Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De brief aan Smyrna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De brief aan Smyrna

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openbaring 2:8-11

Getrouw tot den dood
Zijn tweede brief schrijft Johannes aan de gemeente te Smyrna. Smyrna lag ten noorden van Efeze en concurreerde met Efeze als haven- en handelsstad. Smyrna lag in een vruchtbaar dal. Onder de Romeinse keizers kwam ze tot bloei. In Smyrna woonden niet alleen veel Joden, maar ook heidenen. De keizercultus speelde er een grote rol. Zo was er een tempel voor Tiberius te vinden. Bekend geworden is Polycarpus, bisschop van Smyrna, die rond 155 op de brandstapel ter dood werd gebracht. In hem zien we door Gods genade het Woord van Christus bevestigd: ‘Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens’, vers 10. Polycarpus was een discipel van Johannes en werd door hem in het ambt gesteld. Ontroerend is zijn standvastig getuigenis toen men hem probeerde te bewegen om Christus te verloochenen: ’86 jaren heb ik Christus gediend, en Hij heeft mij nooit kwaad gedaan, hoe zou ik dan mijn Koning en Heiland vloeken?’ Smyrna is werkelijk een beeld van de Kerk in de verdrukking. Maar Smyrna is ook een beeld van de Kerk die in de grootste verdrukking stand houdt en ‘slechts’ gezuiverd wordt, zoals goud in de smeltkroes. Immers, in de brief aan Smyrna maakt Christus haar geen enkel verwijt. Hij prijst haar alleen en bemoedigt haar.

Rijke bemoediging
Christus openbaart Zich aan iedere gemeente op een wijze die voor die afzonderlijke gemeente bijzonder gepast is. Aan Smyrna openbaart Hij Zich als de Eerste en de Laatste, vers 8. Christus is van eeuwigheid af vóór alle schepselen geweest en Hij blijft Dezelfde. Hij is het Begin en het Einde van alle dingen. Alles is van Hem en tot Zijn eer geschapen. Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. De gemeente mag zien op Christus Die alles omvat en regeert. Welke verdrukking haar ook treft, Christus regeert Zijn gemeente van het begin tot het einde. Maar zoals Hij de Eerste en de Laatste is met betrekking tot Zijn schepping, is Hij dat ook in het rijk der genade. Hij was in Smyrna een goed werk begonnen. Hij zal dat ook voleindigen. Hij zal niet toelaten dat Smyrna verzocht wordt, boven hetgeen zij vermag. Verder is Christus Degene Die dood is geweest en weder levend is geworden. Daarom kan Hij zeggen: ‘Zijt getrouw tot den dood.’ Hij regeert ook over de dood. Hij heeft eeuwig leven aangebracht door de vloekdood te sterven aan het kruis en op te staan uit het graf. Zo vindt Smyrna in deze Zelfopenbaring van Christus een rijke bemoediging.

Geestelijk rijk
Het verwondert ons nu niet dat Christus’ wetenschap in Smyrna slechts tot vertroosting en bemoediging is. Hij weet hun werken, verdrukking en armoede, vers 9. De Joden lasterden hen door kwade geruchten te verspreiden en ongetwijfeld door de heidenen tegen hen op te zetten. Dat deden ze vaker, zoals bijvoorbeeld in Ikónium waar de Joden vervolging verwekten tegen Paulus en Bárnabas, Hand. 13:50. Ze meenden dat de gemeente van Smyrna de wet van Mozes afvallig was geworden door te geloven in Christus als de Messias. Christus noemt de Joden hier een synagoge des satans. Ze zijn een vergadering van de duivel. Jezus zegt tegen de Joden in Johannes 8 dat zij geen kinderen van Abraham zijn, maar van de satan: ‘Gij zijt uit den vader den duivel’, vers 44. Paulus zegt dat niet die een Jood is, die het in het openbaar is, maar die het is in de besnijdenis des harten, Rom. 2:28,29. Kinderen des verbonds kunnen heel goed kinderen des duivels zijn. Verder kende Smyrna armoede. Zij werd beroofd van vele goederen. Toch was zij rijk, geestelijk rijk in Christus. Hierin is zij een tegenbeeld van Laodicea dat zegt rijk en verrijkt te zijn. Maar het is precies andersom. Laodicea is onnoemelijk arm, Smyrna is onnoemelijk rijk.

