BEKENTENIS
Uit liefde voor de Waarheid der Schriften wil ik ootmoedig belijden dat ik vroeger als r.-k. priester zoveel heb geleerd en verkondigd wat geheel in strijd was en is met de leer der Schriften. Vroeger heb ik geleerd:
- dat de kerk van Christus op Petrus gebouwd is,
- dat de pausen de opvolgers zijn van Petrus,
- dat de paus van Rome het zichtbare hoofd is van Christus' Kerk,
- dat de paus onfeilbaar is inzake geloof en zeden,
- dat de R.-K. Kerk de ene ware Kerk is,
- dat de R.-K. Kerk niet kan dwalen,
- dat er buiten de R.-K. Kerk geen zaligheid is,
- dat er buiten de Heilige Schrift nog een andere geloofsbron is, nl. de traditie,
- dat naast de Heere God ook de 'heiligen' moeten vereerd worden,
- dat die heiligen middelaars zijn van voorspraak,
- dat er, naast Jezus Christus, nu nog andere priesters zijn,
- dat deze priesters de macht hebben om brood en wijn te veranderen in Jezus Christus Zelf,
- dat de Mis een waar offer is,
- dat de priesters de macht hebben om zonden te vergeven,
- dat men, na ontvangen vergiffenis, nog straf voor zijn zonden moet uitboeten,
- dat er een vagevuur bestaat,
- dat wij met aflaten en zielemissen de doden kunnen helpen,
- dat de mens door de zonde niet volkomen is verdorven,
- dat wij door onze goede werken de hemel kunnen verdienen,
- dat Maria de Moeder van God is,
- dat Maria onbevlekt ontvangen is,
- dat Maria medeverlosseres is,
- dat Maria ten hemel opgenomen is,
- dat Maria de koningin is van hemel en aarde,
- dat Maria Middelares is van alle genade,
- dat alleen het r.-k. leergezag de Bijbel op de juiste wijze kan en mag uitleggen,
- dat het vrije onderzoek van de Bijbel gevaarlijk is,
- dat de mens door het doopsel wedergeboren en kind van God wordt,
- dat de mens door het vormsel met de Heilige Geest wordt vervuld,
- en nog veel andere dingen meer…
Maar thans mag ik, steunend op de Heilige Schrift alléén, deze blijde boodschap verkondigen:
- dat de Kerk van Christus niet gebouwd is op Petrus, maar op de belijdenis die hij heeft afgelegd: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God" (Mat. 16:16).
- dat alleen onze Heere Jezus Christus het Hoofd van de Kerk is, (Ef. 1:10, 22; Ef. 5:23; Col. 1:18; 1 Kor. 3:11)
- dat de Heilige Schrift de enige bron is van openbaring, (Deut. 28:59; Deut. 32:46-47; Jes. 8:20; Joh. 5:39; Luk. 16:29-31; Hand. 17:11; Mat. 15:3, 6; Mark. 7:7-13; Col. 2:8; Tit. 1:9; 2 Petr. 1:18-19)
- dat men God alleen mag aanbidden en vereren, (Mat. 4:10; Hand. 10:26)
- dat er maar één Middelaar is tussen God en mensen, (1 Tim. 2:5; 1 Joh. 2:1; Hebr. 12:24; Col. 2:18-19; Joh. 10:9; Joh. 14:6; Hand. 4:12)
- dat Jezus Christus onze enige Priester is, (Hebr. 7, 8, 9)
- dat Jezus Christus onze enige tussenkomst is als wij gezondigd hebben, (1 Joh. 2:1-2; Hebr. 7:25; Hebr. 9:24; Rom. 8:34; Mark. 2:7-10; Hand. 8:22-24; Hand. 10:43)
- dat God bekering vraagt na de zonde, maar geen penitentie, (Mat. 3:2; Mark. 1:15; Luk. 13:3-5)
- dat al de boven vermelde roomse dwaalleringen weerlegd kunnen worden aan de hand van de Bijbel,
- dat bijgevolg de R.-K. Kerk niet onfeilbaar is, kan dwalen en onbetrouwbaar is, daar zij niet staat op de grondslag van het Woord Gods!
DOOR HET GELOOF ALLEEN:
Door het geloof alleen wordt een mens gered!
Wie in Jezus Christus gelooft, zal niet beschaamd worden (Rom. 9:33).
Jezus Christus is het zoenmiddel door het geloof in Zijn Bloed (Rom. 3:25).
De Heere God vraagt gehoorzaamheid des geloofs (Rom. 1:5).
Alle dingen zijn mogelijk degene die gelooft (Mark. 9:23).
Dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof (1 Joh. 5:4).
Door het geloof alleen worden wij behouden (Mat. 9:22; Mark. 10:52).
De rechtvaardige zal uit het geloof leven (Rom. 1:17).
De rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen, die geloven (Rom. 3:22).
Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen (Hebr. 11:6).
Gij staat door het geloof (Rom. 11:20).
Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft (Joh. 6:29).
DOOR GENADE ALLEEN:
Uit genade zijt gij zalig geworden(Ef. 2:5).
Wij geloven door de genade des Heeren Jezus Christus zalig te worden (Hand. 15:11)
Om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade (Rom. 3:24).
De genadegift Gods is het eeuwige leven door Jezus Christus onze Heere (Rom. 6:23).
Door de genade Gods ben ik wat ik ben (1 Kor. 15:10).
Hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus (1 Petr. 1:13).
Gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade (Tit. 3:7).
Mijn genade is u genoeg (2 Kor. 12:9).
DOOR DE SCHRIFT ALLEEN:
De Schrift is het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid (Ef. 1:1).
Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods (Mat. 22:29).
Men moet geloven gelijk de Schrift zegt (Joh. 7:38).
Het gebod Gods werd overtreden terwille van de traditie (Mat. 15:3).
Het Woord Gods werd van zijn kracht beroofd terwille van de traditie (Mat. 15:6, 9; Mark. 7:7-13).
Wie aan de Schrift iets toevoegt of afdoet, wordt door de Heere bedreigd (Op. 22:18-19).
Onderzoekt de Schriften, die zijn het, die van Mij getuigen (Joh. 5:39).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990
In de Rechte Straat | 32 Pagina's