Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlandse Geloofsbelijdenis

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 12
Van de schepping aller dingen
en met name der engelen

Wij geloven dat de Vader door Zijn Woord, dat is door Zijn Zoon, den hemel, de aarde en alle schepselen uit niet heeft geschapen, wanneer het Hem heeft goed gedacht, aan een iegelijk schepsel zijn wezen, gestalte en gedaante, en onderscheidene ambten gevende, om zijn Schepper te dienen. Dat Hij ze ook nu alle onderhoudt en regeert naar Zijn eeuwige voorzienigheid en door Zijn oneindige kracht, om den mens te dienen, ten einde de mens zijn God diene. Hij heeft ook de engelen goed geschapen, om Zijn zendboden te zijn en Zijn uitverkorenen te dienen; van welke sommigen van die uitnemendheid, in dewelke hen God geschapen had, in het eeuwig verderf vervallen zijn, en de anderen door de genade Gods in hun eersten staat volhard hebben en staande gebleven zijn. De duivelen en boze geesten zijn alzo verdorven, dat zij vijanden Gods en alles goeds zijn; naar al hun vermogen als moordenaars loerende op de Kerk en een ieder lidmaat van die, om alles te verderven en te verwoesten door hun bedriegerijen; en zijn daarom door hun eigen boosheid veroordeeld tot de eeuwige verdoemenis, dagelijks verwachtende hun schrikkelijke pijnigingen. Zo verwerpen en verfoeien wij dan hierin de dwaling de Sadduceeën, welke loochenen dat er geesten en engelen zijn; en ook de dwaling der Manicheeën, die zeggen dat de duivelen hun oorsprong uit zichzelven hebben, zijnde uit hun eigen natuur kwaad, zonder dat zij verdorven zijn geworden.

De schepping
De Geloofsbelijdenis zet hier in met een geloofsuitspraak aangaande de schepping van hemel en aarde. Niet omdat een mens daarvan ooggetuige is geweest, maar omdat God dat in Zijn Woord heeft laten vastleggen. Ik geloof dat wat in geen mensenhart is opgekomen en dat met geen oog is gezien. Dat is geen wetenschap, maar het is geloof. Dat dit met het verstand niet te bevatten is, is begrijpelijk. Maar zo kan ik er met het verstand ook niet bij, dat God van eeuwigheid is en blijft. Evenmin kan ik er bij, dat God alomtegenwoordig en oneindig is. Zodra ik dat probeer te bevatten, loop ik erin vast. Wat dan? Ik geloof, dat wil zeggen, dat we God op Zijn Woord geloven, hoewel het verstand er niet bij kan. Dit geloof mag tegelijkertijd deze troost in zich hebben, dat we een almachtige God hebben, Die maar te spreken heeft en het is er. En wordt dit niet Goddelijk groot als we daarbij bedenken, dat God dit nu alles geschapen heeft door de kracht van Zijn Woord? Dat wil zeggen, dat er geen atomen en moleculen aanwezig waren, waaruit God alles maakte. Hij schiep, dat wil zeggen: Hij riep uit niets iets te voorschijn. Zijn spreken ‘Er zij licht’ maakte dat er licht was. En wordt het niet helemaal wonderlijk als we zien, dat er licht door God geschapen is op de eerste scheppingsdag, terwijl er nog geen zon, maan en sterren waren? Deze hemellichamen heeft God pas geschapen op de vierde scheppingsdag, als lichtdragers en als een hemels uurwerk, waardoor dag en nacht, zomer en winter ons gegeven zijn. Is het niet dwaas te denken dat de hemellichamen niet meer zijn dan lichtdragers? Nee, want straks zal het weer zo zijn, als God op de jongste dag de zon, maan en sterren brandende zal laten vergaan en Hij Zelf in der eeuwigheid enkel Licht zal zijn voor Zijn volk. Want dan zijn er geen zon, maan en sterren meer en dus ook geen dag en nacht, zomer en winter meer (Openb. 21:23 en 24). Daarom kan er buiten het geloof in de schepping Gods geen toekomstverwachting zijn. Verwerp ik Genesis 1, dan verwerp ik ook de toekomst en de troost vanuit het bijbelboek Openbaring. Scheppen is dus een daad Gods, die door Zijn Woord geschiedt. We zien dan ook, dat het Hebreeuwse woord ‘dabar’ zowel woord als daad betekent. Dit scheppen is nu enkel een daad Gods. In de Bijbel vinden we het woord ‘scheppen’ dan ook alleen terug ten aanzien van het werk Gods. En daarom geloof ik heel Gods Woord inclusief Genesis 1 en 2, of ik geloof in het geheel niet. Hierin kunnen geen compromissen gezocht worden, want daarmee doen we God tekort in Zijn volkomen scheppend werk.

