Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Artikel 35 - Van het Heilig Avondmaal van onzen Heere Jezus Christus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Artikel 35 - Van het Heilig Avondmaal van onzen Heere Jezus Christus.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorts, hoewel de Sacramenten met de betekende zaken te zamen gevoegd zijn, zo worden zij nochtans met deze twee zaken door allen niet ontvangen. De goddeloze ontvangt wel het Sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid des Sacraments; gelijk als Judas en Simon de tovenaar beiden wel het Sacrament ontvingen, maar niet Christus, Die daardoor betekend wordt, Welke den gelovigen alleen medegedeeld wordt.

Ten laatste, wij ontvangen het Heilig Sacrament in de verzameling des volks Gods met ootmoedigheid en eerbied, onder ons houdende een heilige gedachtenis des doods van Christus, onzen Zaligmaker, met dankzegging, en doen aldaar belijdenis van ons geloof en van de Christelijke religie. Daarom behoort zich niemand daartoe te begeven, zonder zichzelven eerst wel beproefd te hebben; opdat hij, etende van dit brood en drinkende uit dezen drinkbeker, niet ete en drinke zichzelven een oordeel (1 Kor. 11:29). Kortelijk, wij zijn door het gebruik van dit Heilig Sacrament bewogen tot een vurige liefde jegens God en onzen naaste. Daarom verwerpen wij alle inmengselen en verdoemelijke vonden, die de mensen bij de Sacramenten gedaan en gemengd hebben, als ontheiligingen daarvan, en zeggen dat men zich moet laten vergenoegen met de ordening, die Christus en Zijn apostelen ons geleerd hebben, en spreken, gelijk zij daarvan gesproken hebben.


De belijdenis zegt: 'Voorts, hoewel de Sacramenten met de betekende zaken te zamen gevoegd zijn, zo worden zij nochtans met deze twee zaken door allen niet ontvangen. ' Let op, hoe Guido de Brés over de sacramenten dacht en sprak. Hij zag dit niet zomaar als een stukje brood of als een slokje wijn, maar hier wordt gezegd, dat de sacramenten met de betekende zaken samengevoegd zijn, zoals het ook is in de verkondiging van het Woord. Het is in de prediking ook één boodschap, één roeping, die tot alle hoorders uitgaat. Denk maar aan de gelijkenis van de zaaier. Het was één soort zaad dat uitgeworpen werd. Dit zaad viel op verschillende plaatsen. De boodschap die uitging was de tijding van Wet en Evangelie. Onder de verkondiging werkt God naar Zijn welbehagen Zijn raad uit. Hij opent het hart door de onwederstandelijke werking van Zijn Geest. God maakt Zich vrij door de bediening van het Woord van elke hoorder, maar zij die onder en door de prediking van het Woord en de werking van de Geest getrokken worden, komen als schuldigen en verlorenen in zichzelf tot de enige grond der behoudenis in Christus naar Zijn welbehagen.

Zo is het ook in de bediening van het sacrament. Het sacrament is daarom geen geringe zaak en moet met diepe eerbied bijgewoond en gebruikt worden. God komt tot de zondaar in het gewaad van Zijn Woord en in de bediening van het sacrament. De aanbieding komt zo tot u, maar het welbehagen Gods, dat Hij in Zijn hand houdt, maakt uit wie deze zaken ook werkelijk ontvangt. In de aanbieding is geen verschil, maar het wordt toch zo niet door ieder ontvangen. De goddeloze ontvangt het sacrament tot verzwaring van zijn verdoemenis, want het zal des te erger zijn, wanneer wij willens en wetens zonder dat wij delen in het nieuwe leven, zonder dat er iets gekend wordt van de vreze Gods, deelnemen aan het sacrament. Wanneer wij bewust de zonde en de wereld blijven dienen en ons moedwillig verharden, dan zal dit sacrament onze verdoemenis verzwaren. Een gedoopt voorhoofd te hebben, de wereld en de zonde na te jagen, en deel te nemen aan het Heilig Avondmaal zonder dat wij Hem in eerbied vrezen, zal ons straks in het oordeel des te zwaarder aangerekend worden.

