Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Melchior Leydecker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Melchior Leydecker

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitleggers en de uitleg van de Heilige Schrift (2)
In het vervolg van zijn boekje over de Schriftuitleg werkt Leydecker de gedachte uit dat de Heere Zelf de uitnemendste Uitlegger van het Woord is. Het is immers Zijn eigen Woord? Volgens hem is dat op vierderlei wijze het geval: 1. door de Bijbelschrijvers, 2. door de profeten en apostelen, 3. door Zijn Zoon en 4. door de verlichting van Zijn Geest in de harten en zielen der gelovigen. We laten elk van deze vier kort de revue passeren.

‘Godt heeft door heylige schrijvers sijn beschrevene woort uytgelegt en verklaert’, zo stelt hij in de eerste plaats vast. Dat wil zeggen: ze waren instrumenten in de handen van de Heilige Geest. Zo zijn de schrijvers van het Nieuwe Testament de uitleggers van het Oude Testament. Belangrijk te zien hoe op deze wijze de beide testamenten verbonden worden. Het Nieuwe Testament is te verstaan als de vervulling van het Oude Testament; terwijl andersom het Oude Testament begrepen moet worden met het oog op het Nieuwe Testament. Leydecker weet dat de ene tekst ons als Bijbellezer duidelijker voorkomt dan de andere. Daarom is het zo belangrijk Schrift met Schrift te vergelijken. Zo kan een moeilijker tekst verklaard worden vanuit een eenvoudiger tekst. Kortom: de Heilige Schrift is haar eigen uitlegger! Opmerkelijk is de vergelijking die hij hier maakt met een burgerlijk wetboek. Ook in dat geval wordt het ene artikel vanuit het andere verklaard. Zo kan, vanwege de eenheid van het Woord, de ene Schriftplaats de andere verklaren.

In de tweede plaats wijst hij de profeten en apostelen aan als bijzondere uitleggers van het Woord Gods. Zij hebben met hun ‘levendige stem’ de Schrift verklaard. Zij werden immers door de Heilige Geest geleid, Die Zelf de Auteur van de Schrift is? Leydecker denkt daarbij aan de preek van Petrus op de Pinksterdag, waarbij hij Schriftwoorden uit het Oude Testament citeert en uitlegt (Handelingen 2). Daarnaast wijst hij op Paulus die in de synagoge te Antiochië hetzelfde doet (Handelingen 13).

Vervolgens wijst Leydecker op Christus: ‘Maer by uitnementheyt is Godt de Uytlegger der Schrifture geweest in Christo …’ Hierin horen we een verwijzing naar Hebreeën 1: ‘God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon.’ Hem kwam het recht van uitleg toe, zelfs boven profeten en apostelen uit. Vanwege Zijn zalving met de Heilige Geest én krachtens Zijn godheid is Zijn uitleg onfeilbaar. Leydecker staat daarbij als voorbeeld het onderwijs van Jezus aan de Emmaüsgangers voor ogen.

In de vierde plaats legt de Heere het Woord uit door met Zijn Geest het hart en het geweten van de gelovige te verlichten. Op dit punt komt dit kleine boekje dicht bij het hart. De Heilige Geest is het, Die de gelovige de zin van het Woord te verstaan geeft. Hij verlicht het oog en opent het hart zodat de gelovige acht geeft op dat Woord, de wonderen en verborgenheden daarvan ziet, en de mening en de zin van Christus onderscheidt.

Het zal u niet verbazen dat Leydecker deze ‘innerlijke uitleg’ van de Schrift noodzakelijk noemt. Immers, zonder deze innerlijke en krachtige verlichting kan de Bijbel niet verstaan worden tot zaligheid. Over de wijze waarop Gods Geest dit wonder werkt, schrijft Leydecker op gevoelige wijze. Zo stelt hij dat de manier waarop deze inwendige lering en uitleg geschiedt beter te gevoelen is dan uit te leggen. Hij noemt het een genadige werking waardoor het geloof in ons gewerkt wordt en de ogen van de ziel verlicht worden, zodat ons gemoed ‘soetelijck’ toestemt hetgeen wij lezen, vatten en begrijpen. De uitwerking daarvan noemt hij er in één adem achteraan: het gevolg is dat wij tot gehoorzaamheid aan Christus gebracht worden, dat de vleselijke overleggingen gevangengenomen worden en dat het gemoed gerustgesteld wordt in de troostrijke, heilige en zalige waarheid.

Het zal de lezer hopelijk niet ontgaan zijn hoe het beleden geloof en het beleefde geloof hier verenigd zijn. Enerzijds trekt Leydecker duidelijk hoofdlijnen voor wat betreft de uitleg van het Woord, anderzijds weet hij het meteen ook weer zo na aan het hart van zijn lezer te brengen. Dat houdt de leer doorleefd; tegelijk is het beleven zo niet prijsgegeven aan wat gevoeligheden.

Om die reden hoop ik dat er in dit artikeltje elementen waren die u of jou tot lering dienen, terwijl er tegelijk de herkenning is van het ‘soetelijck’ toestemmen met dat wat vanuit het Woord tot ons komt. Een volgende keer zullen we stilstaan bij de plaats en de functie van de belijdenis, juist ook met het oog op het persoonlijke verstaan van de Schrift.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

Melchior Leydecker

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's