Evolutiegedachte
Echter, de mens wil autonoom en verlicht zijn (wat mijn verstand zegt, is slechts bepalend). Het verstand is dan bepalend in plaats dat ongeveinsd Gods Woord voor waar wordt gehouden. En van daaruit is er een theorie ontstaan, die zogenaamd wetenschappelijk moet zijn. Dit laatste is niet waar, want de evolutietheorie kan geen wetenschap zijn, omdat dan al wat deze theorie omvat wetenschappelijk vastgesteld moet kunnen worden. De evolutie-theorie begint echter met een veronderstelling (hoe onwetenschappelijk!), namelijk dat ervan wordt uitgegaan dat er miljarden jaren terug een eruptie van de zon heeft plaatsgehad, waaruit de aarde, na afkoeling, is ontstaan. Waarna uit atomen en moleculen het eerste leven op aarde geëvolueerd is. Na steeds verder ‘evolueren’ zijn daaruit de dieren en tenslotte de mensen ontstaan. Hierin komt openbaar dat de mens (en was dat niet onze val?) als God wil zijn en daarom niet van de schepping wil weten, maar een eigen filosofie gaat opbouwen. We moeten dan ook stellen, dat (bijbels) geloof en evolutie nooit samen kunnen gaan.

Troost
Wat een troost dat de Kerk belijdt: ‘Ik geloof dat de Vader door Zijn Woord de hemel en de aarde en alle schepselen uit niet heeft geschapen; dat Hij ze ook alle onderhoudt en regeert naar Zijn eeuwige voorzienigheid en door Zijn eeuwige kracht, om de mens te dienen, ten einde de mens zijn God diene. Hij heeft ook de engelen goed geschapen, om Zijn zendboden te zijn en Zijn uitverkorenen te dienen.’ Nee, het ligt niet in handen van mensen, maar het ligt alles in Gods handen. En daarom geloof ik niet alleen het begin (Genesis), maar ook het eind (Openbaring) en daarom is er in en door Hem toekomst.

Schepping van de engelen
God heeft niet alleen de zichtbare wereld, de aarde, maar ook de onzichtbare wereld, de hemel, geschapen. We lezen in het boekje Job, dat de zonen Gods, dat zijn de engelen, juichten toen de sterren geschapen werden. Hierdoor weten we dat tussen de eerste en de vierde dag de engelen geschapen zijn. Alleen zijn zij ieder afzonderlijk geschapen, terwijl de mens uit één mens is voortgekomen. Vandaar dat er voor de gevallen engelen geen zaligheid meer mogelijk is, want dan zouden er zoveel Zaligmakers moeten zijn als er gevallen engelen zijn. Het zijn geestelijke wezens, dat wil zeggen, waar dieren wel een lichaam hebben, en geen ziel, de mensen een lichaam hebben en een ziel, de engelen enkel een ziel hebben, maar geen lichaam. Het is wel voorgekomen dat zij een tijdelijk lichaam hebben aangenomen om zich aan mensen te openbaren als zij een boodschap van God moesten overbrengen. Maar verder zijn het geesten, die geen vlees en gebeente hebben. En omdat zij onzichtbaar zijn, zijn er alle eeuwen door mensen geweest, die deze geestenwereld hebben geloochend. Denk maar aan de Sadduceeën in de dagen van Christus. Die geloofden enkel wat zij zagen. Zij ontkenden dan ook het bestaan van de ziel, de werkelijkheid van de opstanding en ook het bestaan van de engelen. Vanwege deze dwalingen zijn zij dan ook door Christus streng veroordeeld. Zo zal God ook hen veroordelen, die heden ten dage dit alles afwijzen als betrof het een fabel. Van de geestenwereld is ons meer bekend vanuit het Woord, dan wij vaak vermoeden. De Bijbel heeft het vaak over de engelen. We komen hen tegen in het Oude Testament bij Abraham bijvoorbeeld. We zien bij Elisa, dat ze als een groot leger op de bergen rondom de stad zijn waarin Elisa en zijn knecht verkeren. Maar ook in het Nieuwe Testament ontmoeten wij engelen: bij de geboorteaankondiging van Christus bij Maria, bij Zacharias, in de velden van Efratha, in de Hof van Gethsémané. We lezen van hen, dat het gedienstige geesten zijn, die uitgezonden worden voor degenen, die de zaligheid zullen beërven. Er staat dat zij dag in, dag uit Gode tot eer zingen. De Schrift leert van hen, dat ze in de kerk zijn, dat ze waken over de gelovigen en dat ze verlossing teweeg brengen aan hen die gevangen zitten (Daniël, Petrus). Maar ook dat zij het oordeel Gods over de goddelozen voltrekken. Daarbij leert de Bijbel ons, dat er ook ‘rangen’ en ‘standen’ zijn bij de engelen. Er zijn de cherubs, die de kracht en de majesteit en de heerlijkheid van God openbaren. Er zijn de serafs, die als dienaren rondom de troon van God staan. Er zijn hoofdengelen zoals Gabriël en Michaël.