In Gods Woord worden ons verschillende personen genoemd, die zeer waarschijnlijk hebben deelgenomen aan de bediening zonder dat zij deelden in het nieuwe leven. Als voorbeelden worden in dit artikel Judas en Simon de tovenaar genoemd. Hierover bestaat verschil van mening, want zo zeggen anderen: 'Hoe kan Christus aan Judas dit sacrament gegeven hebben, daar Hij wist dat hij een geveinsde was?' Echter, u weet toch dat Christus leert, dat in het net van het Woord goede en kwade vissen bijeen zijn? Straks zal de grote scheiding plaatsvinden. Er bestaat op aarde in deze bedeling geen zuivere kerk. Zelfs in de oprecht gelovige is geen totale zuiverheid, immers, het nieuwe leven voert gedurig de strijd tegen het verdorven bestaan. Dezelfde apostel die roemde: 'Ik dank God door Christus Jezus', klaagt eveneens: 'Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.' In het geheel van het kerkelijk leven leert de Schrift ons dat de dwaze maagden samen optrokken met de wijze maagden. Het is toch één schare op aarde en deze schare, dat wil zeggen het kerkelijk leven, bestaat uit tarwe en kaf. Het tarwe zal straks verzameld worden in de schuur, maar het kaf wordt verbrand in het vuur. Echter, wel heeft de kerk een zuivere grondslag. Ze is immers gebouwd op de leer van de profeten en apostelen. Ze steunt op het fundament van Christus Jezus en Dien gekruisigd. Dit is een zuivere, een eeuwige en goddelijke grondslag die door de kerk beleden wordt, als het goed is. Judas heeft volgens de opsteller deelgenomen aan de bediening van het sacrament. U kunt dit vooral terugvinden in het evangelie van Lukas. De andere evangeliën spreken zich daar niet zo duidelijk over uit. Christus had hem, hoewel Hij wist, dat Judas een geveinsde was en zou blijven, geroepen als discipel en gesteld in het apostelambt. Dit is dus mogelijk!

Hoevelen zullen niet gegeten en gedronken hebben in de loop der tijden, die daar niet hoorden. Het Woord spreekt van hen die zullen zeggen: 'Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken' (Luk. 1 3:26). De goddelozen - dat zijn zij die zonder God en Christus leven, zonder de kracht van het Woord en de leiding van Gods Geest - zoeken de eer van Christus niet, en leven de zonden uit. Wanneer zij deelnemen aan de sacramenten, ontvangen zij wel de tekenen, maar niet de betekende zaken. Het kan zijn, dat er de gave van de profetie is. Zo kon Bileam krachten doen, en toch was het niet de zaligmakende bediening des Geestes. Er zullen er zijn, die straks zullen zeggen: 'Hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en vele krachten gedaan?' Toch zal Hij zeggen: 'Ik heb u nooit gekend.' Er kan een uitwendige navolging zijn, zoals bij Judas, en toch geen waar, zaligmakend geloof. Het kan zijn dat wij een opzienbarende bekering hebben, zoals Simon de tovenaar. De gehele stad sprak ervan, hoe deze eerdere duivelskunstenaar aan de voeten van Filippus terechtgekomen was, maar het bleek dat hij een vreemdeling was van hartvernieuwende genade. Hij was nog 'in een gans bittere gal en samenknoping der ongerechtigheid' (Hand. 8:23). Al deze mensen waren zonder God en Christus en de levendmakende Geest. Nodig is de rechte voorbereiding en het persoonlijk onderzoek aan de hand van de maatstaf van het Woord onder aanroeping van de Geest des Heeren, waartoe ons het formulier ook oproept.

Misschien vraagt u: 'Is dit wel goed onder woorden gebracht door de opsteller, en niet te zwaar aangezet, als hij stelt dat de betekende zaken met het teken samengevoegd zijn?' Ik meen dat de schrijver de weg van het Woord Gods hierin gaat. Denkt u maar aan Psalm 50:16: 'Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen en neemt Mijn verbond in uw mond?' Zo spreekt de HEERE over het gebruik van de tekenen van het verbond door de goddeloze. Zo vinden wij hier een schriftuurlijke zienswijze verwoord door Guido de Bres. De Heere geve ons te staan naar waarheid in het binnenste. Dan zullen wij aan de uiterlijke tekenen niet genoeg hebben, of daaraan blijven hangen, maar door de genadige onderwijzing onze harten leren opheffen tot Hem. Tot Hem, Die in de tekenen gepredikt wordt als een volkomen Borg en Zaligmaker, almachtig en gewillig om diegenen die door Hem tot God leren gaan, te redden van een gewis verderf.

Opheusden, ds. D. Heemskerk

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Artikel 35 - Van het Heilig Avondmaal van onzen Heere Jezus Christus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2006

Kerkblad | 12 Pagina's