Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Radicale afbraak van het oude, om plaats te maken voor het nieuwe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Radicale afbraak van het oude, om plaats te maken voor het nieuwe

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De persoon van Bonifatius spreekt nog steeds tot de verbeelding. Niet alleen door zijn leven -hij reisde als Angelsaksische monnik naar het vasteland om het Evangelie te brengen-, maar ook door zijn dood. Bij een overval door een horde heidenen liet hij vlak bij Dokkum het leven. Wie is Bonifatius en wat heeft hij te betekenen voor een organisatie als In de Rechte Straat?

Bonifatius heette oorspronkelijk Winfried. Hij werd geboren omstreeks 673 in Crediton, in de landstreek Wessex (Groot-Brittannië) uit een adellijke Angelsaksische familie. Zoals in die tijd gebruikelijk werd hij al op jonge leeftijd aan een klooster afgestaan. Winfried werd opgevoed in het benedictijnenklooster en in de abdij van Exeter. De intelligente monnik wist zich als leraar en diplomaat een vooraanstaande plaats binnen zijn abdij en samenleving te verwerven. Tot in zijn veertigste levensjaar besteedde Winfried zijn tijd aan de wetenschap. Hij legde de Heilige Schrift uit en schreef de eerste Latijnse grammatica voor Engeland. Rond zijn veertigste levensjaar besloot hij pelgrim voor Christus te worden. In 716 kwam hij, met enkele volgelingen, als missionaris naar het vasteland en verkondigde er het geloof onder de Friezen en in een groot deel van Duitsland. Radboud, de koning der Friezen, gaf hem hiervoor toestemming. De eerste zendingsreis naar de Friezen werd een mislukking, door de politieke omstandigheden, maar ook omdat er geen opening bleek te zijn voor het Evangelie. Winfried keerde gedesillusioneerd terug naar zijn geboorte-streek.

Graf van Petrus

In het jaar 718 reisde hij naar Rome om het graf van Petrus te bezoeken. Hij werd door paus Gregorius II ontboden. Van hem kreeg Winfried de naam Bonifatius, een martelaar van wie op die dag de naamdag gevierd werd. De paus gaf hem de opdracht zending onder de Germanen te beginnen. Onder bescherming van de Franken trad hij hard op tegen

Germaanse gebruiken en de vermenging van Germaans heidendom en christelijk geloof, zoals dat voorkwam in reeds gekerstende gebieden.

Na de dood van Radboud (719) vertrok Bonifatius voor de tweede maal naar Friesland en werkte enkele jaren met Willibrord samen in Utrecht. In 722 wijdde paus Gregorius II hem tot missiebisschop van Duitsland, ten oosten van de Rijn, terwijl Karei Martel hem op voorspraak van de paus zijn bescherming toezegde voor al de gebieden die door de Franken veroverd waren. In Hessen en Thúringen gingen vele Germanen tot het christendom over, onder invloed van Bonifatius' optreden, met name na het vellen van de aan Donar gewijde eik in Fritzlar, bij Kassei.

Na de dood van Willibrord had Bonifatius gedurende enige tijd de zorg voor diens missiegebied. Nadat hij in het jaar 732 werd benoemd tot aartsbisschop en pauselijke vicaris van Germanië, door paus Gregorius III, was zijn arbeid nog vruchtbaarder. De nieuwe paus verleende hem het "pallium", de witte wollen omslagdoek als teken van de aartsbisschoppelijke waardigheid.

Bonifatius kreeg hiermee het recht om anderen tot bisschop te wijden. Hij startte meteen de inrichting van de kerk in zijn kerkelijke provincie. Op 72-jarige leeftijd was hij de stichter van het bisdom Mainz en van de abdij van Fulda. Hij riep verschillende gewestelijke concilies bijeen.

Bonifatius hervormde de Frankische Kerk in Romeinse zin. Hij reorganiseerde met instemming van Rome de bisdommen, zette bisschoppen en priesters af en benoemde anderen in hun plaats. Hij stelde het priestercelibaat verplicht en verankerde de Frankische Kerk in het pausschap. Zo schiep hij een structuur waardoor het kerkelijke leven op kon bloeien.

Bonifatius behield in veel opzichten zijn zelfstandigheid, zowel tegenover de paus als tegenover de Frankische hofmeiers en koningen. Hij noemde zich "een onwaardige en geringe prediker", die uitgezonden werd door de "katholieke en apostolische kerk van Rome" om het Evangelie onder de heidense volken van Germania te verkondigen. Het Concilium Germanicum van 743 (de eerste van een reeks Frankische hervormingssynoden) erkende Bonifatius als aartsbisschop en gezant van Petrus. Toch ondervond hij veel tegenwerking bij de instelling van nieuwe bisdommen en bij bisschopsbenoemingen. Ook kreeg hij niet Keulen als aartsbisschoppelijke residentie, maar werd hem het 'mindere' bisdom Mainz, dat pas in 751 tot metropolitaanzetel werd verheven, als zetel toegewezen.

Vermoord

Toen alles was ingericht zoals Bonifatius het bedoeld had, vertrok hij in 753 weer als missionaris (op 80-jarige leeftijd) naar Friesland, de plaats waar hij veertig jaar eerder zijn missie begon. Zijn tocht voerde nu meer naar het noorden. Hij ging naar dit gebied, zo beschrijft zijn biograaf Willibald, als gevolg van een goddelijke ingeving, naar „dit gebied dat hij destijds wel met het lichaam maar niet met zijn geest verlaten had, opdat hij daar waar hij begonnen was zich loon te verwerven, nu ook bij zijn vertrek uit de wereld de totale som van dat loon ontvangen zou."