Val van de duivelen
Wat van de engelen gezegd kan worden, kan ook van de duivelen gezegd worden. Ze zijn echter ongehoorzaam geworden en daarom door God uit de hemel op de aarde geworpen. Niet omdat er een manco was aan de schepping, of omdat zij als kwaad geschapen zijn of het kwaad in zichzelf hadden, zoals de dwaling der Manicheeën ons voorhoudt, maar omdat ze in de waarheid niet staande gebleven zijn (Joh. 8:44). Het bijbelboek Openbaring zegt, dat het derde deel van de engelen gevallen is (Wat een troost, dat Gods strijdbare helden, de niet-gevallen engelen, enkele malen meer zijn in aantal, Openb. 12:4). De duivel heeft zich meerdere malen geopenbaard als een verklager der broederen. Denk aan: Job, Jozua de Hogepriester. Voorafgaand aan Christus’ Borgwerk heeft Beëlzebul (de hoofdduivel) geprobeerd het werk van Christus te voorkomen door de broederen aan te klagen. Met Christus’ komst heeft hij geprobeerd Christus te laten doden (kindermoord in Bethlehem) en vervolgens om Christus te laten vallen in verzoekingen. Al deze pogingen mislukten. De satanas heeft het werk van Christus niet kunnen tegenhouden. Zodoende bleef er voor hem geen mogelijkheid meer om de broederen te verklagen, omdat hij in de strijd die gevoerd is, uit de hemel geworpen is. Openbaring 12 leert, dat hij nu op de aarde geworpen is om de gelovigen, het lichaam van Christus, bij Christus vandaan te voeren. Nadat Christus met recht heeft uitgeroepen vanaf het kruis: ‘het is volbracht’, staat in het bijbelboek Openbaring dat de duivel en de zijnen uit de hemel geworpen zijn. Voor hen is de hemel sindsdien gesloten. Zij gaan sinds die tijd op de aarde rond als een briesende leeuw. En daarom: ‘Wee, wee hen, die de aarde en de zeeën bewonen, want de duivel is tot u afgekomen.’

Rangen en standen bij de duivelen
In de brieven aan de zeven gemeenten van Klein-Azië zegt de HEERE: ‘Ik weet waar gij woont, namelijk daar waar de troon van satan is.’ Dit is de hoofdsatan, die ook wel genoemd wordt Beëlzebul, de draak of de oude slang. En deze wordt daar gevonden, waar hij de Kerk Gods het meest geweld aan kan doen. Dat wil zeggen, dat de duivelen net als de engelen plaatsgebonden zijn. Als de hoofdsatan op dit moment in China is, dan is hij niet hier. Maar dat neemt niet weg, dat Paulus in Efeze 6 spreekt van de geestelijke boosheden in de lucht. Dat wil zeggen, dat er zoveel gevallen engelen zijn, die niet alleen rondom ons zijn, maar ook door de val aansluiting hebben op ons hart.

Toch troost
En hoewel erkend moet worden dat de satan grote macht heeft, hij is niet almachtig. Er zal een tijd komen dat hij ontbonden is (is dat heden ten dage?). In die tijd zal hij zelfs, indien het mogelijk ware, de gelovigen aftrekken door boosheden of door wonderen en tekenen. Hij zal met zijn duivelen de strijd blijven voeren tegen God en Zijn Gezalfde, maar ook tegen Gods Kerk, totdat Christus hen op de jongste dag voor eeuwig zal werpen in de plaats van vuur en sulfer. En dan zal er voor de Kerk een eeuwige zaligheid aanbreken zonder duivelen om hen heen en in hen. O, hoe zalig om dan de Almachtige als Heere en Koning te hebben. Want uit Diens handen kunnen de duivelen mij nooit rukken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

Kerkblad | 12 Pagina's