De eindtijd

Kunt u mij opheldering geven over een aantal twijfels die ik heb ten aanzien van de eindtijdé

Zullen de doden die door Christus behouden worden, eerst opstaan en de gestorven zondaren nog duizend jaar blijvené Zal de gemeente de opname meemaken ná de grote verdrukking of wanneer Christus verschijnt bij Zijn tweede komsté Zal de gemeente van Christus een afzonderlijk oordeel krijgené

J.J.M., Chili

Geachte briefschrijver,

Dank voor het feit dat u ons deelgenoot van uw vragen hebt gemaakt. Zoals alles wat het Woord van God ons leert, is ook alles wat de Heilige Schrift ons zegt over het einde der tijden van groot belang voor een christen. Er bestaan onder gelovigen over deze dingen heel veel speculaties en vaak ook onzekerheid. Dat is niets nieuws, want Paulus waarschuwt de Thessalonicensen al: "En wij bidden u (…) Dat gij niet haastig bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware" (2 Thess. 2:2). Paulus leert ons vervolgens dat de wederkomst van de Heere Jezus Christus voorafgegaan moet worden door een aantal gebeurtenissen: "Dat u niemand verleide in enigerlei wijze; want die dag komt niet tenzij dat eerst de afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs" (vers 3). Daarom moeten we het voor zeker houden dat de wederkomst van Christus voorafgegaan moet worden door de openbaring van de antichrist. De Schrift laat daarover geen misverstand bestaan: "En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, welke de Heere verdoen zal door de Geest van Zijn mond, en tenietmaken door de verschijning van Zijn toekomst" (vers 8). Deze antichrist is de eschatologische concrete persoon in de eindtijd, die de laatste grote christenvervolging zal ontketenen. Dat noemt de Bijbel "de grote verdrukking" (zie Matth. 24:21 en 22).

Deze komst van de Heere Jezus Christus zal dan ook een glorieuze, definitieve gebeurtenis zijn ("in heerlijkheid"), zo staat het immers ook in 1 Thess. 4:16 en 17. In dat Bijbelgedeelte zien we duidelijk dat Christus' komst in heerlijkheid zal samenvallen met de "opstanding" van de doden (vers 16) en met de "opname" van de gelovigen op aarde om de Heere te ontvangen (vers 17).

De andere kant –Matthéús 25:31-46– is het Bijbelgedeelte dat verband legt tussen de opstanding van de doden en het laatste oordeel. Openbaring 20:11-15 spreekt ons van dit oordeel door te zeggen dat allen die overleden waren, geoordeeld zullen worden, zelfs die op de bodem van de zee lagen. De gelovigen zullen ook geoordeeld worden door God. Paulus noemt dat "geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus" (2 Kor. 5:10). Romeinen 14:10 en 11 zegt dat bij het laatste oordeel hoort dat alle knie zich voor de Heere zal buigen. De Heilige Schrift geeft ons geen grond om te denken dat er twee gescheiden oordelen zullen zijn: het ene voor de gelovigen, het andere voor de ongelovigen. Kortom, de Bijbel stelt het ons met voldoende duidelijkheid in onderling verband voor: de antichrist, de grote verdrukking, de wederkomst van de Heere Jezus Christus, Zijn ontvangst door de levende gelovigen en het laatste oordeel. Wat dan één unieke gebeurtenis zou zijn.

Over de periode van duizend jaar uit Openbaring 20 bestaan nogal wat interpretaties. Veel gelovigen verstaan er het tijdperk onder waarin, na de opstanding van Christus en de uitstorting van de Heilige Geest op het pinksterfeest in Jeruzalem, het Evangelie wordt gepredikt aan alle volken. Dat is ook onze uitleg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen