Het dodenrijk
Antwoord
Wat Rome leert
De Rooms-Katholieke Kerk leert dat Jezus Christus, voorafgaand aan de verrijzenis, in het verblijf van de doden heeft vertoefd. Hij heeft Zich met Zijn ziel bij hen gevoegd in het dodenrijk. Hij is zou er zijn nedergedaald als Verlosser, de blijde Boodschap verkondigend aan de geesten die er waren gekerkerd. Men verwijst daarvoor naar 1 Petrus 3:18 en 19.
In de Kathechismus van de Katholieke Kerk staat: “Het dodenrijk waarin Christus na Zijn sterven is nedergedaald, noemt de Schrift de hel, de Sjeool of de Hades, omdat zij die zich daar bevinden, verstoken zijn van het zien van God. Dat is immers het geval voor alle doden, goede of slechte, wanneer zij wachten op de Verlosser: dat wil niet zeggen dat hun lot gelijk is, zoals Jezus laat zien in de parabel van de arme Lazarus, die “in de schoot van Abraham” was opgenomen. Het zijn juist de zielen van deze vromen die in de schoot van Abraham op hun Bevrijder wachtten, die Jezus Christus bevrijdde, toen Hij nederdaalde ter helle. Jezus is niet nedergedaald ter helle om de verdoemden te bevrijden, maar om de rechtvaardigen die Hem voorgegaan waren, te bevrijden” (art. 633).
Wat de Bijbel leert
De Bijbel biedt geen enkele hoop dat mensen na hun dood nog gered kunnen worden door zich alsnog te bekeren of boete te doen. Laat dit duidelijk zijn.
En als Rome, uitgaande van 1 Petrus 3:19, zegt dat Jezus na Zijn dood in de hel is afgedaald om er “aan de geesten in de gevangenis” Zijn overwinning uit te bazuinen, dan moet je die tekst uit 1 Petrus 3 al heel wat geweld aandoen om tot deze conclusie te komen.
Wie zijn de geesten in de gevangenis? Zijn het demonische machten of gestorven ongelovigen? In de Bijbel zijn “geesten” engelenmachten of boze machten (Matth. 8:16; Luk. 10:20; Hebr. 1:14). De mensen die gestorven zijn, worden door Petrus geen “geesten” genoemd, maar “doden” (in het Grieks: “nekroi”). Nergens in het Nieuwe Testament wordt het woord “geesten” gebruikt voor mensen die in het graf liggen. Nergens in de Bijbel wordt gezegd dat gestorven mensen in gevangenschap leven. Wel lezen we over engelen die in verzekerde bewaring worden gehouden: 2 Petr. 2:4; Jud.:6; Openb. 20:1-3, 7).
Wij mogen concluderen dat de “geesten in gevangenschap” demonische machten zijn, opstandige engelen die in voorlopig arrest worden gehouden. Zou in 1 Petr. 3:19 en 2 Petr. 2:9 ook niet hetzelfde bedoeld zijn?
De Heere Jezus is na Zijn sterven niet naar de hel gegaan, maar naar Zijn Vader! Het kruiswoord is daarover duidelijk: “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.” De geest van Christus is dus niet naar de hel, maar naar de Vader gegaan. De ziel van Christus is met de ziel van de moordenaar in het paradijs geweest. Want Hij zei tot de moordenaar: “Voorwaar Ik zeg u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.”
De nederdaling ter helle mogen we niet opvatten als de plaats der verdoemden. De nederdaling ter helle is de helse pijn die Jezus Christus heeft doorgemaakt in de weg van Zijn helse lijden en sterven aan het kruis. Het was niet minder dan het eeuwige lijden in de hel. Daarom mogen we stellen dat Christus niet alleen de lichamelijke dood is gestorven, maar ook de eeuwige dood. De helse verschrikkingen en kwellingen hebben Hem aangegrepen toen Hij ervaren moest dat Zijn God en Vader Hem had verlaten. Daarom is de nederdaling ter helle voor Zijn volk een bron van troost. Zo spreekt de Heidelbergse Catechismus in zondag 10, vraag 44. Wat Christus heeft ondergaan, moeten wij niet meer ondergaan. Wij zullen nooit in de hel komen. Christus heeft voor de Zijnen verlossing verworven van de helse benauwdheid. Voor Hem de hel, voor mij de hemel. Wat is dit een rijke troost!
Troost
Nog even terug naar 1 Petr. 3:19. Als in dit vers gesproken wordt over het “heengaan” van Jezus, dan vond dit heengaan niet plaats op Goede Vrijdag, maar na Zijn opstanding.
Het woord “heengaan” wordt vaak gebruikt als het gaat om de hemelvaart van Jezus Christus ( Joh. 13:3; 14:2, 3, 28; 16:5, 7, 10, 17). De hemelvaart van de Heere Jezus is dan ook een verpletterende gebeurtenis geweest voor alle helse machten en krachten.
Onnoemelijk rijk is de troost het eigendom te mogen zijn van onze getrouwe Zaligmaker Jezus Christus!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011
In de Rechte Straat | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011
In de Rechte Straat | 16 Pagina's