Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezwijkt mijn vlees en mijn hart …

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezwijkt mijn vlees en mijn hart …

5 minuten leestijd

Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Psalm 73:26

De enige bron van troost. Daar gaat het over in deze Psalm. En het is genade als je die kent. Voor dit leven, maar ook in het bijzonder bij de grenspassage van tijd naar eeuwigheid. Velen denken daar liever niet te veel aan, dat maakt maar somber. Dan kun je niet meer zo van het leven genieten. En oppervlakkig bezien lijkt dat er ook op. Asaf weet dat ook en daar worstelt hij mee. Dat zie je als hij in zijn hart laat kijken. Want in de strijd en moeite van elke dag lijkt het alsof het hen, die met God niet rekenen, in alles voor de wind gaat. Is het dan tevergeefs om God te dienen? Een vraag die ook vandaag gesteld en dikwijls met ja beantwoord wordt. Want ook nu zijn er velen die God uitschakelen en alleen maar oog hebben voor het hier en nu. En het gaat hen schijnbaar goed.

Maar Asaf ziet óók nog wat anders. Zijn God tilt hem boven alles uit en laat hem de uitkomst zien. En dan blijkt dat wie God hier niet nodig heeft, straks ook alléén de grens van leven en dood over moet steken. Om dan tot grote ontzetting te ontdekken dat de genadetijd die God gaf overal aan besteed is, behalve om God te zoeken en vrede te vinden voor het hart. Om dan te moeten ervaren dat alles wat in dit leven nagejaagd is, ontvalt, omdat het bij het passeren van de grens der eeuwigheid geen waarde heeft. Dan is maar één ding belangrijk: vrede met God, de verzoening door het werk van Christus. Wat is het dan ook van levensbelang om die vrede te kennen en in die verzoening te delen. Zodat je hier rust vindt voor je hart en je straks zonder verschrikking God kunt ontmoeten. Want daarover heeft Asaf het: ‘bezwijkt dan mijn vlees en mijn hart ...’ Dus als mijn einde komt en ik dit aardse leven los moet laten, dan is God de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid.

‘Bezwijkt mijn vlees en mijn hart.’ Misschien denk je bij deze woorden aan een hartaanval, als het hart letterlijk stilstaat, of aan een dodelijk ongeluk, waarbij het vlees letterlijk bezwijkt. En dat ligt er ook allemaal wel in, maar dit grijpt veel dieper. Asaf keek eerst alleen op uiterlijke dingen en niet op het ‘daarna’. En door die kortzichtigheid heeft hij God bijna de dienst opgezegd. De helm der zaligheid doet geen dienst, het schild des geloofs blijft ongebruikt en het zwaard des Geestes glipt uit zijn vingers. Want ‘hart’ wijst hier op zijn innerlijk leven. Er gebeurt zó veel in zijn leven, er komt zó veel op hem af. Hij heeft bijna geen moed meer om verder te gaan, hij dreigt eronder te bezwijken. En misschien herken je dat ook in deze tijd van ‘ontkerstening’. Misschien herken je het in je eigen leven, ook na ontvangen genade. Want een kind van God is geen supermens, die geen twijfel, geen vrees, geen aanvechting meer heeft. Dat ondervindt Asaf maar al te goed en daar heeft hij het ook heel moeilijk mee. Misschien heb je het daar ook wel moeilijk mee. Of nog directer: je lichaam wordt afgebroken door een ongeluk of ziekte, zonder hoop op beterschap. Dan stort je wereld in en waar moet je dan houvast vinden? Asaf heeft ermee geworsteld, maar ... hij komt eruit. Want God tilt hem erbovenuit.

God is de Rotssteen mijns harten
Lees dan de tekst maar verder. God laat Asaf zien dat aan alles een eind komt, behalve aan Zijn genade. En aan die God mag hij zich vastklemmen. Hij mag zijn voeten zetten op de Rots der eeuwen. Al begrijpt hij dan Gods weg niet, al is het dan nog zo donker, het loopt God niet uit de hand. Er komt een ‘daarna’. Gods ‘daarna’. En dan mag hij het weten: hoe donker het is en hoe diep het gaat, maar aan Gods hand gaat het nooit verkéérd. Die hand geeft houvast voor de tijd en voor de eeuwigheid. Weet je dat ook? Dan kan er zorg, rouw en verdriet in je leven komen, dan kan de onbekende toekomst, ook van dit pas begonnen jaar, je benauwen. Maar als God je Deel en je Rots is, ga je veilig dóór de tijd, maar ook úit de tijd. Dat zegt Asaf hier: de Rotssteen zijns harten staat vast, trotseert de eeuwen. De golven kunnen ertegen beuken, maar Die Rotssteen staat onwankelbaar. Hij is mijn Deel in eeu-wigheid. Asaf heeft in het heiligdom gekeken. Daar heeft hij het offer der verzoening gezien dat wijst naar Christus, Die de zaligheid verdiend heeft, ook voor hem. En in die Christus ligt zijn behoud, voor nu én voor eeuwig. Voor u en jou ook?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

Bezwijkt mijn vlees en mijn hart …

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's