Dicht bij Dokkum werd Bonifatius op 5 juni 754 door een horde heidenen overvallen en vermoord. Met hem stierven ongeveer vijftig andere christenen, onder wie zijn hulpbisschop Eobanus en de priester Athalarius. Zijn relieken werden door bisschop Lullus naar Mainz overgebracht en later bijgezet in de kloosterkerk te Fulda in Duitsland, die mede door zijn toedoen in 744 was gesticht. In Dokkum werd in 1962 een standbeeld voor hem opgericht. Op de sokkel van het standbeeld van Bonifatius staat: "Hier werd het levenslicht van Bonifatius uitgedoofd en hier ging het licht van het Evangelie voor de Friezen op."

Betekenis

Bonifatius heeft grote betekenis gehad voor de grondvesting van de christelijke kerk en voor de groei naar culturele eenheid van heel West-Europa bij de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen. Ook maakte hij zich verdienstelijke bij de (re)organisatie en de eenwording van de kerk in West-Europa. Hij huldigde een visie op de kerk die breder was dan de eigen clan en stam. Hij streed ook tegen de ontaarding en de verwereldlijking van de geestelijke leiders. In godsdienstig opzicht was hij overtuigd van het gevaar van afgoderij, ook in de toenmalige christelijke kerk. In zijn aanbevelingsbrief van paus Gregorius II aan de Germaanse leiders deelde deze paus mee dat hij Bonifatius naar hun gebied stuurde met twee opdrachten, namelijk om het Evangelie te verkondigen, maar ook om die stammen die zich „onder de schijn van het christelijke geloof aan afgodendienst overgegeven hebben weer op het juiste spoor te brengen." Bonifatius hield er een andere methode van kerstening op na dan paus Gregorius de Grote.

Waarschuwde de laatste tegen een te radicaal optreden, Bonifatius opereerde juist met veel machtsvertoon. Terwijl de paus gebood afgodshuizen met wijwater tot kerken om te dopen en beelden te vervangen door relieken van christelijke heiligen, gingen Bonifatius en zijn dienaren de reusachtige Donarseik bij Gaesmere (Duitsland) met een bijl te lijf. Deze prediker van de Friezen wilde het oude zo radicaal mogelijk afbreken, om voor het nieuwe plaats te maken. Bonifatius besefte dat de Germanen alleen bereid waren hun goden voor Christus in te ruilen als hij overtuigend kon aantonen dat Christus de machtigste was.

Als zijn voornaamste taak beschouwde Bonifatius de zendingsarbeid onder Saksen en Friezen. Hij is de wereld ingetrokken om mensen voor Jezus te winnen, zegt Bonifatius-kenner prof. A. J. Jelsma terecht. „Hij zag God als een God van liefde, Die erop uit was om zo veel mogelijk mensen als maar mogelijk was voor een eeuwigdurend onheil te bewaren."

Martelaar

Was Bonifatius een martelaar?

Adriaan van Haemstede nam hem niet op in het Martelarenboek.

Omdat hij te zeer een volgeling van Rome was1?- In het herdenkingsjaar van de dood van Bonifatius in 1954, dus vijftig jaar geleden, werd Bonifatius in een protestants geschrift getypeerd als een „fanatieke vertegenwoordiger van de pauselijke macht." Daarin zit een kern van waarheid. Hij verkondigde immers het Evangelie „op last van de opperpriester te Rome."

We kunnen Bonifatius niet als een voorloper van de Reformatie beschouwen. Daarvoor was hij te zeer een aanhanger van de paus en de leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Het is echter moeilijk om zijn theologische opvattingen te duiden. In zijn leer is hij orthodox. Zo was hij een hartstochtelijke verdediger van de Drie-eenheid, die hij vanuit de Rooms-Katholieke Kerk inbracht tegen de afgodische heidenen.

Daarin kunnen we hem goed volgen.

Soms zien we bij hem een mengsel van roomse en voorprotestantse denkbeelden. Typisch voor Bonifatius is zijn angst voor God. De uitspraak "Bidt voor mij", komen we in tal van zijn brieven tegen. Hij vraagt de voorbede van mensen vanwege zijn zonden en verzoekingen in deze wereld. Ook zag hij het kloosterleven als het geëigende middel om gestalte te geven aan een leven in navolging van Christus, afgezonderd van de wereld, haar moeiten en verleidingen.

Anderzijds zijn er ook weer zaken bij Bonifatius die hem niet tot een specifieke vertegenwoordiger van Rome maken. Zo moest hij niets hebben van een vergoddelijking van de paus. Alleen als de paus in de schaduw van Petrus bleef, had hij recht op gehoorzaamheid, vond Bonifatius. Ook speelt Maria als de moeder van Christus geen enkele rol in zijn geloofsbeleving. Erg aansprekend ten slotte is zijn zendingsdrang. Hij was ervan overtuigd dat wie niet het geloof in Christus kende, voor eeuwig verloren zou gaan. Dat daarbij de ijver voor de verbreiding van de Kerk van Rome een belangrijke aansturing was, doet niet af aan de waarde van zijn oprechte inzet. We zouden dat zijn katholieke betekenis kunnen noemen, op grond waarvan hij een inspirerend voorbeeld is voor de toekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2004

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Radicale afbraak van het oude, om plaats te maken voor het nieuwe

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2004

In de Rechte Straat | 16 Pagina's