Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VERLOREN ZOON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERLOREN ZOON

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

U kent allen ongetwijfeld de ontroerende gelijkenis van Christus over de verloren zoon in Luk. 1.5:11-32.

Ook Boeddha heeft enkele gelijkenissen uitgesproken en één daarvan lijkt veel op het verhaal over de verloren zoon, maar bevat toch een wezenlijk andere boodschap. Hieronder laten we eerst de tekst van de gelijkenis van de verloren zoon volgen, zoals die door Boeddha is uitgesproken.

Aldus sprak Boeddha:

Een huisvader had een zoon, die naar een verwijderd land reisde, en terwijl de vader onmetelijke rijkdommen verzamelde, werd de zoon ellendig arm. En het gebeurde, dat de zoon bij het zoeken naar voedsel en kleding, in het land kwam, waar zijn vader leefde. En de vader zag hem in zijn ellende, want hij zag er haveloos en verruwd uit door armoede, en de vader gelastte enige zijner bedienden hem te roepen.

Toen de zoon het paleis zag, waarheen men hem bracht, dacht hij: „Ik moet de argwaan van een machtig man hebben opgewekt, en hij zal mij in de gevangenis werpen." En zeer bevreesd zijnde, vluchtte hij, voor hij zijn vader gezien had.

Toen zond de vader boodschappers, zijn zoon achterna, en deze werd gevangen en teruggebracht, ondanks zijn kreten en klachten. En de vader beval de bedienden zijn zoon zacht te behandelen, en hij wees een arbeider van de rang en de ontwikkeling van zijn zoon aan om de jongen als hulp op het landgoed te gebruiken. En de zoon was met zijn nieuwe toestand ingenomen.

Door het venster van zijn paleis bewaakte de vader zijn zoon, en toen hij zag, dat hij eerlijk en ijverig was, bevorderde hij hem tot steeds hoger rang.

Na vele jaren liet hij zijn zoon voor zich komen en riep hij al zijn bedienden te zamen, en maakte hun het geheim bekend. Toen was de arme man uitermate verblijd en was hij zeer verheugd zijn vader te ontmoeten.

Zo moet de geest der mensen langzamerhand bereid worden voor hogere waarheden.

ONS KOMMENTAAR

Bewogen door de ellende van de zoon

Het grondverschil zit hierin:

De vader in het verhaal van Boeddha bewaakte de zoon door het venster van het paleis. Hij observeerde hem en ómdat hij goed zijn best deed, nam hij hem opnieuw openlijk aan tot zijn zoon. En dat herstel gebeurde pas „na vele jaren".

Maar de vader van Lukas 15 werd bewogen door het zien van de ellende van de zoon. Zijn hart ging meteen open. Hij wachtte niet eens, totdat zijn zoon gedurende enige tijd een tegenprestatie had verricht voor het onrecht dat hij zijn vader had aangedaan.

„En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt het beste kleed en doet het hem aan en geeft een ring aan zijn hand en schoenen aan de voeten; en brengt het gemeste kalf en slacht het; en Iaat ons eten en vrolijk zijn. Want deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden; en hij was verloren en is gevonden!".

De ontroering van de zoon

Kunt u begrijpen, welk een diepe ontroering deze liefdevolle vergevende houding van die vader in de zoon moet hebben teweeggebracht? Welnu, wij allen mogen deze ervaring meemaken, want wij allen waren „dood in de zonden" en verloren in schuld. En als de Heere ons van verre ziet, dan wordt Hij door innerlijke ontferming over ons bewogen bij het zien van onze ellende. De Heere verlangt niet eerst een tegenprestatie. Hij stelt ons niet eerst een tijd op de proef, voordat Hij ons als Zijn kinderen aanneemt. Hij overstelpt ons met zijn grote goddelijke barmhartigheid. En onder die gloed smelten onze harde harten weg. Dan worden we innerlijk verbroken.

Een wonderlijke ervaring is dat! Dit gaat zo diep! Daar zijn geen woorden voor te vinden. Het is pijn en zoetheid tegelijk. Het is een intense één-wording met de Vader in de Zoon van Zijn liefde, Jezus Christus. Het is aanbidding, ootmoed, verwondering, dankbaarheid, vertrouwen, geloof, liefde. Het is zulk een rijke beleving dat je alleen maar wat kunt grijpen naar menselijke woorden om het een beetje te beschrijven. Het is alsof je uit je beperkte bestaan wordt opgeheven tot de eeuwigheid. Trouwens Christus Zelf zegt: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" ( Joh. 6:47). En: „opdat Hij (de Zoon) hun het eeuwige leven geve. En dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, de eeuwige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt" (Joh. 17:2-3).

De waarachtige God van de genade kennen, dat is eeuwig leven. De verrukking van deze kennis is zo groot, dat je daardoor enigszins ontheven wordt aan het tijdelijke en beperkte aardse bestaan.

Laat u met God verzoenen

Lezer, kent u reeds die ervaring? En indien niet, zoudt u dat dan niet willen beleven? Zoudt u niet vanuit uw betraande ogen willen opzien naar deze heilige God, die u als een Vader wil opnemen in Zijn reine sfeer, in Zijn vergevende liefde? Zoudt u die verzoening niet willen lezen in die goddelijke Vaderogen?

Ja? Dan wil ik u die weg daartoe wijzen. De weg naar de Vader is Jezus Christus. Als u tot innerlijke verbrokenheid komt en uw totale schuld en verlorenheid voor God erkent, en dan tot Jezus Christus gaat en het heel eenvoudig tegen Hem zegt: „Mijn Heere en Zaligmaker, hier ben ik met al mijn ongerechtigheid; ik vertrouw mij geheel aan U toe; wees Gij mijn hemelse voorspreker bij de Vader", — dan voltrekt zich dat wonder van de verzoening ook in uw ziel. Dan aanvaardt de Vader u in Zijn Zoon.

Eenvoudig én moeilijk

Het is dus van de ene kant heel eenvoudig. Je hoeft er geen geleerde studies voor te hebben gemaakt. Dat heeft Christus ook Zelf gezegd (Matth. 11:25). Van de andere kant is het ook moeilijk, omdat wij, mensen, niet gemakkelijk tot deze innerlijke stilte en verbrokenheid komen. We staan altijd klaar met onze praatjes om onszelf schoon te wassen. Maar zolang we die weg opgaan, komen we nooit bij de Vader terecht en blijven we in onze vuile zondigheid rondlopen. De enige weg is: onszelf volkomen opgeven, onze schuld ten volle erkennen, op geen enkele wijze meer iets van onszelf verwachten, maar alles alleen verwachten van Christus. Dan verheerlijkt u de Zoon en dan wil ook de Vader u als Zijn kind aannemen. „Wij bidden van Christus' wege: laat u met God verzoenen!" (2 Kor. 5:20).

Niet tevreden met het trekken van God

En de grootste moeilijkheid voor ons om tot bekering te komen bestaat daarin dat wij maar moeilijk tot de erkenning kunnen en willen komen, dat wij ons door eigen kracht niet bekeren kunnen en willen. Velen willen de verschillende uitspraken van de Bijbel, waarin gezegd word dat wij geestelijk dood zijn, beslist niet aanvaarden. Als ze Christus horen zeggen: „Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader die Mij gezonden heeft, hem trekke" (Joh. 6:44), dan menen christenen die overigens de Bijbel „van kaft tot kaft" geloven, dat niet letterlijk te hoeven nemen. In hun prediking nodigen ze de mensen uit om tot Christus te gaan, zonder erbij te vertellen dat ze dat pas echt kunnen, wanneer de Vader hen tot Christus trekt door Woord en Geest.

Anderen zijn niet tevreden met het trekken van de Vader door het Woord en de Heilige Geest. Zij eisen een bijzonder teken, een bijzondere ervaring, die je met dag en uur kunt aanduiden.

Ga eenvoudig naar Jezus

O de menselijke zelfhandhaving is zo taai en zo geraffineerd. Maar laten wij trouw blijven aan het Woord Gods en niet toegeven aan de zondige menselijke verlangens; niet aan hen die menen, ook sinds de zondeval in Adam, over een vrije wil te beschikken en uit eigen kracht tot Christus te kunnen gaan en zich te kunnen bekeren; en evenmin aan hen die met het Woord der belofte niet tevreden zijn en zoeken naar bijzondere tekenen en ervaringen.

Slechts als we weten dat de Heere ons heeft levend gemaakt, slechts dan kunnen we echte blijde heilszekerheid hebben, die rust op een onwankelbaar fundament. Dan kunnen we met Paulus juichen:

„Maar God die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus! (uit genade zijt gij zalig geworden)" (Ef. 2:4-5).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE VERLOREN ZOON

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's