ZOALS KLEI IN DE HAND VAN DE POTTENBAKKER

Het eerste nummer van ons blad voor 1995 ligt weer voor u.

Een heel nieuw jaar is begonnen. Een jaar dat zorgen zal brengen en verdriet. Maar ook blijdschap en vreugde.

Als u heel eerlijk terugkijkt zult u het zien dat de Heere ondanks alles voor u heeft gezorgd in het afgelopen jaar. Diezelfde God wil ook op alle terreinen van het leven voor u zorgen in het nieuwe jaar.

Het is goed om aan het begin van een nieuw jaar te beseffen wie wij werkelijk zijn: "Leem in de handen van de goddelijke Pottenbakker". Dat is niet benauwend, maar dat is juist troostrijk bij het begin van een nieuw jaar. Met de nu volgende meditatie willen we hierover met u nadenken.... leem in de handen van de Pottenbakker... jij...u... ik...

Israël verkeerde in een zeer erbarmelijke situatie nl. die van de ballingschap. En het ergste was dat het te wijten was aan eigen schuld. Het was straf om het verlaten van God, zoals dat in vers 5 wordt beleden.

God neemt zonde heel erg serieus. Ook vandaag nog. Wanneer wij Hem verlaten dan hebben we Zijn toorn en straf te vrezen. Dan hebben we reden om te klagen met vers 6: "Doch wij allen zijn als een onreine en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons weg als een wind". Het is een schuldbelijdenis en een klacht. En het ergste van alles is dat God Zich heeft verborgen (vers 7). Godsverberging/verduistering….

Is er wat aan te doen? Ja er is wat aan te doen! In Jesaja wordt een beroep gedaan op God. Vers 8a: "Doch nu Heere, Gij zijt onze Vader". De profeet Jesaja legt de vrome Israëliet deze prachtige woorden in de mond. En daarmee wordt een appèl gedaan op God als Vader.

God is de Vader van Israël d.w.z. Israël heeft haar bestaan als volk van God te danken, enkel aan de Heere alleen. Hij toch heeft het volk uitverkoren tot Kanaan. Hij toch heeft het volk bestemd tot drager van de Messiasbelofte. Zal deze Vader, deze machtige en trouwe God, Zijn eigen volk dan nu in de steek laten? Dat is toch ondenkbaar?

Vandaar onze tekstwoorden nl. wij zijn leem en Gij zijt onze Pottenbakker. Daar wordt beleden: "Heere wij zijn Uw maaksel., en U kunt verder doen met ons wat u wilt". Daar bent u geheel vrij in, U bent tot niets verplicht en wij hebben het er door onze zonde niet naar gemaakt dat Gij naar ons omziet.. Maar toch, Heere, maar toch… zult U dat over Uw hart kunnen verkrijgen om Uw maaksel geheel in de steek te laten en te verderven? Dat is toch onbestaanbaar..? Wilt U daarom, Heere, ons opnieuw vormen, opnieuw een volk van U maken, een volk geheel bereid tot Uw dienst en lof…? Heere wilt U ons herscheppen, vernieuwen, wilt U een geestelijke opwekking geven, wilt U ons als klei vormen naar Uw model, maak ons bereid om klei te zijn in Uw hand, zodat we zonder tegenstribbelen ons naar Uw hand laten vormen". Het zou vandaag gezegd kunnen zijn, in deze tijd van Godsverberging. En werd het maar veel gezegd, vandaag! Daarom mogen we elkaar aansporen om deze Bijbelwoorden ook zelf in de mond te nemen en het Jesaja na te spreken: "Heere, wij zijn leem en Gij zijt onze Pottenbakker"!

En dan verstaan we de tekstwoorden als een gebed om geestelijke vernieuwing, waarin we geheel bereid zijn om God aan en in ons te laten werken.

En wat is dat nodig! Nodig dat God ons kneedt naar Zijn model, dat God dat ons persoonlijk doet… en ons als gemeente…. en ons als kerk… en ook als land en volk..! Immers, wat is er een nood, een schuld en een Godsvervreemding.

Je moet er niet aan denken dat God ons aan ons lot over laat. Dat God zegt: "Ze bekijken het maar, ze willen zo graag hun eigen gang gaan, nu, ze doen maar…"! Vreselijk is het wanneer God ons overgeeft aan het goeddunken van ons eigen hart! Vreselijk is het wanneer God ons loslaat, ons, die al twee eeuwen lang leven bij de slagzin: "De mens is maat van alle dingen".

Je moet er niet aan denken dat God Zijn hand van ons zou aftrekken en dat Hij ons laat vallen in het oordeel der verharding, waarin we dan weliswaar pottenbakker mogen zijn van ons eigen beeld en gelijkenis, maar ondertussen God verliezen, omdat we ons niet naar Zijn hand willen laten vormen. Daarom is zo nodig vandaag, het gebed: "Heere wij zijn leem en Gij zijt onze Pottenbakker".

Daarom is zo nodig vandaag dat wij ons restloos aan de Heere uitleveren, opdat Hij doorZijn Heilige Geest totaal nieuwe mensen van ons maakt. Mensen, herschapen in Christus Jezus tot goede werken! Mensen, gewillig om Hem te dienen naar Zijn Woord.

En laten we ook niet vergeten dat er Eén geweest is Die Zich voor de volle honderd procent heeft laten kneden als leem door Zijn Vader, de Pottenbak ker. Dat is Jezus geweest, Die tot het einde de weg van Zijn Vader is gegaan, tot het bittere einde van de dood aan het kruis en Die op de paasmorgen als volkomen nieuwe schepping uit de handen van Zijn hemelse Vader is voortgekomen.

Het is dan ook om Jezus' wil dat wij met vrijmoedigheid mogen vragen of de Heere ook ons wil herscheppen. En we bidden met grote aandrang en sterk vertrouwen: "Heere, wilt U alstublieft ook in het nieuwe jaar, als Pottenbakker vele mensen modelleren zoals U wilt dat ze zullen zijn, wilt U ons als klei behandelen en alles nieuw maken. Nieuw in ons persoonlijk leven, nieuw in onze gemeente, nieuw in de kerk, nieuw in Nederland en ver daarbuiten. Hebt U niet Zelf beloofd dat U alle dingen nieuw zult maken? Maak het nieuw en begin bij mij!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen