Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roomsen en Hindoes vereren massaal Sint Antonius

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roomsen en Hindoes vereren massaal Sint Antonius

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MADRAS (India) — De beeldenverering en de devotie tot de heiligen is in allerlei plaatsen van de wereld aan het afnemen, maar dat gaat niet op voor de driehonderd jaar oude St. Mary's Co-Cathedral, die gelegen is in een belangrijke zakenwijk van Madras in India.

Elke dinsdag staan hier duizenden in de rij hun beurt af te wachten dat ze de kathedraal binnen mogen om te bidden voor een beeld van Sint Antonius. Dinsdag is immers de dag die in heel de katholieke wereld gevierd wordt als de dag van Sint Antonius.

Een ontroerend aspekt is dat deze massa's van Madras die het beeld van Sint Antonius willen vereren, niet slechts bestaan uit christenen, maar ook uit hindoes. Zij komen met groot geloof ofwel om een gunst af te smeken ofwel om hun dank tot uitdrukking te brengen voor een gunst die ze reeds gekregen hebben. Ze brengen dan bloemen mee, kransen, kaarsen en andere offergaven.

Dat bijzondere beeld van Sint Antonius stamt uit het jaar 1928, toen enkele schippers schipbreuk hadden geleden met hun zeilschip voor de kust van Madras. In hun nood deden ze een gelofte aan Sint Antonius dat zij hem een offer zouden brengen en een dankdienst voor hem zouden organiseren, indien ze gered zouden worden. Om hun gelofte te volbrengen lieten ze een kunstenaar in Goa een beeld vervaardigen van Sint Antonius. In tegenstelling met de gebruikelijke afbeeldingen heeft de beeldhouwer aan Sint Antonius een baard gegeven, omdat hij meende dat Sint Antonius er eender zou hebben uitgezien als zijn ordebroeders, de gebaarde capucijnen, die hij zo vaak in Goa zag.

Aldus een bericht in L'Osservatore Romano E.E.

ONS KOMMENTAAR:

1. Merkwaardig is dat in dit bericht van L' Osservatore Romano, de krant van het Vatikaan, het feit dat ook vele hindoes dit beeld komen aanbidden (want voor de hindoes betekent het in elk geval een aanbidding van dat beeld), eerder wordt gezien als een bevestiging van de juistheid van de beeldenverering dan als een alarmsignaal. Wij zouden verwacht hebben dat Rome juist daardoor misschien tot het inzicht zou komen, hoe heidens in wezen deze beeldenverering is, daar zelfs de hindoes er zich volkomen wel bij vinden. Blijkbaar zijn de ogen van Rome al zozeer verblind, dat de kerkleiders van het Vatikaan zelfs door de grofste afgoderij bij de foto's hiernaast:

Een gedeelte van de redaktiecommissie Malayalam. Staande: prof. Pulikunnel. voor de vertaling van de Bijbel in het

en het wildste bijgeloof niet meer geschokt worden, als het maar geld in het kerkelijk laadje brengt, zelfs als dat geperst moet worden uit de bijgelovige angsten van de uiterst armoedige Indiërs, zowel rooms-katholieken als hindoes.

2. De profeten hebben zo hevig geprotesteerd tegen de beeldenverering van de Joden. Blijkbaar heeft dat zijn uitwerking niet gemist. Toen de Heere in Israël leefde, was er geen spoor meer van beeldenverering te bespeuren, want nergens in het Evangelie lezen we dat deze grote Profeet deze zondige afdwaling aan de kaak heeft gesteld. Is het dan niet intens droevig dat een kerk die zich christelijk noemt en waarvan het hoofd, de paus, zich zelfs de „Plaatsbekleder van Christus op aarde" noemt, volkomen is teruggekeerd tot die vroegere zondige afdwalingen van het Joodse volk? En hoe kunnen wij ooit dit oude Verbondsvolk „tot jaloersheid verwekken" (Rom. 11:14), wanneer zij zien dat zovele (ongeveer zeshonderd miljoen) roomse christenen in hun godsdienstige beleving gezakt zijn tot beneden het peil van de Joodse godsdienst ten tijde van Christus, en ook van onze dagen; want ook nu geven de Joden zich niet over aan beeldenverering. Ze zijn wat dat betreft, in hogere mate een godsdienst „in geest en in waarheid" (Joh. 4:24) dan de roomse christenen.

3. Hoe kunnen dan allerlei protestantse kerken van Nederland een „Raad van Kerken" vormen samen met de r.-k. kerk?

Antwoord van de oecumenici: „Ja, maar de Nederlandse r.-k. kerk bevordert niet meer zo die beeldenverering als de r.-k. wereldkerk".

Ons weerwoord: Maar ook de Nederlandse r.-k. kerk staat die beeldenverering wél toe; bovendien is deze kerkprovincie wezenlijk verbonden met de roomse wereldkerk en heeft dus deel aan deze zonde, die door de profeten geestelijke hoererij en overspel wordt genoemd. Op grond daarvan heeft de profeet Hosea de oude moederkerk, het volk Israël, aangeklaagd (Hosea 2:1): „Laat ze haar hoererijen van haar aangezicht en haar overspelerijen van tussen haar borsten wegdoen".

Zo zullen ook wij de protestantse moederkerken moeten aanklagen vanwege haar medeschuldigheid aan de roomse beeldendienst, de roomse geestelijke hoererij. En beiden moeten wij met de profeet Hosea en met de Christus Zelf oproepen tot bekering: „Bekeer u, o Israël, naar de Heere, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid. Neem deze woorden met u en bekeer u tot de Heere; zegt tot Hem: (…). Wij zullen tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God" (Hosea 14:2-4).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Roomsen en Hindoes vereren massaal Sint Antonius

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's