ONTMOETINGEN 59

ANTWOORD

Een antwoord op uw vraag of U een uitverkorene bent, kunt U niet vinden, "als u de verborgenheden en diepten Gods curieuselijk doorzoekt" (Dordtse Leerregels 1,12), maar als U ziet naar de barmhartige liefde Gods zoals die aan ons in het Woord is geopenbaard.

In dat Woord wordt de liefde van God voor U zichtbaar in de belofte en in de Beloofde, Jezus Christus. Hij zegt daarin tot U: "Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" (Joh. 6:47).

De vraag is nu: Wilt u Hem geloven op Zijn Woord? Hij zegt niet: "Wie uitverkoren is, heeft het eeuwige leven". Als Hij dat had gezegd, zouden we nooit zekerheid van onze zaligheid kunnen hebben. Want dan zou Hij ons verwezen hebben naar Gods beschikkingen, die ondoorgrondelijk zijn.

Maar Hij heeft gezegd: "Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven".

U zult nu misschien zeggen: "Maar Jezus heeft toch ook gezegd dat niemand tot Hem kan komen, tenzij hij tot Hem getrokken wordt door de Vader".

Volkomen waar, maar Hij heeft dat in een ander verband gezegd. Bij die belofte van Joh. 6:47 heeft Hij niet over uitverkiezing gesproken. Hij nodigt ons, ook u, daarin heel eenvoudig uit om in Hem te geloven. En als we dat doen, als we kinderlijk die uitnodiging aanvaarden en in Hem geloven, dan kan Hij toch niet daarna zeggen: "Ja maar, jij, jij krijgt het eeuwige leven niet, ook al geloof je in Mij, want je bent niet uitverkoren".

Anderen zeggen dan: "Maar niet elk geloof maakt zalig" Ook dat is waar. Het ware geloof is iets van het hart. Daarom wordt een mens door dat geloof zo radicaal veranderd, dat Jezus het vergelijkt met een tweede geboorte. Wie alleen maar een redeneer-geloof heeft, verandert innerlijk niet.

Weer zult u misschien vragen: "Moet ik dan eerst bij mijzelf die radicale verandering zien, en kan en mag ik dan pas geloven dat ik uitverkoren ben?".

Nee, want dan zoudt u niet meer geloven, maar zien. Hebr. 11:2 zegt: "Het geloof nu is een bewijs der dingen die men niet ziet". De volgorde is dus: eerst geloven, dan zien.

De Dordtse Leerregels zeggen dat de gelovigen van hun uitverkiezing verzekerd worden, "als zij de onfeilbare vruchten der Verkiezing in zichzelf met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen (2 Kor. 13:5)". En als eerste vrucht noemen zij "een waar geloof in Christus". Dus eerst het geloof, daarna, en uit dat geloof voortvloeiend, de andere vruchten zoals die bv. in Gal. 5:22 genoemd worden: "liefde, blijdschap, vrede …"

Nogmaals: we moeten dus niet de volgorde omkeren en eerst liefde, blijdschap, vrede enz. in onszelf willen zien en dan pas geloven.

Ook Gal. 5:6 geeft duidelijk diezelfde volgorde aan: "Geloof, door de liefde werkende". Dus eerst het geloof en uit dat geloof bloeit dan de liefde als een vrucht op.

Ik hoop dat u iets hebt aan deze beschouwingen. Schrijf mij anders gerust nog eens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen