Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse Leerregels (13)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse Leerregels (13)

HOOFDSTUK 1. Artikel 6

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de Goddelijke verkiezing en verwerping
Dat God sommigen in den tijd met het geloof begiftigt, sommigen niet begiftigt, komt voort van Zijn eeuwig besluit. ‘Want al Zijn werken zijn Hem van eeuwigheid bekend’ (Hand. 15:18), en: ‘Hij werkt alle dingen naar den raad van Zijn wil’ (Ef. 1:11) (…).

Inleiding
De Dordtse Leerregels komen met de nu volgende artikelen bij een zeer aangrijpend gedeelte aan. Hierbij geldt ook dat de zaak die daarbij aan de orde gesteld wordt, de gehele kerkgeschiedenis door heftig bestreden is. Juist dat heeft ons te leren om met deze dingen voorzichtig om te gaan en nauwkeurig te proberen de bijbelse lijnen op te sporen. Een voorwaarde trouwens, die bij ál het spreken van de kerk van een groot gewicht moet zijn, daar zo snel de mening van de mens verkondigd wordt en ook vaak voor waar wordt gehouden. Ook hierin moeten we telkens opmerken, dat de duivel, de grote tegenstander van de Heere en Zijn Kerk, juist bij menselijke overwegingen aansluit en zo gemakkelijk de menselijke mening gebruikt om een kerk of kerkgangers te laten dwalen. Hoe vindt de duivel vaak een aansluiting in het hart van de mens en de daar levende overtuigingen om zo die mens af te trekken van de waarheid. Dit gebeurt vooral daar, waar die waarheid in Gods Woord zo onbegrijpelijk is voor het verstand. Een verstand dat verduisterd is, maar toch zoveel waarde wordt toegekend en waar ook veel van verwacht wordt. We moeten tenslotte dat gezonde verstand gebruiken om tot de waarheid te komen en iets als de waarheid te zien. Dit geldt ook wel voor het nu voor ons liggende onderwerp uit dit belijdenisgeschrift, dat de goddelijke waarheid naspreekt, maar van vele kanten is en wordt aangevallen. Aangevallen op het feit, dat dit gewoon niet waar kan zijn, want ... En dan gaat de mens in eigen wijsheid en met een volledig verdorven en dus niet verlicht verstand spreken.

Eerbied
Dit woord mogen we wel als eerste noemen bij het spreken over dit artikel. We denken hier bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Mozes, die wel bekend zal zijn. Deze man werd bij de brandende braambos door de Heere geroepen om een wonderlijke weg te gaan, die hij zelf nooit had gezocht en gegaan zou hebben. Een weg ook waarop de grote daden Gods openbaar zouden komen. Toen de Heere hem ging roepen, werd hij bepaald bij heilsgeheimen. Daarom kwam de oproep tot hem: ‘Trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats waarop gij staat, is heilig land.’ Ons wordt dit nu ook gezegd en die houding zal altijd gevraagd worden bij het spreken over de heilsgeheimen van Gods Koninkrijk. Juist daarom, dat ons verstand deze zaken niet kan bevatten en wij ook woorden tekort komen om te laten horen hoe diep en rijk Gods genade is. Het is ook een zaak van aanbidding en verwondering. Juist die gestalte werd en wordt zo vaak gemist bij het spreken over het leerstuk, dat nu aan de orde komt. Het leerstuk dat handelt over het geheim van de eeuwige verkiezing van God. Daarbij hebben we stil te staan bij de kern van de ontfermingen van de Heere. Die kern juist wil de duivel aantasten en verduisteren en daarom staat in dit artikel de eer des Heeren op het spel.

