Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld.
Jesaja 62:6a

In de dagen van Jesaja ligt Jeruzalem gereed voor de verwoesting. Babel zal Jeruzalem verslinden. En straks verteert de smaad het overblijfsel. Maar dan is daar het profetische Woord dat zeer vast is. De eer van de Heere eist een profetisch getuigenis over Jeruzalem. Al zinkt het in puin, al ligt het verlaten, de profetie blijft roepen bij en op de muren, zonder stilzwijgen nacht en dag. Dat gaat door totdat de Heere Zijn Woord en verbond, Zijn belofte en trouw bevestigd heeft en Jeruzalem een lof op aarde is. Tot zolang is er het eeuwige, vaste, blijvende, profetische Woord. Daaruit blijkt de zorg van de Heere voor Zijn Kerk. Zij is er vanaf het begin geweest en zij zal er zijn tot de jongste dag. Christus vergadert, beschermt en onderhoudt haar. Alleen bij Hem is ze in veilige handen. Hij zal haar niet alleen van het nodige voorzien, maar Hij stelt ook herders aan, wachters, die de taak hebben te ijveren voor de Heere, Zijn Woord te vertolken, het goede zaad te strooien en te waken voor en over de kudde. Dat was de roeping voor profeten en apostelen. Dat is de roeping voor allen die gegeven zijn – naar het woord van Paulus – tot de volmaking der heiligen, tot het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus.

Wachter zijn is de roeping van de dienaren van het Woord. Zij arbeiden, zij ijveren om de gemeente als de bruid van Christus aan Hem voor te stellen. Zij dragen het Woord van God niet te koop. Buigen het niet om naar de hang van mensen en spreken niet naar de mond, maar naar het hart van Jeruzalem. Paulus roept de gemeenten dan ook keer op keer op tot gebed, tot voorbede opdat hij de verborgenheden van het Evangelie bekend mocht maken. Wachter zijn is de roeping van ouderlingen om de kudde Gods te weiden. De kudde die de Heere door Zijn dierbaar bloed verkregen heeft. De roeping is het haar waar nodig te vermanen, aan te sporen, na te gaan of er vrucht is op de verkondiging van het Evangelie. De roeping is het om haar tot één te vergaderen, te hoeden totdat de overste Herder zal verschijnen. Dan zal het één Herder en één kudde zijn. Wachter zijn is de roeping van de diakenen om de olie in de levenswonden te druppelen, het gebrokene te verbinden, het zwakke te sterken, de wees en de weduwe staande te houden, de gemeenschap der heiligen te doen bloeien voor het oog van de wereld. Wachter zijn, niet door elders in te klimmen, maar door God besteld. Wettig, dat wil zeggen van Godswege geroepen en door de gemeente verkozen. Het is gaan in het spoor van de Meester, Die gekomen is niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Wachter zijn, dat is bewogen zijn, dat is weten de schrik des Heeren, dat is bewogen zijn omdat de liefde van Christus dringt. Wachter zijn, herder zijn, waarbij het niet genoeg is de kudde des Heeren te weiden. Nee, ze moeten haar ook verdedigen tegen de aanvallen van rovers en wolven. Ze moeten dag en nacht waken en waakzaam zijn, als ze hun taak naar behoren willen vervullen (Calvijn).

Welnu, zo gaat het Woord uit in deze wereld, in de kracht van Gods Geest. Het is een worstelen met onsterfelijke zielen, met mensenlevens, met zondaren om ze voor Christus te winnen. Om ze te heiligen in Zijn Naam en vruchtbaar te maken voor Zijn dienst. Het heeft ook in zich een ijveren tegen het geweld van de duivel en van de hel, van de wereld en van het vlees. Tegen alle machten en krachten, alle listen en verleidingen. Tegen alle hoogte die zich verzet en tegen alle gedachten die de gehoorzaamheid aan Christus weigeren. Het hoge doel is te verheerlijken wat van Christus is, wat Hij verkoos en wat Hij kocht, wat Hij sprak en wat Hij verzegelde. En hoewel Christus in Zijn kruis en opstanding heeft overwonnen, Zijn Geest is uitgestort, de heerschappij van de satan is gebroken en de wereld is overwonnen, toch staat het volmaakte nog uit. Hoe vaak ligt Gods Sion verslagen ter aarde, hoe vaak is zij krachteloos, door allerlei nietigheden gebonden. Hoe vaak is zij zonder geestelijke spankracht. Allen die uit God geboren, het eigendom van Christus zijn, weten daarvan. Hoe jammerlijk vinden zij zichzelf, hoe dor staan zij dikwijls in deze wereld. In welke duisternissen kunnen zij zitten, in welke diepten kunnen zij liggen, in welke strikken kunnen zij gevangen en gebonden zijn.

Ook daarom eist het Woord een rusteloos roepen, een profetisch getuigenis, tot ontwaken, tot verootmoediging, tot bekering, steeds weer. De profetie blijft klinken bij en op de muren, zonder stilzwijgen, nacht en dag. In de verwachting dat de Heere Zijn Woord en belofte, Zijn verbond en trouw zal bevestigen; dat de lof des Heeren alom en overal zal worden gehoord en de aarde met Zijn vrees vervuld zal zijn.

Het komt er maar op aan dat wij overtuigd zijn van de betrouwbaarheid van Gods Woord, van de waarachtigheid van het verbond. Het moet ons gaan om de stichting en de heerlijkheid van Gods Kerk. Als de zonen en dochters ándere wegen gaan, roept het Woord ze terug. Als de gelovige ontzinkt aan zijn eer, als de ziel besprongen en in doodsgevaren beangstigd wordt, als de laatste vijand ons dreigt te verslinden, dan roept het Woord op tot de overgave en brengt zij bij de trouw van de levende God. Dan klinkt het gebed op dat de Heere het zal voleinden. Wat wij u bidden is dat u zich laat bearbeiden. Dat u zich buigt onder het Woord des Heeren. Weg met al het berekenend geknutsel. Zoek toch geen eigengerechtigheid op te richten, maar roep in de donkerste nacht tot de God van het leven. Om Christus’ wil en uit genade zal Hij horen – en verhoren!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's