Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HABEMUS REGEM !

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HABEMUS REGEM !

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo getuigde Guido de Brés, de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: "Wij hebben een Koning"!

Wat een heerlijk getuigenis van een man, die in het aangezicht van de dood getuigenis aflegde van zijn geloof in de opgestane Heere.

Toen de gravin van Reux hem in de gevangenis kwam opzoeken en hem attent maakte op de zware kettingen waarmee hij geboeid was, zei hij: "Daar verblijd ik mij in, 't is mij tot eer. Ik acht het kostbaarder dan gouden ketenen en schitterende juwelen; hun geluid is mij als een lieflijk snarenspel, want ik lijd om het Woord Gods".

Dat Woord Gods was voor Guido de Brés en zoveel andere getrouwen de rots waarop hij kon staan, 'het profetische woord dat zeer vast is'.

Dat Woord laat ons de vertroostende klanken horen van onze Koning Jezus: "Vrees niet, Ik ben de Eerste en de Laatste, en Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood" (Openb. 1:17-18).

Hoe vertroostend! (Joh. 11:25). "Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven'

Dit mogen wij, die geloven, met zekerheid weten en verkondigen: de dood is teniet gedaan, de dood die zoveel ellende en tranen veroorzaakt. Een onuitsprekelijke heerlijkheid wordt ons deel door Jezus Christus' opstanding. Helder wordt deze gedachte geformuleerd in vraag en antwoord 45 van de Heidelbergse Catechismus.

Het nut van de opstanding

In overeenstemming met de Bijbel leert de H.C.:

"Ten eerste heeft Hij door Zijn opstanding de dood overwonnen, om ons te doen

delen in Zijn gerechtigheid, die Hij door Zijn dood voor ons had verworven (Rom. 4:25; 1 Kor. 15:16-18; 1 Petr. 1:3).

Ten tweede worden ook wij door Zijn kracht nu al opgewekt tot een nieuw leven (Rom. 6:4; Kol. 3:1-3; Ef. 2:4-6).

Ten derde is de opstanding van Christus voor ons een onderpand van onze opstanding in heerlijkheid (Rom. 8:11; 1 Kor. 15:20-22)".

Mochten we ons maar wat meer erin verdiepen, ja mocht het op ons hart worden gebonden!

De gerechtigheid die Hij door Zijn dood heeft verworven, wordt in Zijn opstanding mijn en uw deel, door het geloof. Het is Zijn werk, uitsluitend Zijn zaligmakend werk. Hij is het die in mij een honger heeft gelegd naar het Woord en het brood des levens.

Hij is het die mij een mond heeft gegeven om te eten en te drinken. Hij is het die mijn hongerende ziel met het goede vervult.

Wat een wonder, onuitsprekelijk! Dat ik Christus deelachtig mag zijn en zo deel mag hebben aan al Zijn schatten, aan de volle rijkdom van Zijn genadegaven… Wonderbare goedertierenheid Gods!

Door Zijn opstandingskracht worden wij opgewekt tot een nieuw leven. Christus leeft in mij! Wie kan het vatten? Christus Jezus werkt in ons de bereidheid om te vergeven, om barmhartig te zijn, om onszelf te verloochenen, om de minste te zijn. Het is alles Zijn werk, vrucht van Zijn heerlijke opstanding.

Ons wordt ook de verheerlijking van het lichaam verzekerd, door het geloof in de opstanding. Och, voor ons bekrompen verstand is het niet te vatten… al die mensen die sterven en weer zullen opstaan? Hoe kan het? Hoe zullen ze opstaan? "Hoe zullen de doden opgewekt worden en met hoedanig een lichaam zullen zij komen?" Al die mensen, zovelen verdronken, zovelen verbrand…

En toch, wij weten van de troost des Woords en daarom mogen wij van harte instemmen met de belijdenis der gemeente van Christus dat 'ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt, weer met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkt lichaam van Christus gelijkvormig zal worden'(Zd. 22).

Het is waarheid: ons lichaam zal aan het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig zijn! Zonder zonde, zondersmet en zonder smart! Ja, Hij zal zijn alles in allen! Zalige troost en heerlijke hoop.

Newton, een geleerde en gelovige man, kwam eens met een groep studenten voorbij een kerkhof. En één van die studenten liet zich ontvallen: Toch wel dwaas om te geloven dat het stof van al die lichamen weer tot leven kan gebracht worden'. En Newton antwoordde: Heb even geduld.

En toen hij een volgende voordracht gaf, had hij wat ijzervijlsel meegebracht en vermengde dit met zand en stof. En hij vroeg die student: 'Hoe zou nu uit dit mengsel het ijzervijlsel weer te voorschijn kunnen worden gebracht1? En Newton nam een magneet en hield die boven het mengsel. Er kwam beweging in en het ijzervijlsel vloog op de magneet af. Toen zei Newton: 'Zou Hij, die aan een dode magneet zoveel kracht kan geven, ook niet in staat zijn een nieuw lichaam te geven aan wat dood stof is geworden? Zou dat voor de Almachtige God te wonderlijk zijn*?.

Ja, is dit niet hetzelfde wat Paulus wil zeggen in 1 Kor. 15:42-43: "Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht".

Verbazingwekkend … dat dit lichaam, dat door de zonde zo kwalijk is toegetakeld, de heerlijkheid tegemoet gaat. Hetzelfde lichaam en toch zo heel anders, zoals de vrucht zo heel anders is dan de graankorrel. Verheerlijkt en Christus gelijkvormig. Zo leert Paulus het ook in Fil. 3:21.

Pijn en smart houden dan op, verdriet en moeite kunnen het lichaam dan niet meer aantasten, want zonde is niet meer!

Zalig wie daaraan deel heeft

Een heerlijke en zalige troost is het wanneer de opstandingszegen ons steeds meer wordt toegeëigend. Hoe heel anders zou ons leven er uitzien. Wat zouden veel zorgen en veel verdriet ons worden bespaard, want we zouden niet meer leunen op iets van onszelf, dat altijd en immer teleurstelt. We zouden ons enkel op Hem en Zijn beloften verlaten. Het zou worden wat Paulus schrijft: 'Onze wandel is in de hemelen'. Van harte kunnen we dan de bruid uit het Hooglied nazeggen: 'Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk'.

Arme theologen die de waarheid verdraaien! Hoort toch het Woord des Heeren dat spreekt van leven en van kracht.

Bidt met Paulus in de Efeze-brief om verlichte ogen des verstands 'opdat gij moogt weten, welke is de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom is der heerlijkheid Zijner erfenis in de heiligen; en welke de uitnemende grootheid Zijner kracht is aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, en heeft Hem gezet tot Zijn rechterhand in de hemel' (Ef. 1:18-20).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HABEMUS REGEM !

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's