Gods ontferming
We komen dus in het binnenste van het heiligdom van de Heere, waar Hij de diepe geheimen van de zaligheid heeft uitgedacht en opgesteld en ook een weg naar die zaligheid heeft bepaald. Daarin is ook opgesloten, dat er eenmaal een schare zal zijn, die eeuwig zal zingen van Zijn goedertierenheid. Zingen dus van de ontfermingen Gods. Om hier iets van te zeggen, laten onze vaderen zich door het Woord Gods onderwijzen en spreken dat Woord in dit artikel nauwkeurig na. Men wil geen antwoord geven op de vele vragen die kunnen leven. Men wil zeker ook niet de menselijke nieuwsgierigheid bevredigen, afgezien of dit wel zou kunnen. Er wordt ook geen voor het verstand sluitend bewijs geleverd, zodat een volledige leer voor ogen gesteld kan worden, waarin alles zeer inzichtelijk is voor de mens. We gaan terug naar de eeuwigheid, naar het besluit dat door de Drie-enige God is genomen, waarbij geen mens aanwezig was. Van dit besluit is ook niet alles aan de mens geopenbaard. Slechts datgene wat ons in het Woord Gods is overgeleverd en daarom mogen wij niet verder gaan dan dit Woord naspreken. In de stilte van de eeuwigheid, zegt het Woord, is de Heere begonnen om Zich een volk te verkiezen ten eeuwigen leven. Daar, in de ontferming Gods, in de verkiezende liefde ligt de oorzaak van de zaligheid voor rampzaligen in zichzelf. Daar zit ook in opgesloten, dat naast die schare van verkorenen ook een andere schare gevonden wordt, die door de Heere in hun zelfgekozen staat gelaten worden. Het wonder is dus, dat er een scheiding komt waar geen scheiding zou kunnen zijn. Zo leert Gods Kerk roemen over Zijn grote barmhartigheid. Er staat, dat vanuit Zijn eeuwig raadsbesluit God sommigen in de tijd met het geloof begiftigt en sommigen daarmee niet begiftigt.

Het onderscheid
In de voorgaande artikelen kwam onder andere de werkelijkheid aan de orde, dat de ene mens wel en de andere mens niet gelooft. Op de vraag waarom dit zo is, wordt nu in artikel 6 een antwoord gegeven. De vaderen volgen hier in de beantwoording de lijn van Calvijn. Er is van eeuwigheid besloten de ene mens het geloof te geven en de andere dus niet. We moeten hierbij nog opmerken, dat op de vraag waarom de Heere niet aan alle mensen het geloof schenkt, geen antwoord wordt gegeven. Hij heeft daarvoor Zijn eigen wijze, goede en rechtvaardige redenen. Het richtsnoer voor wie wel en wie niet wordt verkoren, is Zijn eeuwig besluit, Zijn eeuwig welbehagen. De Heere maakt een onderscheid waar onder mensen geen onderscheid kan zijn. Zo komt op de vraag: waarom worden niet alle mensen met de gave van het geloof begiftigd, een belijdend antwoord. Een belijdenis, die de Heere welaangenaam is en door de Heilige Geest wordt geschonken, Die altijd het Woord des Heeren naspreekt. We moeten hier wel opmerken, dat dit stuk, dat zo’n grote plaats in de Dordtse Leerregels inneemt, ons verre te boven gaat. Hier wilden de vaderen belijden, dat de Kerk vastligt in Gods eeuwige liefde en dat is dan ook een onuitsprekelijk rijke troost. Dit gaat tegen de leer in, waarin de mens en zijn wil en keuze een beslissende rol speelt. Daarom is dit laatste ook zo’n troosteloze leer.

Zo gaat het in artikel 6 om de eer van de Heere. God doet altijd de dingen, die Hem van eeuwigheid bekend zijn. Handelingen 15:18 wordt als een duidelijk woord beleden. Alles hangt aan de eeuwige Raad van God en het doel is hier dan de verheerlijking van Gods Naam. Zo werkt de Heere alle dingen naar de raad van Zijn wil (Ef. 1:11). En zoals Hij eigen eer op het oog had toen alles uit het niets geschapen werd, zo heeft Hij ook in de herschepping geen ander doel. Het diepste motief om zondaren zalig te maken ligt in het welbehagen Gods en in de zelfverheerlijking van God en van Zijn genade.

Predestinatie
Dit alles vraagt geen begrijpen van ons, maar geloven en aanbidden, want hoe rijk zijn de besluiten Gods! Het wonderlijke is dan niet dat vele mensen verloren gaan, maar het onbegrijpelijke is, dat er één behouden wordt. Zo is dus het onderscheid dat onder mensen aan getroffen wordt, geen oorzaak van haat, afkeer en gedachten van onrecht, maar een oorzaak van aanbidding. Zo zijn we midden in de leer van de predestinatie aangekomen. Dat betekent zoveel als voorbeschikking. In de eeuwigheid heeft de Heere besloten wat de bestemming van alle redelijke schepselen zou zijn. Die voorbeschikking, de predestinatie, valt uiteen in verkiezing en verwerping. Verkiezing wil dan zeggen, dat God van eeuwigheid diegenen verkoren heeft, die zalig zullen worden. Verwerping wil zeggen, dat God alle anderen laat in het verderf, waarin zij zichzelf hebben gestort. Dat is het eeuwig raadsbesluit en over die beide wordt nu nader gesproken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's

De Dordtse Leerregels (13)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's