"WIE IS HET DIE VERDOEMT?" Romeinen 8:34a

"Verdoemen", wat een donker woord is dat. Een woord vol oordeel en gericht. De nieuwe vertaling vertaalt met veroordelen. Doch dat betekent eveneens verdoemen.

Het is een geladen woord. Een woord dat ons spreekt van de toom van God tegen onze zonde. Een toom die er niet om liegt. Een toom die ten diepste haar beslag krijgt in de eeuwige rampzaligheid. De plek waar de worm niet sterft en het vuur niet geblust wordt… En vreselijk is het om daar te komen. Je moet er niet aan denken.

Hoe er aan te ontkomen is?

Of vinden wij dat geen reële vraag? Denken we dat het met de dood afgelopen is? Of zijn we van mening dat het vanzelfsprekend is dat ieder mens zo wie zo in de hemel komt?

De Bijbel is er heel duidelijk in. God Zelf leert ons heel duidelijk in Zijn Woord dat ieder mens die verdoemenis verdient. Door zijn zonde. Immers, vervloekt is een ieder die niet blijft in al wat geschreven is in het boek der wet om dat te doen… Vloekwaardig zijn we dus allemaal, want wij allen overtreden regelmatig de wet van God.

Hoe aan die verdoemenis te ontkomen is?

De Bijbel heeft daar een eenvoudig antwoord op nl. het geloof in Jezus Christus. En het is ook het enige antwoord. Een tweede is er niet. Welke antwoorden andere godsdiensten ook geven, we komen er eeuwig bedrogen mee uit. De antwoorden van b.v. het Boeddhisme, het Hindoeïsme, de Islam deugen niet. Want het zijn antwoorden van godsdiensten die Christus loochenen als enige Naam onder de hemel gegeven om zalig te worden.

Er is maar één Redder die ons echt van de verdoemenis verlossen kan. En dat is Jezus. Want Hij heeft als Enige op het kruis van Golgotha de toom van God en de verdoemenis die wij verdienen, gedragen. Hij deed het in onze plaats. Als onze Plaatsvervanger. Hij ving de klappen op, opdat wij vrijuit zouden gaan. Hij droeg de straf die ons de vrede aanbrengt. Hij heeft onze zonde - de oorzaak van onze verdoemenis - verzoend door Zijn lijden en sterven. En Hij heeft dat alles zo grondig gedaan, dat Zijn werk helemaal af is. Wij hoeven er zelf niets aan toe te voegen om in de hemel te komen.

Het enige waar het bij ons op aan komt is geloven. Geloven in Jezus. Geloven dat Hij metterdaad alles gedaan heeft waardoor wij aan de verdoemenis kunnen ontkomen. Geloven… Dat staat in de Romeinenbrief tegenover het doen van goede werken om daardoor de hemel te verdienen. Wie gelooft, erkent dat het niet te verdienen valt… dat het enkel te ontvangen is. Het geloof is de lege, verlangend uitgestoken hand, die ontvangt wat Jezus gedaan heeft aan het kruis. Sterker nog: het geloof ontvangt Jezus Zelf… God de Heilige Geest schenkt ons Jezus in onze lege geloofshand, zodat die niet langer leeg is.

Onze geloofshand raakt gevuld. Gevuld met Jezus. En daarom gevuld met genade en vergeving…

En dat is heerlijk. Dat is echt het mooiste in een mensen-leven. Want dat geeft het grootste geluk dat een mens op aarde maar verkrijgen kan. Het maakt je juichend blij. Bovendien geeft het recht op het eeuwige leven, in de hemel. Niet de verdoemenis, want die heeft Christus voor ons ondergaan… maar de vrijspraak.

En al gaat de hele hel nu op zijn kop staan uit woede en razernij, al roepen al de duivelen dat we toch verloren gaan, de eeuwige verdoemenis in… al zegt de hele wereld dat we geen heil bij God hebben… het haalt allemaal niets uit… Want… want… want… ieder mens die Jezus in zijn lege geloofshand heeft ontvangen, die gaat eeuwig vrijuit… wat duivelen en mensen ook beweren.

Dat nu bedoelt Paulus te zeggen in bovenstaande tekstwoorden.

Als hij zegt: "Wie is het die verdoemt", dan wil hij daar mee aangeven dat ieder mens die werkelijk in Christus gelooft… door niemand ooit nog verdoemd kan worden.

We moeten de tekstwoorden eigenlijk lezen in combinatie met het slot van het voorgaande vers. Daar lezen we: "God is het Die rechtvaardig maakt". De zin wordt dan: "God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt"? Paulus wil er mee zeggen dat niemand het ooit in zijn hoofd zal kunnen halen ons te verdoemen, wanneer God ons door het geloof in Christus rechtvaardig heeft verklaard. Daarom is het geloof in Christus de grootste rijkdom die een mens maar kan hebben.

Zonder Christus blijven we nergens en wacht ons de verdoemenis. Tenzij we ons tijdig bekeren.

Met Christus kan ons niets overkomen. We hebben voor eeuwig onze schaapjes op het droge.

Wie zal ons verdoemen als Christus onze Heiland is? Alle vervloekingswoorden zullen niets uithalen. Ze zullen afstuiten op Christus. Die onze zonden op Zich nam. Wiens bloed ons heeft gereinigd.

Is dit grootspraak? Is dit oppervlakkige taal? Neen, dit is geloofstaal, gebaseerd op Jezus Christus, de vaste Rots van ons behoud.

Heere, waar dan heen? Waar het zoeken? Bij andere mensen… bij andere godsdiensten… bij onze goede werken… bij wat de wereld te bieden heeft aan amusement en vertier?… Neen… neen… en nog eens neen.

Heere, waar dan heen? Wat is het antwoord? Het luidt: "Tot U alleen"…

Alleen naar Jezus heen, in geloof en vertrouwen.

Heerlijk, Jezus als je Heiland te bezitten… Dan is er geen verdoemenis ooit nog voor ons.

Leerdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen