De hand aan de ploeg
"En Jezus zeide tot hem: Niemand, die zijn hand aan de ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods."
Hoe kan Jezus zoiets vragen?
De woorden die Jezus hier spreekt, kunnen bij een oppervlakkige lezing heel wat misverstanden oproepen. Toen ik een jongen was en ik hoorde de pastoor clit verhaal lezen, dan dacht ik: "Ja maar, hoe kan dit nu? Hoe kan Jezus zoiets vragen? Hoe kan Hij zo hard zijn in Zijn antwoorden? En dan nog tegen mensen die gewillig zijn om Hem te volgen? Mag je dan je vader niet begraven als je in de dienst staat van de Heere Jezus? Mag je dan geen afscheid nemen van je familie als je je leven definitief in dienst stelt van Gods Koninkrijk? Er staat toch duidelijk geschreven: "Eert uw vader en uw moeder". En je mag toch wel zeker je naaste bijstaan, en zeker je broeder en zuster, wanneer er moeite of verdriet is?! En waarom zou je niet even mogen zien naar 'hetgeen achter je ligt'?
'Hetgeen achter je ligt', alles wat je in het verleden hebt meegemaakt, is toch belangrijk? Je kunt er toch uit leren voor je leven vandaag en voor de toekomst? We lezen toch ook in de Bijbel dat de Heere God Zijn volk oproept om de grote daden van de Heere te gedenken, zodat ze uit Zijn machtige wonderen in het verleden moed mogen putten voor het heden? "Gedenk aan de dagen van weleer!" (Deut. 32:7). Waarom zegt Jezus dan: "Wie ziet naar hetgeen achter hem ligt, is niet geschikt voor het Koninkrijk Gods?" Wel, vrienden, de Heere Jezus zegt dat, omdat de keuze voor de dienst aan Christus ons stelt voor de meest radicale beslissing van ons leven: 'alles of niets' - 'helemaal voor de Heere of niet' - 'leven voor Hem of leven voor je eigen zaakjes … Zo radicaal ligt het, zegt de Heere Jezus.
Eerst dit en eerst dat…
De Heere Jezus neemt geen genoegen met een 'beetje Hem volgen', voor zover het ons uitkomt en we er zin in hebben. De Heere wil dat we helemaal Hem toegewijd zullen zijn. Maar wat valt hier op bij deze drie ontmoetingen? Ieder heeft zo zijn excuses! We kennen dat ook wel in ons eigen leven. Hoe sterk het verlangen ook kan zijn om de Heere Jezus te volgen, toch ontdekken we in ons leven altijd weer die ellendige neiging om uitvluchten te zoeken: "Ja maar Heere, 'k mag toch ook aan mijn trekken komen? Later in de week, als het mij wat beter uitkomt, dan zien we wel…" We willen blijkbaar altijd eerst iets anders doen, vooraleer we aan de eigenlijke opdracht toekomen. Net zoals bij deze mensen in Lukas 9: "Laat me toch eerst mijn vader begraven… Laat me toch eerst afscheid nemen van mijn familie… Laat me eerst nog dit en dat doen…" Het lijkt wel een stopwoord te zijn: 'Eerst dit en eerst dat'. 'Ik heb bezoek vanavond, dus kan ik niet komen…' - 'Ik ben net uitgenodigd voor een etentje, het zal voor een andere keer zijn.' Eerst dit en eerst dat… het kan een mens een leven lang aftrekken van de eigenlijke zaak van Gods Koninkrijk. Er kunnen bindingen zijn in je leven, die je tegenhouden om de Heere te dienen. Bindingen aan de spullen die je hebt, bindingen aan je relaties, bindingen aan 'wat de mensen wel gaan zeggen', bindingen aan hetgeen je altijd zo gewoon was… En al die bindingen noemt Jezus hier: 'Zien naar hetgeen achter je ligt.' Niet kunnen loslaten van mensen en vriendschappen waar je vroeger zo graag mee omging, toen je nog geen christen was en volop je pleziertjes zocht in de wereld. Het zijn bindingen met het verleden die zo sterk kunnen zijn dat je ze niet kunt loslaten. "Heere, ik wil U volgen, maar laat me eerst…"
Laat de doden hun doden begraven
Radicaal zegt Jezus: "Laat de doden hun doden begraven, maar gij, volg Mij!" Jezus zegt hier niet dat we onze doden niet mogen begraven, dat als vader of moeder sterft, we dan niet op de begrafenis zouden mogen zijn. Neen! Toen mijn moeder gestorven is, heb ik haar ook begraven, en toen mijn vader gestorven is, heb ik hem ook begraven. We hebben inderdaad vader en moeder te eren; we moeten vriendelijk en goed zijn in elke relatie die we hebben met mensen. Maar als die relatie ons zou hinderen om de Heere te volgen, dan moeten we daar afstand van nemen. O vrienden, zo duidelijk leert de Heere Jezus: het is je binden aan het verleden, of je binden aan de voortgang van het Koninkrijk Gods! Wanneer je nog vastzit aan het verleden, aan dingen van vroeger die je afhouden om de Heere radicaal te volgen… aan vrienden van vroeger of zelfs aan familieleden die je tegenhouden om de Heere radicaal te volgen, dan ben je niet geschikt voor het Koninkrijk Gods!
