Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GODS VERBORGEN OMGANG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GODS VERBORGEN OMGANG

7 minuten leestijd

We ontvingen een brief, die we graag in zijn geheel overnemen. Waarom? Omdat er veel direkte onderwijzing vanuit de Schrift in is te vinden? Nee, dat bepaald niet. Maar wel omdat we in deze brief een neerslag vinden van Gods werk in de ziel van een mens. Deze brief is daarom een stukje gemeenschap der heiligen. In deze strijd en overwinning, dit verdriet en deze vreugde, deze hoogten en deze dalen, zullen velen zichzelf herkennen. En dat is vaak al zo bevrijdend: te weten dat andere kinderen Gods eenzelfde moeite, eenzelfde zuchten, eenzelfde opgang en neergang meemaken. En hoe kostbaar is dan toch ook deze verborgen omgang met de Heere, ook in die momenten dat het lijkt of Hij heel ver weg is. Hoe rijk is zulk een leven, ook in zijn spanningen, ook in zijn gevoel van verlatenheid soms. Luistert u maar:

Al vaak heb ik u een brief willen schrijven naar aanleiding van bepaalde artikelen in de Rechte Straat. Soms omdat ze zo helder door Gods Woord verklaard werden, soms dat ze me bemoedigen. Het is vaak zo dat het er toch niet van komt.

Nu las ik het artikel over het geestelijk leven, het eerste gedeelte trof me, waar u over een telefoongesprek schrijft.

Ik moet u zeggen dat ik deze zuster heel goed kan begrijpen. Ik werd in gedachten zo terug geleid naar jaren, waar ik het zelf ook zo ervaarde, en me telkens de vraag stelde: „Is Jezus ook mijn Zaligmaker, o, wist ik dat maar!"

En al zou toen een engel uit de hemel het mij gezegd hebben, ik zou het niet aan hebben kunnen nemen, als die Zaligmaker het zelf door het geloof niet toegepast had.

Het wordt een te lange brief om te schrijven, hoe het allemaal gegaan is. Maar misschien kan ik het wat beknopt weergeven.

Ik ben opgevoed bij het Woord van God en door Godvrezende ouders. Hoewel ik gedoopt was en belijdenis had gedaan, beleefde ik niet wat ik beleed. Ik wist wel, wat ik beleed dat het waar was en naar het Woord n.l. dit, „tenzij een mens wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien".

Voegt u daarbij een kritische geest en een vijandig hart, dat was ik. Totdat ik onder een dienst, waar het Avondmaal bediend werd, zag wie ik was. God enkel deugden en ik ondeugden. En het bloed des verbonds onrein achtende, terwijl de Heere me vanaf mijn geboorte had nagewandeld met Zijn Woord. Ik ben bevend de kerk uitgekomen en naar huis gereden.

Ik was God kwijt, daar had ik het ook zelf naar gemaakt, en dan altijd maar me van God afgekeerd, 30 jaar lang. Ik was 3 dagen zo geschokt dat ik haast niet sliep; het liet me niet meer los. Ik las toen in de Bijbel uit Job. „Indien gij dan uw hart bereid hebt, zo breidt uwe handen tot Mij uit". Ik mocht nog bidden en de Heere maakte me biddend.

Maar steeds was er toch die vraag: Is er voor mij nog hoop, kan ik nog weer met God in gemeenschap komen?

Toen ik weer in de Bijbel las, werd ik bijzonder vertroost uit Jes. 43 vers 1. Dat gaf me zo'n vertroosting en vreugde, dat ik het niet kon zeggen.

Wat er allemaal in mij omging, durfde ik aan niemand te vertellen dan aan mijn man, die het natuurlijk ook aan mij merkte.

Later wilde ik mezelf, toen ik weer ging twijfelen, vertroosten met Jes. 43 vers 1, maar het leek net of het me niets meer zei. Ook daar was veel inwendige strijd over. Enfin, we waren inmiddels naar een andere plaats verhuisd, maar die strijd ging mee. Toen er in onze nieuwe woonplaats het Avondmaal bediend werd en ik er niet voor uit de kerk durfde te blijven en ik ook niet naar de kerk durfde te gaan, heeft de Heere daar zeer wonderlijk met me gehandeld. Ik mocht daar die Koning zien in Zijn vernedering, ik had zo vaak de laatste tijd gevraagd: Heere, wilt U Koning zijn in mijn hart? Ik mocht gaan naar Zijn tafel met de koorden der veroordeling om mijn hals en als een Esther „Kom ik om, dan kom ik om".

Wie kan begrijpen (alleen die het ook weten) wat een blijdschap het me gaf, dat de dominee de woorden uitsprak bij het breken van het brood, die ik in mijn hart bad. Ik mocht daar de Zaligheid Gods zien en dit ervaren „Zijn liefde is een banier voor mij".

Weken was er vreugde en vrede en daarna kwam de strijd weer, zelfs zo erg, dat ook juist deze vraag mij bezig hield: „Is Hij mijn Zaligmaker". U weet wel hoe het dan gaat, dan weet de Heere van al deze dingen af. Er preekte eens een predikant juist in die tijd bij ons en zei o.a. „Ik heb u niets anders te prediken, dan Jezus Christus en die gekruist". Ik had wel willen roepen, o, ik ken Hem niet. Het was alsof ik overal buiten stond. Ik heb toen begrepen wat er zo staat van Rachab en zij stelden haar buiten het leger. Wel vlak bij het volk Israël maar niet in het leger.

Hoe kon Jezus nu mijn Zaligmaker worden? Ik wist het niet, het was voor mij onmogelijk, want ik was toch rechteloos, daar had ik het wel naar gemaakt. Toch kon ik Hem niet missen en ik had Hem zo nodig, want Hij kon toch alle zonde en schuld wegnemen?

In die week kwam ik onder een preek uit Hosea 1 vers 10b: „Gij zijt Mijn volk niet, en ten zelfde plaatse zal Ik zeggen: gij zijt kinderen des levenden Gods". Die ds. zei o.a.: Ik zal over deze drie zaken spreken. Het recht Gods, het nochthans der genade en de aanneming tot kinderen. Ik dacht, ik kon beter weggaan, dit is een preek voor hoogbekeerde mensen. Enfin, de ds. preekte over het recht Gods en ik moest dat zo beamen, dat we nu dat allemaal waard waren door de zonde, dat de Heere nooit meer iets met ons te maken zou willen hebben en we nooit meer bij God konden komen; het kon ook van mijn kant niet meer; ik had alles verspeeld. Daarna sprak de ds. over het nochthans der genade en haalde daar Jes. 53 bij aan. Toen mocht ik zien wat Christus gedaan had voor doodschuldigen en ik zag toen niemand dan Jezus alleen. Mijn Zaligmaker. Toen ik thuis kwam was het maar of de Heere steeds tot mij zei: „Ik voor u" daar gij anders de eeuwige dood waardig zijt. Toch kwam er veel strijd op, of ik het me maar niet inbeeldde enz.

Vurig mocht ik de Heere steeds bidden of Hij het wilde bevestigen, als het Gods werk was en als het niet zo was en ik me zou bedriegen of Hij me dan toch nog wilde bekeren.

Die week daarop sprak er een ds. over Ps. 54, „dan ga ik op tot Gods altaren, tot de God mijner blijdschap en mijner verheuging".

O, wat mocht ik daar het altaar der verzoening zien, dat niet alleen het offer maar ook het altaar zag op het offer van Christus en dat we daardoor verzoening der zonden en gemeenschap met God mochten hebben. Ook ik. Wanneer ik aan al deze dingen weer terug denk, dan moet ik alleen maar zeggen: „Hartelijk zal ik U liefhebben, Heere, mijn sterkte". Niets wist dit ooit uit mijn geheugen.

Is er nu geen strijd meer? Is alles nu vreugde en blijdschap? Er is vaak veel strijd en donkerheid, ook vreugde en verlangen, om eenmaal van een zondig lichaam verlost te mogen zijn. Toch komt nog vaak de vraag naar boven: „Heere, heb ik het niet zomaar me toegeëigend?". Dan ligt er zo'n sluier over wat er geweest is. We worden toch steeds weer met onszelf geconfronteerd en dan, is het haast niet te begrijpen dat de Heere gemeenschap wil hebben met een mens. Wat moeten we vaak bidden: „O, God wees mij zondaar genadig".

Ook wil me maar gebruiken als een instrument in Uw hand, dan zijn we op zo'n moment zelf niet belangrijk meer.

Hier is nog zoveel om over te praten, maar ik schrijf nu toch maar niet verder. Mijn naam is eigenlijk niet belangrijk, maar ik wil niet anoniem schrijven.

Met de meeste hoogachting en Gode bevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

GODS VERBORGEN OMGANG

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's