Zonder strijd geen kroon
Om Smyrna te bemoedigen, zegt Christus haar niet te vrezen, vers 10. Niets van al het lijden dat haar zal treffen, hoeft haar kleinmoedig te maken. Het is waar, er zal nog meer beproeving komen. De duivel gebruikt mensen als zijn middelen om sommigen gevangen te zetten, ‘opdat gij verzocht wordt’. Het werkwoord duidt hier op lijden dat langere tijd zal duren. Vers 10 spreekt over een verdrukking van tien dagen. Mogelijk wijst dit op de 10-jarige vervolging niet lang daarna onder keizer Trajanus. In ieder geval betreft het een periode door Christus bepaald. Hij is immers de Eerste en de Laatste. Lijden en dood hebben niet het laatste woord. Daarom vermaant Christus Smyrna tot de dood toe getrouw te blijven en Hij zal haar de kroon des levens geven, ook wel genoemd de kroon der heerlijkheid, 1 Petr. 5:4, of gouden kronen, Openb. 4:4. Zonder strijd is er immers geen kroon. Maar Gods getrouwen zullen eens de eerkroon dragen.

Een volkomen overwinning
De brief aan Smyrna eindigt eveneens met de vermaning om te horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Het is het bekende woord dat Jezus ook tijdens Zijn omwandeling op aarde sprak: ‘Wie oren heeft om te horen, die hore’, Mat. 13:9. Hierna volgt weer een belofte. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden. In het Grieks staat hier een dubbele ontkenning die aangeeft dat dit absoluut zo is. Over de tweede dood lezen wij in Openb. 20:14 en 21:8 als de poel des vuurs. Het is de scheiding en verstoting van de mensen van God, gevoegd met eeuwige smarten en pijniging in de hel, zo schrijven de statenvertalers in de kanttekeningen. Wie door Christus de overwinning deelachtig wordt, wordt hier niet door beschadigd. Immers, wie sterft voordat hij sterft, zal niet sterven als hij sterft. Door getrouw te zijn tot in de dood overwon de Levende de natuurlijke, geestelijke en eeuwige dood voor allen die eenvoudig hun vertrouwen op Hem stellen. Als u Hem kent, en de kracht van Zijn opstanding, ontvangt u een volkomen overwinning over deze drievoudige dood. Kent u Hem? Of wacht u het eeuwige vuur?

Gespreksvragen
1. Christus vermaant de Zijnen getrouw te zijn tot in de dood. De dood blijft, ook voor Gods kinderen, een laatste vijand. Toch mag u, als u op Christus vertrouwt, op een andere wijze tegen de dood aankijken dan de wereld. Kunt u aangeven welke verschillen er zijn met de wereld? Wat is voor Gods kind de betekenis van de dood? Betrek in uw antwoord wat de Schrift leert over de drievoudige dood.
2. De Joden in Smyrna meenden dat zij ware verbondskinderen waren, maar ze hebben de duivel tot hun vader. Nu is de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen als teken en zegel van het verbond. Wat betekent het om gedoopt te zijn? Hoe kunt u de doop
overwaarderen? Hoe kunt u de doop onderwaarderen? Betrek in uw antwoord het Doopformulier. 3. Aardse rijkdom kan geestelijke rijkdom in de weg staan. Noem voorbeelden uit de Bijbel van mensen bij wie dat zo was, en bij wie dit niet zo was. Hoe dienen wij met rijkdom om te gaan? Wat betekent het dat een rijke Christus aan een arme zondaar gepredikt wordt? Waarom is dit zo belangrijk?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

De brief aan Smyrna

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's