Geschikt voor het Koninkrijk Gods
Wat is dat nu precies: 'geschikt' zijn voor het Koninkrijk Gods, of niet geschikt zijn voor het Koninkrijk Gods? Al vlug denken we dan-, 'Dat ligt me niet', of 'dat kan ik niet', of 'je kunt van mij toch niet verwachten dat ik mijn buren iets ga vertellen over het Evangelie. Ik heb daar trouwens geen opleiding voor gehad!' Als wij denken aan 'geschikt zijn', dan gaan we veelal gelijkstellen aan 'in staat zijn tot iets, een bepaalde opdracht aan kunnen'. Maar als ik lees in Handelingen 1, waar de Heere Jezus aan Zijn discipelen het zendingsbevel geeft, dan mag ik weten dat de zaak van het Koninkrijk van God geen kwestie is van 'kunnen', maar van 'zullen'. Jezus zegt daar: "Gij zult Mijn getuigen zijn." Jezus zegt niet: "Gij kunt Mijn getuigen zijn… als ge eerst nog wat gaat studeren en dan goedgekeurd wordt door een commissie…" Neen. Jezus zegt: "Gij zult Mijn getuigen zijn". En dat 'zullen' heeft dan alles te maken met een bekwaamheid die God je schenken wil, met de kracht van de Heilige Geest die over u komen zal, waardoor je in staat zult zijn om de opdracht die God je toevertrouwt, te vervullen. Je wordt door God innerlijk geschikt gemaakt. En 'schikken' wil zeggen: de dingen op zo'n wijze rangschikken dat ze bruikbaar zijn voor het doel waartoe ze bestemd zijn. Toen Abraham Isaak moest offeren, wat deed hij? Hij 'schikte' het hout. Dat wil zeggen: hij ordende het op een zodanige wijze dat het het beste kon branden. Geschikt zijn voor het Koninkrijk van God wil dus zeggen dat je innerlijk gerangschikt bent, er innerlijk aan toe bent. Bereid bent om je helemaal over te geven aan het werk van God in je leven. Je wilt je helemaal laten gebruiken op de plaats en op de manier waarop God dat wil doen in je leven.
De ploegende boer
Jezus gaat dat verduidelijken met dat prachtige beeld van de ploegende boer. Een ploegende boer die altijd maar achterom kijkt, zal van het ploegen niet veel terechtbrengen. De voren gaan scheef lopen en de aarde zal niet geschikt zijn voor het zaaien. Wanneer wij zouden doen als die ploegende boer, altijd maar achterom kijken in ons leven, het verleden niet kunnen loslaten, dan zijn we niet geschikt voor het Koninkrijk Gods! Want is het niet zo, het verleden kan je zo vasthouden, in de ban houden, het kan je achtervolgen. Denk maar aan bepaalde fouten die je maakte in het verleden, zonden die je begaan hebt, aan schuldgevoelens, aan wat andere mensen je hebben aangedaan… dingen die je maar niet kunt vergeten en vergeven. O vrienden, als we 't niet bij de Heere brengen, dan wordt het moeilijk! En dan wordt alles wat geweest is, dat omzien naar wat achter je ligt, een belemmering om Jezus' roepstem te horen en Hem te gehoorzamen. Dan ben je niet geschikt voor het Koninkrijk Gods! O, breng daarom dat verleden dat je zo kan belemmeren om voluit beschikbaar te zijn voor de Heere God, breng het maar alles aan de voeten van het Kruis, en de Heere Jezus zal genezen van pijnlijke en bittere herinneringen uit het verleden en je hart openen voor een leven met Hem en voor Hem in het Koninkrijk Gods! En ga rechte voren trekken naar de toekomst.
Het ploegijzer door je leven
En dan kom ik nog even terug bij die ploegende boer. Heb je al een boer zien ploegen? Dan zie je dat hij het land openbreekt en de samengegroeide kluiten en wortels van de vorige oogst doorsnijdt. Zo mag het ook met ons zijn. Jezus volgen wil zeggen: het ploegijzer door je leven halen en alle banden die je binden aan het verleden doorsnijden, de kluiten van ons egoïsme, de kluiten van 'ik kan niet' en 'ik wil niet'. Een christen is een ploeger, die zichzelf en de medemens openploegt voor God, opdat het zaad van het Evangelie erin kan vallen, het zaad van vrede en verzoening, het zaad van al Gods mogelijkheden. Dan ben je 'geschikt' geworden voor het Koninkrijk Gods! O, laten we samen ploegen, niet omzien naar hetgeen achter ons ligt, maar vooruitzien en alle nare dingen van het verleden bij de Heere brengen. Hij zal ervoor zorgen dat het verleden niet meer in de weg staat voor de dienst aan het Koninkrijk van God!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999
In de Rechte Straat | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1999
In de Rechte Straat | 16 Pagina's