelijk een „slavenjuk" zou gaan betekenen, is het dan in overeenstemming met de vrijheid der kinderen Gods om zijn gelofte bij de huwelijksinzegening maar te verbreken?

Is „vrijheid" niet erg betrekkelijk? Zijn er geen onontkoombare verplichtingen ten opzichte van de staat? Van het beroep, de maatschappij enz.? Zou uiteindelijk de vrijheid van een celibatair niet veel groter zijn dan van een gehuwde?

En dat de aangehaalde teksten niet van toepassing zijn op het celibaat, blijkt uit veel andere teksten, die het celibaat aanprijzen en verdedigen. Om er maar eens enkele te noemen:

„De gehuwde is bezorgd over de dingen des Heren, de gehuwde is bezorgd over de dingen van de wereld". „Er zijn onhuwbaren, die zich zelf onhuwbaar gemaakt hebben om het Rijk der hemelen" (Matth. 19). „...die haar niet uithuwelijkt doet beter" (Cor. 1).

En zo zouden meerdere teksten kunnen worden aangehaald.

De vrijheid der kinderen Gods

ONS ANTWOORD: Wanneer Paulus spreekt over de vrijheid der kinderen Gods, dan bedoelt hij daar twee dingen mee.

Allereerst de vrijheid van de vloek der wet, omdat Christus die vloek gedragen heeft voor ieder die in Hem gelooft. De wet Gods staat dus niet meer als een dreiging tegenover ons. Wij moeten die wet Gods niet meer vervullen om daardoor het eeuwige leven te verdienen, want Christus heeft dat eeuwige leven reeds verdiend voor de Zijnen.

In de tweede plaats bedoelt Paulus daarmee de vrijheid van allerlei menselijke wetten, die door Schriftgeleerden en farizeeën waren opgesteld. Die wetten bestonden in allerlei bepalingen, die zij met behulp van redeneringen uit de Schrift meenden te kunnen halen en die zij als zware lasten op de schouders van de mensen legden.

Dat is nu ook het geval met de wet van het celibaat voor de priesters. Dat is een louter menselijke wet. De pausen hebben bijvoorbeeld steeds aan hun priesters in het oosten toegestaan om gehuwd te leven, maar verbieden dat voor het westen. Dat is dus pure menselijke willekeur.

U moet dat dus niet vergelijken met het huwelijk en de daaraan verbonden verplichtingen. In de eerste plaats is het huwelijk een instelling van God en in de tweede plaats gelden de verplichtingen voor het gehuwde leven overal op dezelfde wijze. God maakt daarbij geen willekeurige scheiding tussen mensen van het westen en van het oosten, die hij minder zware verplichtingen zou opleggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's

Diskussie over het celibaat

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1969

In de Rechte Straat | 38 Pagina's