Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (18)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (18)

Artikel 36

7 minuten leestijd

Van het ambt der overheid
Wij geloven dat onze goede God, uit oorzaak der verdorvenheid des menselijken geslachts, koningen, prinsen en overheden verordend heeft; willende dat de wereld geregeerd worde door wetten en politiën* (=verordeningen), opdat de ongebondenheid der mensen bedwongen worde en het alles met goede ordinantie onder de mensen toega. Tot dat einde heeft Hij de overheid het zwaard in handen gegeven tot straf der bozen (Rom. 13:4) en bescherming der vromen. En hun ambt is, niet alleen acht te nemen en te waken over de politie* (=staatsbestuur), maar ook de hand te houden aan den heiligen kerkedienst; om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk van den antichrist te gronde te werpen, en het Koninkrijk van Jezus Christus te doen vorderen, het woord des Evangelies overal te doen prediken, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt. Voorts, een ieder, van wat kwaliteit, conditie of staat hij zij, is schuldig zich den overheden te onderwerpen, schattingen te betalen, hun eer en eerbied toe te dragen, en hun gehoorzaam te zijn in alle dingen, die niet strijden tegen Gods Woord; voor hen biddende in hun gebeden, opdat hen de Heere stieren wille in al hun wegen, en dat wij een gerust en stil leven leiden in alle godzaligheid en eerbaarheid (1 Tim. 2:2). En hierin verwerpen wij de Wederdopers en andere oproerige mensen, en in het gemeen al degenen, die de overheden en magistraten verwerpen en de justitie omstoten willen, invoerende de gemeenschap der goederen, en verwarren de eerbaarheid, die God onder de mensen gesteld heeft.

Hoe moet onze houding zijn ten opzichte van de overheid en van al degenen, die gezag over ons uitoefenen? Om te beginnen verwoordt Guido de Brès hier een visie aangaande de overheid, die overeenstemt met andere reformatorische geschriften. Zowel bij Calvijn als in Engelse en Schotse belijdenisgeschriften is deze mening aangaande de overheid terug te vinden. Zij die streden voor de leer van Schrift en belijdenis begeerden wel een reformatie in de kerk, maar geen revolutie in de maatschappij. Een revolutie in de maatschappij was het gevolg van de opstelling van verschillende groeperingen die verwant waren aan het gevoelen van de Wederdopers. Immers, de Wederdopers ontkrachtten onder andere het gezag van de overheid en zij stelden dat het overheidsorgaan behoorde tot het rijk van de duisternis. Door dit standpunt viel alle achting voor de overheid weg. Het gezag werd niet langer erkend als van God gegeven en dit werd de oorzaak van verschillende grote opstanden. In Duitsland was er de grote boerenopstand onder leiding van Thomas Müntzer, waar ten slotte duizenden boeren het leven bij gelaten hebben.

Guido de Brès maakt daarom in dit artikel duidelijk waar het de reformatoren om ging, namelijk om land, volk en kerk weer terug te brengen onder het gezag van het Woord Gods. Hij beoogde een reformatie in de kerk en een wederkeer tot het Woord van God. De stroming van de Wederdorpers kreeg echter in die tijd een geweldige invloed en veroorzaakte een grote revolutie. Dit had tot gevolg dat het werk van de reformatie verdacht werd gemaakt. De vijanden van de reformatie, die met leedwezen de voortgang van de leer van vrije genade zagen, kregen nu een aanleiding om de reformatoren vals te beschuldigen. De roomse overheden stelden dat de revolutie die door toedoen van de Wederdopers ontstaan was, het gevolg was van toenemende vrijheden die de aanhangers van de reformatie ontvangen hadden. Zo kwam de beweging van de reformatie in een kwaad daglicht te staan.

Nu is te allen tijde de leer der Waarheid verdacht gemaakt, want daar zorgt de duivel wel voor. In Gods Woord staat beschreven dat de leer van vrije genade een pest wordt genoemd en dat de volgelingen van de Koning der Kerk de naam van een verachtelijke sekte kregen. Daarom heeft de opsteller van de Nederlandse Belijdenis des Geloofs het nodig geacht om duidelijk en helder, op grond van het Woord, te benadrukken hoe hij en al degenen die de leer der reformatie waren toegedaan, tegen de overheden aankeken. Er wordt dan ook in dit artikel beleden dat zij er ten diepste van overtuigd waren, eerbied verschuldigd te zijn ten aanzien van de overheid.

Wanneer de Heere ons overtuigt door Zijn Geest en Woord, dan gaan wij verstaan en beleven dat wij zondaar zijn. Wij kunnen niet langer met de wereld mee, maar wij komen in onze beleving onder de wereld terecht. Om deze reden wordt in dit artikel de verdorvenheid van het menselijk geslacht beleden, en dit is de belijdenis van de levende Kerk. Wij leren ons zelf recht kennen door ontdekkende genade en wij worden voorzichtig in ons oordeel over anderen. Nu ziet u het grote verschil tussen het waar zaligmakend geloof en de kracht van het ongeloof. Het ongeloof begeert als God te zijn, eigen meester en niemands knecht. De zondaar gaf en geeft door het ongeloof de voornaamste plaats aan zichzelf en de ware liefde ontbreekt. Echter, wanneer het waar zaligmakend geloof gevonden wordt, dan leren wij de diepte van de val verstaan, wij beleven onze verdorvenheid en wij krijgen een geheel andere visie op de mens, die persoonlijk doorleefd en ook in het openbaar beleden wordt.

Dit artikel begint daarom met de woorden: ‘Wij geloven dat onze goede God, uit oorzaak der verdorvenheid des menselijke geslachts …’ Dit zal de wereld u niet nazeggen en menigeen op het kerkelijk erf u niet toegeven, maar dit getuigenis in dit artikel is een doorleefde belijdenis, waarin de gelovige de noodzakelijkheid van het gezag van de overheid belijdt wegens de algehele verdorvenheid van de menselijke natuur. Wanneer wij dit belijden, dan spreken wij in overeenstemming met het getuigenis der Schrift, dan is dit ook de beleving van ons hart als Geest en Woord daar kracht gedaan heeft. Dan is er geen sprake van een verheffen boven onze naaste, dan gevoelen wij ons niet beter, integendeel. Wij belijden en beleven hetzelfde boze bestaan om te dragen als onze naaste. Wij hebben daarom regels en wetten nodig. De belijdenis spreekt in dit artikel van ongebondenheid en teugelloosheid. Zoals paarden een bit en toom ontvangen, zo hebben wij eveneens de teugels nodig van wet en orde. Waar de wereld niet aan wil, wat de goddeloze verwerpt, wordt door een kind van God beleden als heilzaam en noodzakelijk door persoonlijke ondervinding. Bovenal gebiedt de Heere dit in Zijn Woord, opdat onze ongebondenheid bedwongen zal worden, en opdat alles met goede orde onder de mensen zal toegaan. Wanneer onze boze en verdorven natuur niet in toom gehouden wordt, dan richten wij allerlei verwoestingen aan, want wij zijn allen van één lap gescheurd. De Heidelbergse Catechismus houdt ons eveneens voor, dat de mens onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Er leeft wat in ons hart en er zijn wat verkeerde driften en begeerten. Daarom moeten wij onder het wettig gezag leren buigen, dat de Heere ons in Zijn Voorzienigheid en Wijsheid gegeven heeft. Zeker, waar de Heere zaligmakend werkt, daar geldt wat de apostel zegt: ‘Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.’ Deze vrijheid is geen vleselijke vrijheid en bandeloosheid, maar is een vrijheid in gebondenheid aan het Woord der Waarheid. Deze vrijheid kent de vrucht van een tere afhankelijkheid aan de troon der genade. Is de belijdenis der Kerk in dit opzicht ook een vertolking van uw beleving door Gods genade?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (18)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's